Futuristische rattenvanger van Hamelen gaat voor naar nieuwe toekomst, in Guerematchi’s ‘Funk’

Is zij de nieuwe mens, verlost van alle trauma’s en pijn van het verleden? Sidderend en trillend, met gefragmenteerde staccatobewegingen ontpopt de vrouw (de prachtige danseres Revé Terborg) met haar zilveren scifi-leotard, zilveren pruik en met zilveren sterrenstof besprenkeld gelaat zich tot de brenger van een bevrijdende boodschap: „We are the sun, we are the moon, we are the stars, we are the galaxies!” Op een opzwepend funknummer neemt ze de andere vier dansers mee in een lekkere ritmische dans vol hoop en optimisme, als slot van de voorstelling Funk – A Cosmic Horizon van Christian Guerematchi.

De Sloveen Guerematchi werkt al jaren in Nederland. Aanvankelijk vooral als danser maar gaandeweg heeft hij zich ontwikkeld tot choreograaf, een van de nieuwe namen in het veld. Momenteel is hij een van de artists in residence van ICKAmsterdam. In zijn werk neemt hij als vertrekpunt meestal thema’s uit de geschiedenis en cultuur van mensen van kleur, zoals de rellen in 1992 in Los Angeles (Hissy Fit, 2022). In Funk verbindt hij twee stromingen in de zwarte literatuur door de hopeloosheid van het afro-pessimisme van Frantz Fanon (Black Skin, White Masks) te contrasteren met de afro-futuristische en escapistische poëzie van Sun Ra.

Funk begint met vier dansers die in afwachting zijn. Van wat, is nog niet duidelijk, maar vol verwachting kijken ze naar de projectie van een grillige, amorfe vorm op de vijf witte stroken stof die als achterdoek dienen. Eenmaal overeind gekomen, bewegen ze op de soundtrack van Chelsea Laverne en het geluid van hun ademstoten en gesis in gefragmenteerde frasen, met schokjes en korte impulsen: hier schiet een schouder omhoog, daar flitsen de voeten ineens de andere kant op, daar ‘popt’ een borst vooruit of zwaait de tors ineens soepel boven de gebogen knieën. Ook duiken de snelle gebarenreeksen uit vogueing op. Langzaam kruipt steeds meer agressie, frustratie en geweld in de frasen op, met de krachtige armbewegingen van de martial arts: stoten, uithalen, klieven. In een rondedans dagen de vier elkaar uit met b-boying skills als backspins en ander vloerwerk. De heftigheid vloeit ook weer geleidelijk weg, om plaats te maken voor een beweging naar elkaar toe.

Steeds uitbundiger kleuren

Dit middendeel gaat wat te lang op één energie door, zodat de spanningsboog een beetje inzakt. Dat ligt zeker niet aan Aaron Veneyte, Ummi Yanuba, Keshaw en Bryan Nurhakim; vier krachtige en veelzijdige dansers. Na een abrupte stop treden de vier naar voren, flarden tekst mompelend. De verschijning van een saxofoonspeler luidt de slotfase in. Terwijl op de projectieschermen de kleuren en vormen steeds uitbundiger worden, gaat de zilvergepruikte Terborg als een soort futuristische rattenvanger van Hamelen de vier zoekenden voor, op weg naar een nieuwe toekomst. Met de blik omhoog gericht eindigen ze in een lichtbundel, klaar om de kosmos in ‘gebeamd’ te worden.

Net als het begindeel is dit slot mooi, zij het misschien een tikje sentimenteel en voor de hand liggend. De diepgang van de beschouwingen die Guerematchi als inspiratie noemt, krijgt Funk in elk geval niet. Met een iets ingedikt middenstuk zou het wel krachtiger kunnen zijn.