Frankrijk wil jihadisme in Mali aanpakken vanuit buurland Niger, maar ook daar heerst anti-Frans sentiment

Analyse

Sahel Frankrijk wil het jihadisme in de Sahel voortaan vooral bestrijden vanuit Niger. Maar ook daar neemt de argwaan jegens de oud-kolonisator toe. „Frankrijk moet snel successen boeken.”



Foto Thomas Coex / AFP

Maandag rond het middaguur reden zo’n vijftig Franse legervoertuigen de grens over van Mali naar Niger, richting de hoofdstad Niamey. De mannen en vrouwen van gevechtsgroep GTD Monclar verlieten het Malinese grondgebied, als allerlaatste Franse militairen van de duizenden anderen die in de maanden ervoor vertrokken. Er kwam geen grote aankondiging van het einde van de negen jaar lange Franse missie in het West-Afrikaanse land. Een ceremonieel afscheid evenmin. Enkel een kort persbericht van het Franse leger. Aan Malinese zijde bleef het helemaal stil.

Frankrijk strijdt sinds 2013 tegen jihadistisch terrorisme van aan Islamitische Staat en Al-Qaida gelieerde groeperingen. De Fransen hadden geen andere keus dan Mali te verlaten vanwege de bekoelde verhoudingen met de militaire leiders die in 2020 (en daarna nog eens in 2021) de macht grepen in de oud-kolonie en de anti-Franse sentimenten die tieren onder delen van de bevolking.

Maar helemaal vertrekken uit de regio vindt de Franse regering geen optie: ondanks de negen jaar lange aanwezigheid in het gebied, verspreidt het jihadistisch geweld zich alleen maar verder in Mali en in buurlanden Niger, Burkina Faso en Tsjaad. En in Europa vreest men, al dan niet terecht, dat dit zou kunnen overslaan naar Europees grondgebied.

Niger wordt beschouwd als een centrale bondgenoot voor Frankrijk en in het verlengde daarvan de andere Europese landen

Ibrahim Yahaya Ibrahim analist van de denktank International Crisis Group

Het geruisloze vertrek van de Franse troepen uit Mali opent daarom een nieuw hoofdstuk van de Franse aanwezigheid in de Sahel, met Niger als zwaartepunt. Volgens Franse media zullen zo’n duizend militairen, gevechtsvliegtuigen, drones en helikopters in Niamey gestationeerd worden. Nog eens drie- tot vierhonderd militairen zullen in de grensregio samenwerken met Nigerijnse troepen en zevenhonderd à duizend militairen worden gestationeerd in Tsjaad. Ter vergelijking: in Mali waren op het hoogtepunt ruim vijfduizend Franse militairen aanwezig.

De keuze voor de centraal gelegen oud-kolonie Niger was een logische, zegt de Nigerijnse analist Ibrahim Yahaya Ibrahim van de denktank International Crisis Group via een videoverbinding vanuit hoofdstad Niamey. „Niger doet het een stuk beter dan buurlanden als het gaat om het bewaren van de veiligheid op het eigen grondgebied”, zegt hij. Daarbij heeft de relatief stabiele Nigerijnse regering de afgelopen jaren een goede relatie met Frankrijk opgebouwd. „Zij wordt beschouwd als een centrale bondgenoot voor Frankrijk en in het verlengde daarvan de andere Europese landen.”

En Niger heeft er zelf ook belang bij, benadrukt Ibrahim. „De Nigerijnse regering vreest dat gewapende groeperingen in het gat zullen springen dat de Fransen in het noorden van Mali achterlaten waardoor de dreiging aan de grens met Niger nog groter wordt.” Niger zou de Fransen nodig hebben om die grens te beveiligen.


Lees ook: Frankrijk is de zondebok voor Mali

Epicentrum van geweld in Mali

Hoe de missie ‘Barkhane 2.0’ er precies uit zal zien, is nog onduidelijk – grote verklaringen en toekomstvisies ontbreken vooralsnog. Bekend is wel dat de Fransen op lange termijn de verantwoordelijkheid voor de veiligheid aan lokale regeringen willen overdragen. Naar verwachting zal het Franse leger de komende jaren daarom meer op afstand werken, door de lokale legers bij te staan met trainingen, drones en andere techniek.

Hoewel de Fransen niet meer in Mali aanwezig zullen zijn, zal het waarschijnlijk proberen de lijnen met de Malinese autoriteiten zoveel mogelijk open te houden, zegt Jean-Loup Samaan van het Franse Instituut voor Internationale Betrekkingen IFRI telefonisch. „Want het is onmogelijk om een oplossing voor deze crisis te bedenken waarbij Mali geen rol speelt.” Hiermee raakt de onderzoeker aan een van de grootste uitdagingen voor de komende jaren: het epicentrum van het jihadistische geweld ligt in Mali en het is de vraag of dat effectief te bestrijden is vanuit buurland Niger.

De Franse koerswijziging kan voor Mali zelf somber uitpakken; het risico bestaat dat zich dezelfde situatie voordoet als in Afghanistan en de macht in hoofdstad Bamako in de handen van strijdgroepen valt. Hoewel deze minder goed georganiseerd zijn dan de Taliban in Afghanistan, hebben ze nu al grote delen van het Malinese platteland onder controle. Nu is al de vraag of en hoe lang de Malinese machthebbers de grote steden in handen kunnen houden zonder Franse steun.

