Erfgenamen eisen teruggave van ‘De olijvenpluk’ van Van Gogh

Roofkunst Erfgenamen van een Joodse vrouw wier kunstverzameling door de nazi’s in beslag werd genomen, hebben het Metropolitan Museum of Art in New York aangeklaagd. Ze eisen teruggave van Van Goghs ‘La cueillette des olives’.

Het schilderij ‘La cueillette des olives’ (De olijvenpluk) uit 1889 van Vincent van Gogh.
Het schilderij ‘La cueillette des olives’ (De olijvenpluk) uit 1889 van Vincent van Gogh.

Foto Tasos427/ CC BY-SA 4.0

De erfgenamen van een Joodse vrouw wier kunstverzameling door de nazi’s in beslag werd genomen toen ze in 1936 uit Duitsland vluchtte, hebben het Metropolitan Museum of Art in New York en de in Athene gevestigde Basil & Elise Goulandris Foundation aangeklaagd. Ze eisen teruggave van La cueillette des olives (De olijvenpluk), een schilderij uit 1889 van Vincent van Gogh, dan wel financiële compensatie.

Na haar vlucht uit nazi-Duitsland vestigde Stern zich in Berkeley, een stad in Californië. Negen erfgenamen van haar dienden vorige week bij de Amerikaanse districtsrechtbank voor Noord-Californië in Oakland een aanklacht in. Daarin wordt beweerd dat het Metropolitan Museum het schilderij in 1956 verwierf en het vervolgens in 1972 „in het geheim” verkocht aan de Basil & Elise Goulandris Foundation om restitutieclaims te voorkomen.

Basil Goulandris was een Griekse scheepsmagnaat die in 1994 overleed. Zijn fenomenale kunstverzameling (geschatte waarde 3 miljard euro) is te zien in het in 2019 geopende Goulandris Museum in Athene. Het betwiste schilderij, dat eerder dit jaar uitgeleend werd aan het Van Gogh Museum in Amsterdam, hangt nu weer in Athene. Op de website van de stichting staat bij De olijvenpluk een herkomstgeschiedenis. Die is onvolledig: wie tussen 1924 en 1948 eigenaar was, blijft onvermeld. Nadat het Metropolitan Museum het doek afstootte, kocht Goulandris het volgens de site van de stichting bij Marlborough Fine Art, een kunsthandel in New York. The New York Times noemde de verkoop destijds „een ongebruikelijke actie” en stelde dat de vraagprijs voor de Van Gogh toentertijd zo’n 1,5 miljoen dollar bedroeg.


Lees ook: Nazaten van Duits-Joodse bankier eisen teruggave stilleven van Van Gogh

Herkomstproblemen

In de aanklacht wordt gewezen naar Theodore Rousseau, de oude hoofdconservator van de Met. Voor hij bij het museum ging werken, was Rousseau lid van de Monuments Men and Women, de groep van Amerikaanse en Britse curatoren en kunsthistorici die tijdens en na de Tweede Wereldoorlog op zoek waren naar door de nazi’s geroofde kunst. Volgens de aanklacht zou hij hebben geweten van de problematische herkomst van de Van Gogh.

Een woordvoerder van het museum ontkende in The Art Newspaper dat het museum ooit heeft geweten dat het schilderij aan de familie Stern toebehoorde. Het museum stootte het doek in 1972 af omdat het „van mindere kwaliteit was”, aldus de zegsman. De Basil & Elise Goulandris Foundation wilde niet reageren omdat het van geen claim wist.

Eerder deze maand spanden nazaten van de Duits-joodse bankier Paul von Mendelssohn-Bartholdy ook een rechtszaak aan over een schilderij van Van Gogh. Zij claimden een stilleven met zonnebloemen in bezit van de Japanse verzekeringsmaatschappij Sompo Holdings.

Lees verder…….