‘Het nieuwe migratiepact van de EU lost nauwelijks wat op, maar speelt radicaal-rechts intussen wel in de kaart’

Bijna acht jaar lang, sinds de migratiecrisis van 2015, werd er al over gesproken. Vanaf 2020, na de verwoestende brand in het kamp Moria op Lesbos, werd er ook over onderhandeld. En zoals vaker in Brussel was deze week toch nog een doorwaakte nacht nodig om onder hoge druk nader tot elkaar te komen. Als woensdagochtend het langverwachte akkoord over strengere grensprocedures en een gelijkere verdeling van asielzoekers onder de lidstaten gepresenteerd wordt, noemt voorzitter Roberta Metsola van het Europees Parlement het met recht meteen „historisch”.

Maar dan komen de vragen.

Over de inhoud. Zuidelijke landen, waar veel migranten aankomen, moeten centra bouwen waar niet kansrijke migranten, uit ‘veilige landen’, een versnelde procedure kunnen afwachten voor ze worden uitgezet. Mogen dit ‘detentiecentra’ genoemd worden? Hoe gaan ze eruit zien? De laatste jaren kostte het grote moeite uitgeprocedeerde migranten terug te sturen. Waarom zou dat nu, na die snelle procedure, wél lukken?

Lees ook Strengere procedures, meer solidariteit: wat houdt het nieuwe migratiepact van de EU in?

Een groep van 54 Afrikaanse migranten arriveert op Lanzarote, een van de Canarische Eilanden, na hun redding door de Spaanse kustwacht, 20 december.

En over de vorm. Want: is het Europese asiel- en migratiepact niet een knieval voor radicaal-rechts? Is het strengere beleid niet ook bedoeld om de opmars van populistische anti-immigratiepartijen te stuiten, in de lidstaten en in het Europees Parlement? Centrum-rechtse politici, laatst nog de Belgische staatssecretaris voor Asiel Nicole de Moor, hintten erop dat het akkoord anti-imigratiepartijen de wind uit de zeilen moet nemen.

Als dat zo is, werkt dat dan überhaupt?

Verkiezingsstrategie

Parlementsvoorzitter Metsola is stellig. „Dit pact brengt het centrum samen en kopieert op geen enkele manier rechts”, zegt ze tijdens een persconferentie in Brussel. De gevonden oplossing is „pragmatisch”, voegt ze eraan toe. Fabienne Keller, centrum-rechts Europarlementslid uit Frankrijk, veinst, retorisch, verbazing. „Zijn dit voorstellen van rechts? Ik kan niet zeggen dat ik veel mensen van de extreem-rechtse parlementsgroep in de onderhandelingskamer heb gezien. Ze benoemen altijd de problemen, maar ze ontvluchten het vinden van oplossingen.” De Zweedse rapporteur Tomas Tobé concludeert: het migratiepact „is voor mij nooit een strategie voor de volgende Europese verkiezingen geweest”.

Dat zal vast zo zijn. Al was het maar omdat het nieuwe pact pas in 2026 in werking treedt, merkt politicoloog Werner Krause van de universiteit van Potsdam op. En de verkiezingen voor het Europees Parlement zijn aanstaande juni. „Het zou wat al te rap zijn als het aantal migranten dan al is afgenomen”, zegt hij door de telefoon. Het pact poogt bovendien een antwoord te bieden op wat een wens van burgers in veel Europese lidstaten lijkt te zijn: grip krijgen op migratie – al zeggen mensenrechtenorganisaties, maar bijvoorbeeld ook de architect van de ‘Turkijedeal’ in 2016, de Oostenrijkse socioloog Gerald Knaus, dat het nieuwe akkoord in de uiteindelijke uitvoering weinig zal veranderen.

Met niet-serieus beleid zet je al helemaal de deur open voor populisten

Volgens Knaus zijn het „valse beloftes” die uiteindelijk sowieso radicaal-rechts in de kaart gaan spelen. „Met niet-serieus beleid zet je al helemaal de deur open voor populisten”, zegt hij vrijdag vanuit Bologna. Afspraken tussen enkele lidstaten met landen van herkomst, zoals in 2016, zijn volgens hem beter dan een „onwerkbare EU-oplossing”. Het aantal mensen dat vanuit vooral Noord-Afrika illegaal Europa probeert te bereiken is tenslotte relatief beperkt: 250.000 mensen tot nu toe dit jaar, volgens Eurocommissaris Ylva Johannson (Migratie). „Dat aantal mensen staat per máánd bij de grens tussen Mexico en de VS.” Het is, zegt hij „een crisis omdat zoveel mensen op de Middellandse Zee verdrinken, niet omdat het er zoveel zijn die proberen de oversteek te maken”.