Anti-Frans sentiment

De afstand tot het zwaartepunt van het geweld is niet de enige uitdaging voor de Franse troepen. Het anti-Franse sentiment dat in Mali zo sterk is geworden, heerst ook in Niger. Een deel van de Nigerijnen ziet de herplaatsing van de Franse troepen in Niger als „een illegale bezetting” van oud-kolonisator Frankrijk, legt activist Maikoul Zodi van de pro-democratische beweging Tournons La Page aan de telefoon uit. Volgens Zodi is er „nul transparantie” over de afspraken die met Frankrijk zijn gemaakt en zal de Franse inmenging het Nigerijnse leger „demoraliseren”. „Wij zijn tegen het neo-kolonialisme dat zich nu in Niger installeert.” Dat het anti-Franse sentiment gevolgen kan hebben, bleek in november al. Toen hielden honderden demonstranten een konvooi van Barkhane dagenlang staande, waarbij uiteindelijk drie burgerdoden vielen.


Analist Ibrahim stelt dat dit sentiment nog niet op hetzelfde niveau is als in Mali, maar wel groeit. „Als Frankrijk zijn aanwezigheid acceptabel wil maken, moet het zo snel mogelijk successen boeken – bijvoorbeeld door het geweld snel en effectief terug te dringen. En het moet de Nigerijnse regering zelf laten beslissen over haar beleid. De Fransen moeten niet de indruk wekken dat de Nigerijnse regering onder Franse voogdij staat, zoals dat in Mali werd ervaren.” De vraag is of Frankrijk deze stap terug wil zetten. Zo ging president Emmanuel Macron in Mali eerder voor plannen van de regering liggen om een dialoog met de jihadistische groeperingen te openen – iets waar ook Nigers president voorzichtig pogingen toe doet.


Lees ook: ‘De vraag is niet of Frankrijk in de Sahel wíl blijven, maar of dat kan’

Vrees voor geweld in Europa

Met al deze hindernissen kan de vernieuwde Barkhane bij voorbaat een verloren strijd lijken. Maar Frankrijk kan in zijn optiek niet níets doen: door de koloniale geschiedenis heeft het land een emotionele band met de regio die het volgens analisten niet wil doorknippen. Bovendien is Niger rijk aan uranium, wat volgens sommigen ook een reden is voor de Fransen om te willen blijven. En Frankrijk heeft de afgelopen jaren al ingeboet aan invloed in andere oud-koloniën zoals Gabon en Togo, die zich aansloten bij het Britse Gemenebest.

In de Europese Unie wordt de Sahel intussen steeds meer beschouwd als een ‘gevarenzone’ voor Europa zelf: politici in Brussel vrezen dat de jihadisten uit de regio in Europa aanslagen komen plegen, ook al is er nog nooit sprake geweest van een dergelijke in de Sahel voorbereide aanslag.

In Frankrijk zelf is opvallend weinig aandacht voor de veranderende missie in de Sahel. „Er heerst desinteresse in het conflict en er is een gebrek aan kennis”, zegt Samaan. „De missie in Mali begon al in 2013 en inmiddels zijn veel Fransen de oorspronkelijke redenen vergeten.” Oppositiepartijen – die voor het eerst in jaren macht hebben omdat Macron zijn absolute meerderheid in het parlement is verloren – kunnen inspelen op het gebrek aan steun voor de missie en de besluitvorming bemoeilijken. „Ze kunnen bijvoorbeeld de budgetten in twijfel trekken. Dat zou de bewegingsruimte van de missie kunnen verzwakken.”

De Franse regering zal dus op haar tellen moeten passen wil zij een herhaling van het debacle in Mali voorkomen. Op een warm welkom hoeven de Fransen in ieder geval niet te rekenen: een nieuw gevormde coalitie van burgerbewegingen kondigde – tot onvrede van de regering – al aan deze woensdag de straat op te gaan in Niamey om „per direct het vertrek van de Franse militaire aanwezigheid” te eisen.

Met medewerking van correspondent Eva Oude Elferink in Dakar

Correctie: in een eerdere versie van dit artikel werd Rwanda genoemd als een voormalige Franse kolonie. Dit is incorrect, Rwanda was gekoloniseerd door Duitsland en vervolgens België.

Tijdlijn missies in Mali

2012
Na een staatsgreep in Mali veroveren Toeareg-rebellen, met steun van aan Al-Qaida gelieerde jihadisten, grote delen van het noorden van het land.
2013
Franse militairen heroveren noordelijke steden. Daarnaast starten de VN vredesmissie MINUSMA. Ibrahim Boubacar Keïta (IBK) wordt Mali’s nieuwe president.
2014
Nederland draagt, tot 2019, zo’n 400 militairen bij aan vredesmissie MINUSMA. Een recent verzoek voor hernieuwde deelname (met gevechtshelikopters) is afgewezen.
2015
Vredesakkoord tussen Malinese regering en Toeareg-rebellen, wordt nooit volledig nageleefd.
2017
Met Franse steun gaan Tsjaad, Mauritanië, Burkina Faso, Niger en Mali (G5) samenwerken bij de bestrijding van terrorisme.
2020
Straatprotesten leiden tot een staatsgreep en de val van president IBK. Bij een tweede staatsgreep in mei 2021 grijpt kolonel Assimi Goïta de macht.
Juni 2021
Macron kondigt een halvering van Franse troepenmacht in de Sahel aan. Geruchten over komst Russische huurlingen Wagner Groep naar Mali.
Dec 2021
Franse troepen dragen militaire basis in Timboektoe over aan Malinese leger. Eerste Russische ‘instructeurs’ arriveren in Mali.
Feb 2022
Massale anti-Franse demonstratie in Bamako. Macron kondigt volledige terugtrekking uit Mali aan.
April 2022
Mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch beschuldigt Malinese leger en Russische huurlingen van ‘massaslachting’ in het stadje Moura.
Juni 2022
Verlenging VN-missie MINUSMA onder protest Malinese regering.
15 aug 2022
Militaire basis in Gao wordt overgedragen. Laatste Franse troepen vertrekken naar Niger.

Lees verder…….