Gerard Reve had ondanks eerdere afspraken ‘toegegeven aan de herenliefde’

Versmade kunst Deze zomer verschijnt in het Cultureel Supplement de serie Versmade kunst. Aflevering 1: Boekenweekgeschenk ‘De vierde man’ (1981) van Gerard Reve, afgewezen om de controversiële homo-erotische scènes.


Volksschrijver Gerard Reve had het nog zo beloofd: in zijn Boekenweekgeschenk, door hemzelf eerbiedig het Geschenk genoemd, is geen sprake van herenliefde. Er komt geen herrie van zijn „degelijke en opbouwende volksvertelling”. Toch wees de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB) zijn manuscript van De vierde man af. Waarom?

In 1980 vraagt de CPNB Reve, die zojuist Moeder en zoon voltooide, het Boekenweekgeschenk voor 1981 te schrijven. De synopsis die hij instuurde was een geruststelling: geen expliciete homoseksuele passages. Voor de zekerheid polste Reve bij zijn uitgever Wim Hazeu wat „de 400.000 onvrijwillige ‘kopers’” qua liefde aankonden: „Het is gewoon een ouderwetse, burgerlijke geschiedenis, zoals men die tegenwoordig zelden meer leest, door de welvaart. Een man en een vrouw doen het gewoon met elkaar, zonder dat ze daarvoor eerst naar de groepstherapie of het publiekstheater hoeven.” Als extra krijgt de lezer „wat algemene beschouwingen erbij, van de auteur, waar de lezer iets van kan opsteken”, zoals Nop Maas in het derde deel van zijn biografie Kroniek van een schuldig leven (2012) Reve citeert.


Lees ook: Waarom Reve nog steeds grappig is – maar soms ook niet

Vossehol

De deadline is juli 1980. Het verhaal begint met de liefde tussen kapster Christine uit Vlissingen en schrijver Gerard uit „de grote stad A.” Maar het verhaal waaiert uit. De ontmoeting met „een lijzig sprekende jongen” die in de operette zingt, leidt tot de door de commissie gewraakte homoseksuele passages. Er was ondanks eerdere mondelinge afspraken „toegegeven aan de herenliefde” en „het aantal controversiële passages (is) te groot”. Ter vervanging koos de CPNB het verzetsverhaal De ronde van ’43 van Henri Knap, dat vernietigend werd ontvangen.

Still uit de film De vierde man uit 1983, geregisseerd door Paul Verhoeven

Hoe scabreus is De vierde man echt? De operettezanger gaat „op zijn buik liggen”, „hij kwam wellustig met zijn holletje heel even omhoog” en dan is er deze fantasie, waarin Herman de echtgenoot is van Christine en Laurens de opgepikte jongen: „Ja, Herman zoude Laurens wel, met diens broekje naar beneden gestroopt, voorover gebukt over zijn schoot trekken, dat wel, maar zoude hij hem niet gewoon met een brandende Laurenssigaret van zijn eigen familiezaak in zijn vossehol schroeien, terwijl ik zijn mooie billetje wijd open gesperd zoude houden?”

Afzichtelijk land

Er volgde een rel, waarbij de commissie in de pers „achterlijk” werd bevonden. Elsevier-redacteur Hazeu gaf het boek onverwijld uit en Reve reageerde in een brief: „Verandert er dan in dertig jaar niets in Nederland? (-) Ik vind het een afzichtelijk land (-) zonder stijl, zonder idee, zonder ideaal.”

Misschien kwam het door het aureool een versmaad, scandaleus boek te zijn dat de verfilming in 1983 een culthit werd. Regisseur Paul Verhoeven maakt van een vrijscène tussen Christine (Renée Soutendijk) en Gerard (Jeroen Krabbé) een horreur met schaar, ontmanning en bloed. Het emaille schild van hotelkamer 4 (niet voor niets!) verandert in een bloedend oog. Christus hangt naakt en bloedend aan het kruis. Aan het slot verwoest een ijzeren balk het oog én het gezicht van Christines vierde slachtoffer. Volgens Reve was het „een bom van een film”.

Het boek werd destijds verkeerd beoordeeld. Neem deze zin over Christine, de moordzuchtige femme fatale in Gerards angstvisioenen. „Ik kon het mij verbeelden, maar ik meende nu in de gespannenheid van haar fraaie meisjesleest iets van terughoudendheid of zelfs wantrouwen te gevoelen. (-) Vroeg of laat moest ze het in de gaten krijgen wie ik was…” Juist, dáár gaat De Vierde Man over: over de worsteling van de ik met zijn identiteit.

Lees verder…….