Feit is dat het politieke centrum bezorgd kijkt naar de Europese verkiezingen van komend jaar. De christen-democraten en de sociaal-democraten zijn in peilingen nog altijd onbetwist de grootste partijen. Maar het populistisch-rechtse blok, verenigd in de groep Identiteit en Democratie, heeft het tij mee. I&D is volgens de geaggregeerde poll of polls van Politico de liberale groep Renew Europe, waarvan vanuit Nederland de VVD en D66 deel uitmaken, inmiddels voorbij.

Lees ook De VVD ziet het nieuwe migratiepact van de EU als een nuttig instrument

Vluchtelingen bij de bushalte van de pendelbus tussen Ter Apel en station Emmen.

In veel lidstaten hebben partijen die kritisch zijn op migratie de laatste tijd terrein gewonnen. De verkiezingswinst van de PVV in Nederland heeft de radicaal-rechtse internationale sowieso zelfvertrouwen gegeven. Het doel is, zei de Italiaanse vicepremier Matteo Salvini begin deze maand bij een bijeenkomst in Florence waar ook Geert Wilders via video meesprak, om na juni van zesde groep in het Europees Parlement op de derde plaats te komen, en zo „beslissend” te zijn als de twee grote centrumblokken niet op één lijn zitten.

Kopie of origineel

Om dat te voorkomen, moet kiezers duidelijk gemaakt worden dat strikter immigratiebeleid ook bij centrum-rechts in goede handen is. De vraag is alleen of krachtiger taal het politieke centrum helpt, of juist schaadt. Werner Krause, de verkiezingsonderzoeker uit Potsdam, denkt dat laatste. Het cliché wil dat kiezers over het algemeen liever voor het origineel kiezen dan voor de kopie. En dat klopt, blijkt uit zijn onderzoek naar stemgedrag en partijstandpunten in meerdere Europese landen (onder andere Duitsland, Frankrijk, Italië en Nederland) sinds 1970.

Vooral centrum-rechtse partijen hebben de laatste decennia de hardere lijn van opkomende populistische partijen gekopieerd.

„Het idee was dat je niet op die uiterst rechtse partijen hoefde te stemmen als je streng immigratiebeleid wilde”, zegt Krause. Maar het tegenovergestelde gebeurt nu: kiezers gaan júist naar radicaal-rechts. „Je laat zien dat de inhoudelijke posities van radicaal-rechtse partijen geen taboe meer zijn en dat dus het legitiem is om op dit soort partijen te stemmen.”

De Nederlandse Kamerverkiezingen van vorige maand waren daar natuurlijk exemplarisch voor. De VVD en ook Omtzigt hebben migratie als verkiezingsthema genormaliseerd, zegt Maurits Meijers, die aan de Radboud Universiteit in Nijmegen vergelijkbaar onderzoek doet. „Het is begrijpelijk dat partijen een antwoord zoeken op een zorg van de kiezer.”

Maar het werkt vaak ook andersom. „Uit de literatuur weten we dat wat politieke partijen zeggen en doen óók grote invloed heeft op kiezers.” Het is een soort self-fulfilling prophecy: burgers maken zich zorgen over migratie, politici nemen die zorgen over en praten steeds meer over migratie, waarna burgers zich nóg meer zorgen over migratie maken. „Een partij volgt niet alleen de kiezer, de kiezer volgt ook vaak de partij.”

Het is een soort self-fulfilling prophecy: burgers maken zich zorgen over migratie, politici nemen die zorgen over en praten steeds meer over migratie, waarna burgers zich nóg meer zorgen over migratie maken

Weinig politici zien dit scherper dan Marine Le Pen. Toen vorige week na vele omwegen een striktere immigratiewet met steun van haar radicaal-rechtse Rassemblement National in het Franse parlement een meerderheid kreeg, domineerde zij de nabeschouwingen. Ze claimde de nieuwe wetgeving als een „ideologische overwinning” voor haar partij. Terwijl zij de laatste jaren zelf werkte aan een vriendelijker imago – een strategie van dédiabolisation, zeggen ze in Frankrijk – nam centrum-rechts haar agenda over. Intussen staat haar partij op 27 procent in de peilingen voor de Europese verkiezingen en maakt zij grote kans om in 2027, als Emmanuel Macron niet meer verkiesbaar is, president te worden.

