Ghanese kunstenaar Ibrahim Mahama fossiliseert het koloniale verleden

Recensie


Beeldende kunst

Tentoonstelling Met vleermuizen, ingemetselde olielampen en grafzerken combineert de Ghanese kunstenaar Ibrahim Mahama in de Oude Kerk in Amsterdam het Nederlandse verleden met dat van de Ghanese Goudkust.

Een zaaloverzicht van de tentoonstelling ‘Garden of Scars’ van Ibrahim Mahama in de Oude Kerk in Amsterdam.
Een zaaloverzicht van de tentoonstelling ‘Garden of Scars’ van Ibrahim Mahama in de Oude Kerk in Amsterdam.

Foto Mike Bink

Falende systemen en een geschiedenis van mislukkingen: ze vormen een rode draad in het werk van de Ghanese kunstenaar Ibrahim Mahama. Zo ook in de Amsterdamse Oude Kerk waar Mahama de 3.000 vierkante meter vloeroppervlakte vulde met zijn installatie Garden of Scars. Grote blokken staan verspreid over de kerk waarin restanten uit het verleden te vinden zijn. Alsof het fossielen zijn: afgietsels van oude grafzerken, olielampen, ventilatoren, meubelstukken of een deurtje. Sterk is het dat de afgietsels komen van zowel de grafzerken in de Oude Kerk als de vloeren van onder andere Fort Elmina (1482) aan de kust van Ghana. Het kolonialisme als fossiel in één brok samengevat.

Mahama is vooral bekend van zijn installaties met juten zakken, die voor hem symbool staan voor de slechte kant van de globalisering. Ze waren onder meer te zien tijdens de Biënnale van Venetië (2015) en tijdens de Documenta in Kassel in 2017 (waarvoor hij een heel gebouw in juten zakken inpakte). De juten zak als symbool van de globalisering: ze worden in het Oosten gemaakt, in het Zuiden gevuld en in het Westen leeggehaald en als afval naar het Zuiden teruggestuurd.

Ook in de Oude Kerk gaat het om de relatie tussen het Zuiden en het Westen; er wordt een verbinding gelegd tussen het rijke Amsterdam en het Ghanese Fort Elmina, aan de ‘goudkust’, waarvandaan ook slaafgemaakten werden vervoerd. Een netwerk waarvan het Westen uiteindelijk degene is die profiteert – net als met die juten zakken. Dat profijt terugbrengen tot gedeelde grafzerken is een indringend gebaar, waarbij ingemetselde voorwerpen voor een extra laag zorgen. Want namen, of omschrijvingen als ‘huisvrouw’ op een grafzerk brengen de geschiedenis al dichtbij, maar het gaat pas echt leven met de gebruiksvoorwerpen die eveneens ingekapseld in de tijd zitten. De Indiana Jones-achtige olielamp, een deurtje dat gesloten blijft of een halve leuning van een verlaten meubelstuk: ze accentueren de sporen die het (koloniale) verleden heeft achtergelaten, maar ook het verval van datzelfde verleden.

Zielloze vleermuizen

„Als iets mislukt, wordt het afgestoten en voor lange tijd alleen achtergelaten. Wat achterblijft, neemt nieuwe, vaak spookachtige vormen aan”, zei Mahama in een interview in NRC nadat hem in 2020 de Prins Claus Prijs was toegekend. Hij kreeg die voor het door hem opgerichte Savannah Centre for Contemporary Art, een cultureel centrum in zijn geboortestad Tamale, en voor de Red Clay Studio, een complex met tentoonstellingsruimten, onderzoeksfaciliteiten en kunstenaarsresidenties.

Die spookachtige vormen zie je op alle mogelijke manieren terug in de Oude Kerk. Naast de beelden zijn er restanten van witte Christus-kruizen, vleermuizen van zwart doek die overal hangen, de ramen zijn afgedekt met zwart-witte doeken en in de nissen zijn zwart-wit-tekeningen opgehangen. Allemaal lijken ze hun beste tijd te hebben gehad, zelfs de slapende vleermuizen – die ook vaak symbool staan voor de zielen van de doden – ogen ontzield of op z’n minst uitgemergeld. Het zwart-wit benadrukt niet alleen het contrast van ongelijkheid, maar ook de krassen die het verleden heeft achtergelaten alsof je naar oud celluloid kijkt.

De ideeën zijn goed, het onderwerp van verlatenheid en de krassen van het verleden zijn fascinerend genoeg. Toch ontbreekt er iets. Zo sterk als zijn installatie The Parliament of Ghosts is, waar hij met stoelen uit treinwagons en gevulde archiefkasten ook de sporen van het verleden thematiseerde, en hoe indrukwekkend en ook op de een of andere manier levend zijn werken met juten zakken zijn, zo koud is uiteindelijk deze Garden of Scars.

Het fossiliseren van het koloniale verleden is een effectief gebaar, maar in de uitwerking heeft het een keerzijde. Neem de olielampen in cement: de eerste twee, drie vallen op, maar de volgende voegen niet meer zo veel toe. De herhaling geeft je nu al snel het gevoel dat je het gezien hebt – en dat is niet het effect dat je wilt krijgen bij een kunstwerk met een historische boodschap.


Lees ook: ‘Kunstenaars moeten vanuit een ethischer invalshoek gaan werken’


Beeldende kunst Bekijk een overzicht van onze recensies over beeldende kunst

Lees verder…….