Het marmeladeproject moest er verdorie nou eens van komen

Janneke kookt Een monnikenwerk is het, marmelade maken. Maar het is ook heel bevredigend.



Foto Janneke Vreugdenhil

Het marmeladeproject begon drie winters geleden met een mailtje. Een lezer schreef me over de sinaasappelbomen in de tuin van haar Portugese huis. Het betrof pomeransen, bittere sinaasappels die je niet uit de hand kunt eten maar die des te geschikter zijn voor het maken van marmelade. Had ik misschien een goed marmeladerecept? Ik antwoordde dat ik haar helaas niet kon helpen om de eenvoudige reden dat ik nog nooit in mijn leven marmelade had gemaakt. Maar, zo voegde ik eraan toe, ik was al jaren van plan het eens te proberen, dus wie weet zou ik haar volgende winter blij kunnen maken.

Het werd volgende winter, maar wetend wat een monnikenwerk marmelade maken is, schoof ik het project voor me uit, net zo lang tot het bitteresinaasappelseizoen weer voorbij was. Daarna volgde nog een marmeladeloze winter, althans, daar leek het op. Want begin maart 2022 mailde de lezer nogmaals. Dit keer bood ze me een deel van haar oogst aan.

Tegen zoveel vriendelijkheid kon ik geen nee zeggen natuurlijk, en bovendien wilde ik nou verdorie echt weleens een keer marmelade maken. Omdat de lezer in dezelfde stad woonde als mijn zus spraken we af dat zij de buit daar zou afgeven. Mijn zus was bijna jarig en ik ging haar dan toch opzoeken. Tenminste, dat was het plan. Want ik kreeg corona en ging opeens helemaal nergens meer heen.

Hier komt mijn moeder op het toneel. Zij ging wél naar de verjaardag van mijn zus en nam daarvandaan drie tassen vol pomeransen mee. Het idee was dat ik ze op mijn beurt weer bij haar zou ophalen – mijn moeder woont dichterbij dan mijn zus. Maar corona is een bitch en ik bleef maar niezen en dus potentieel besmettelijk en intussen lagen die sinaasappels hun versheid te verliezen in mijn moeders kelder.

Nu moet u drie dingen weten over mijn moeder. 1. Zij is een bezield jammaakster. 2. Ze kan niet tegen verspilling. 3 Stilzitten is niet haar sterkste kant. „Ik maak alvast een paar potten, hoor”, kondigde ze telefonisch aan. „Ik heb een recept gevonden in een inmaakboek van Hilaire Walden.” En toen ze me de volgende dag een foto van het resultaat appte, schreef ze: „Ik vond online nog een recept van Delia Smith, dat ga ik ook proberen.”

Oké, lang verhaal kort. Ik bleef twee weken ziek en toen ik weer beter maar nog een beetje bibberig was, kwam mijn moeder op de thee met een tas vol marmelade; ze had intussen vijf verschillende recepten uitgeprobeerd. We besmeerden crackers en hielden een proeverijtje. Het was verbazingwekkend hoeveel verschil er was. De ene marmelade was veel donkerder dan de andere en van de donkerder types was er één een stuk bitterder, terwijl de andere juist griezelig zoet was. We twijfelden tussen Delia en Hilaire, maar vonden die van Hilaire uiteindelijk het lekkerst.

Ik mailde de lezer het winnende recept en uiteraard ging er ook, opnieuw via mijn zus, een pot die kant op. Maar ondertussen had ik nog steeds nooit in mijn leven marmelade gemaakt. Tot vorige week. Met een zak bittere sinaasappels – het is nu hoogseizoen en veel groenteboeren verkopen ze – toog ik voor twee dagen naar mijn moeder; een logeerpartijtje speciaal om samen marmelade te maken. En inderdaad zeg, wat een monnikenwerk. Maar het is óók heel leuk en bevredigend om te doen. Voor mijn moeder en mij zou het in elk geval zomaar een nieuwe wintertraditie kunnen worden.

Marmelade

Het recept voor deze marmelade is, op wat kleine aanpassingen na, van Hilaire Walden en komt uit haar boek ‘De vier seizoenen in pot en fles’. De auteur gebruikt voor veel van haar jamrecepten verwarmde suiker. Daarvoor strooi je suiker in een lage ovenschaal en schuift deze 20 minuten in een lauwwarme oven. De warme suiker lost vlugger op in de fruitmassa.

Voor 5-6 potten:

675 g pomeransen (ook wel bittere sinaasappelen of Sevilla-sinaasappelen);
1,7 liter kokend water;
1,4 kg warme suiker (zie intro);
5-6 gesteriliseerde jampotten (à 350 ml)
< /p>

Schil de sinaasappels zo dun dat de witte onderhuid aan de vrucht blijft zitten. Snijd de schil in smalle reepjes. Hak de sinaasappels (met het wit er nog aan) in grove stukken. Verwijder de pitten en snijd het vruchtvlees tamelijk fijn. Houd de pitten apart.

Doe het vruchtvlees samen met de reepjes schil in een grote kom, en doe de pitten apart in een kleinere. Schenk 1,4 liter kokend water over het vruchtvlees met de reepjes schil. Schenk 300 ml kokend water over de pitten. Dek beide kommen af en laat een nacht staan. U zult zien dat de pitten de volgende dag zijn gehuld in een heldere gelei.

Zet alvast een schoteltje in de vriezer. Plaats een zeef boven de grote kom met vruchtvlees en schilletjes. Stort de pitten in de zeef, zodat de gelei in de kom wordt opgevangen. Schep vervolgens met een soeplepel nog een paar keer vocht uit de kom en giet deze opnieuw over de pitten, net zo lang tot er geen gelei meer vanaf komt. Gooi de pitten weg.

Doe nu de inhoud van de grote kom in een non-reactieve (dus niet-aluminium) kookpan en breng aan de kook. Laat, zonder deksel en regelmatig roerend, 2 tot 2,5 uur kalmpjes koken, tot de schilletjes erg zacht zijn geworden. Voeg indien nodig tijdens het koken een kopje extra water toe – het is de bedoeling dat de sinaasappelmassa vloeibaar blijft, maar wel flink inkookt, dus voeg niet te snel of te veel water toe.

Roer de warme suiker door de fruitmassa, tot hij volledig is opgelost. Zet het vuur hoger en laat de marmelade onder af en toe roeren nog eens 15 tot 20 minuten koken, tot het geleerpunt is bereikt. En hier komt het ingevroren schoteltje van pas: laat een bloebje van de hete sinaasappelmassa op het schoteltje vallen; door de kou koelt de marmelade direct af en kunt u de consistentie beoordelen.

Haal de pan van het vuur en laat 10 minuten staan. Roer de marmelade daarna nog een keer door en schep of schenk hem in de potten, die u heeft klaargezet op een theedoek – zo heeft u minder kans dat de potten breken. Draai de deksels erop en keer de potten om. Laat ze zo 10 minuten staan en keer ze weer terug. Laat een nacht verder stollen. De marmelade is nu minimaal een jaar houdbaar.

Lees verder…….