Lees ook Franse immigratiewet na flinke afslag naar rechts toch aangenomen

In Parijs demonstreerden betogers deze dinsdag tegen de immigratiewet.

De linkse krant Libération wees Macron er op de coverpagina fijntjes op dat hij zich vorig jaar (en eerder in 2017) presenteerde als laatste reddingsboei van het centrum die de dominantie van radicaal-rechts kon voorkomen. Nu had Le Pen alsnog gewonnen, wilde de krant maar zeggen. Dit beeld werd nog eens versterkt toen Macrons premier Élisabeth Borne erkende dat sommige door het rechtse parlement ingebrachte maatregelen mogelijk strijdig zijn met de grondwet. Ze heeft de Franse constitutionele raad gevraagd er nog eens goed naar te kijken en waar mogelijk het parlementaire compromis bij te stellen.

Krause: „Zo zeg je in feite tegen kiezers dat wetgeving dus niet per se grondwettelijk of in overeenstemming met internationale verdragen hoeft te zijn.” En dat is wat radicaal-rechtse partijen ook zeggen. De Nederlandse informatieronde tussen PVV, VVD, NSC en BBB over de vraag of er een „gezamenlijke basislijn” voor het waarborgen van de Grondwet, de grondrechten en de democratische rechtsstaat gevonden kan worden, is daar een nog concreter voorbeeld van.

Nicolas Sarkozy

Dit opschuiven is hoe dan ook voor centrum-rechts geen verstandige strategie, zegt Meijers. De grenzen tussen regulier rechts en radicaal-rechts worden vaak steeds diffuser. Bijvoorbeeld toen vorig weekend de conservatieve Britse premier Rishi Sunak zijn opwachting maakte bij een politiek festival van de radicaal-rechtse partij van de Italiaanse premier Giorgia Meloni. In Frankrijk probeert oud-parlementslid Marion Maréchal, de nicht van Marine Le Pen, al jaren ‘gewoon’ rechts en radicaal-rechts samen te brengen.

Het zogenoemde issue ownership, de partij die met een bepaald thema wordt geassocieerd, ligt niet bij de partij die de krasse taal over immigratie overneemt. „Je zag het in Nederland met de VVD en Wilders. Als mensen moeten kiezen aan wie ze hun vertrouwen geven als ze zorgen hebben om migratie, dan kiezen ze voor Wilders.”

Je zag het in Nederland met de VVD en Wilders. Als mensen moeten kiezen aan wie ze hun vertrouwen geven als ze zorgen hebben om migratie, dan kiezen ze voor Wilders

Krause ziet een vergelijkbare beweging in Duitsland, waar de partijen uit het centrum de snel groeiende Alternative für Deutschland (AfD) voor willen zijn. „Hoezeer centrum-politici ook proberen het debat op voor de Duitse economie noodzakelijke arbeidsmigratie te brengen, het lukt ze niet, omdat door de nieuwe wetten immigratie alleen nog gezien kan worden als iets dat een probleem is en ingeperkt moet worden.”

Een mogelijke uitzondering is Nicolas Sarkozy. Hij nam het taalgebruik van het toenmalige Front National (vooral over een relatie tussen immigratie en criminaliteit) deels over en won in 2007 niet alleen de verkiezingen, maar zette het FN bij de latere parlementsverkiezingen op nul zetels. Vijf jaar eerder nog was Frankrijk in rep en roer omdat FN-voorman Jean-Marie Le Pen voor het eerst de tweede ronde van de presidentsverkiezingen had gehaald.

Was Sarkozy’s kopie dan wellicht beter dan het origineel? Krause heeft zijn twijfels. „Dit was een kortetermijneffect. Op de langere termijn zie je, zeker in Frankrijk, dat centrum-rechts gemarginaliseerd is. Radicaal-rechts wint dit eigenlijk altijd.”

Lees ook Vluchteling? Economische migrant? Moeder Mariam is van beide een beetje

<strong>Mariam Bamba</strong> met haar zoon <strong>Didi</strong> in hun nieuwe woonplaats Vizzini, op Sicilië.