Er is een stille vleesverschuiving gaande

Vleesfanaten en klimaatdrammers hebben zich ingegraven. Intussen zorgen geluidloze krachten dat vlees steeds iets minder vanzelf spreekt.



Illustratie Anne Van Den Boogaard

‘Dit is geen vleesreclame!’ En daaronder een hamburger met een zwart balkje over het vlees. Deze abri-actie in Haarlem was het antwoord van Nederland Vleesland op het besluit van de gemeente om vleesreclame in de openbare ruimte te verbieden. Nederland Vleesland, het nieuwe platform van de vleesindustrie, dat „een genuanceerder beeld” tegenover dat van „verklaarde tegenstanders” wil geven. Want: „vlees wordt in het verkeerde hokje geplaatst”.

En zo werd de vleeskloof weer een stukje dieper. De vleesfanaten tegenover de klimaatdrammers. En boven het ravijn galmden de verwijten over bevoogding en schending van de vrijheid van meningsuiting enerzijds en dierenleed en CO2-uitstoot aan de andere kant.

Wie op zoek is naar polarisatie, komt makkelijk aan zijn trekken. In de politiek, waar alleen al het onderzoeken van een vleesheffing het verwijt van „belastingterreur” (Wilders) oplevert. Bij de praatprogramma’s, waar presentatoren gehakt maken van de vleesverdedigers aan tafel, en op Twitter, waar het mes al bij voorbaat op tafel ligt. Dit allemaal langs de bekende scheidslijnen: links-rechts, hoog- versus laagopgeleid, rijk en arm, stad en platteland. Ook Remkes had het vorige week over de „groeiende kloof” tussen Randstad en landelijk gebied, en het „verschil in culturele waarden”. Weliswaar in de context van de stikstofcrisis, maar als het over de veehouderij gaat, zijn tegengestelde ideeën over zuivel en vlees nooit ver weg.

Salademaker Johma haalde stilletjes de eieren uit de dressings

Het is verleidelijk om Nederland te verdelen in tegenpolen en extremen. Maar dan de echte wereld. Strikte vegetariërs en veganisten, zo weten onderzoekers van Wageningen Economic Research, bevestigen veelal het stereotiepe beeld van hoogopgeleide vrouwen. Fanatieke vleeseters voldoen meestal aan het cliché van de lager opgeleide man. Maar daartussen zit het overgrote deel van de consumenten, zo’n 80 procent. Die brede massa laat zich niet zo makkelijk in stereotypen vatten. Niet in houding en niet in gedrag.

Vraag aan 8.500 mensen wat ze van de zogeheten „eiwittransitie” vinden en het grootste deel zegt dat Nederlanders best wat meer plantaardig en minder vlees kunnen eten, bleek uit een recente peiling door Kieskompas en de Vrije Universiteit. Stoppen met de intensieve veehouderij? Een verbod op kiloknallers? Zelfs onder VVD- en CDA-stemmers bleek de meerderheid van de ondervraagden voorstander. Weliswaar een kleinere meerderheid dan onder mensen die rijk, hoogopgeleid, links, progressief of vrouw zijn, maar toch genoeg om je af te vragen of de vleeskloof wel zo scherp door de samenleving heen loopt.

Dat gaat dan nog over denkbeelden. Als je kijkt naar hoeveel vlees mensen eten, is het beeld minstens zo diffuus. Dat Randstedelingen zwemmen in een havermelkplas terwijl buiten de grote steden de koelkasten uitpuilen van de sukadelappen, is flauwekul. In het westen eten mensen een paar gram minder vlees dan gemiddeld, in het oosten een paar gram meer, maar overal in Nederland zit de vleesconsumptie rond de honderd gram per dag. Hetzelfde minimale verschil is te zien tussen mensen in stedelijke en niet-stedelijke gebieden. Natuurlijk, individuele verschillen zijn altijd groter, en je ziet in Amsterdam meer avocadorestaurants dan in Almelo. Maar het is te makkelijk om Nederland in tweeën te delen op basis van wat mensen eten.


Lees ook: De daling van de vleesconsumptie haperde vorig jaar, zagen Wageningse onderzoekers.

Flexitariërs

Veelzeggende paradox daarbij is dat hoewel Nederlanders amper minder vlees eten, steeds méér mensen zich ‘flexitariër’ noemen. Je kunt dat een betekenisloos woord vinden zolang mensen hun consumptie niet wezenlijk veranderen, maar het laat twee dingen zien: vlees eten is nog steeds volstrekt normaal en géén vlees eten wordt tegelijkertijd niet meer als een aberratie gezien. Al is het verschil maar één kroket per maand, al die flexitariërs slaan op z’n minst een bruggetje tussen vegetariërs en vleeseters.

Iets vergelijkbaars is te zien onder veganisten. De groep die helemaal geen dierlijke producten consumeert is al jaren stabiel, anderhalf procent van de bevolking. Maar af en toe vegan eten, dat doen steeds meer mensen. Ook zij dragen op die manier bij aan de normatieve verschuiving. En daarmee mogelijk ook aan het verkleinen van de kloof.

Als je polarisatie smal definieert – als een groeiende tegenstelling in het publieke debat, aangejaagd door politiek en media – dan is er weinig reden tot optimisme. Maar daar staan geluidloze krachten tegenover, die misschien wel toenadering bewerkstelligen.

Vleesgiganten als Tyson en Cargill investeren miljoenen in de ontwikkeling van kweekvlees. Middenin Nederland Vleesland verbouwen vleesproducenten hun fabriekslijnen om plantaardige worsten en vleeswaren te maken. Vleesrestaurant Loetje heeft Biefstuk Bali 0.0 op de kaart: ‘0% vlees, 100% Loetje’. Vleeseters en vegetariërs kunnen samen aan tafel.

Zuivelbedrijf FrieslandCampina verkoopt sinds deze week vegan Chocomel, al was het maar om de boot niet te missen nu plantaardige dranken zo goed verkocht worden. Salademaker Johma haalde eerst stilletjes de eieren uit de dressings en heeft nu van zijn best verkochte salades plantaardige varianten gemaakt, zonder ook maar iets aan de naam te veranderen: Kip Samba heet nog steeds Kip Samba, Tonijn blijft Tonijn. En dat voor een bedrijf ‘Oet Twente’, met sterke regionale waarden.

Nog maar acht jaar geleden procedeerde Unilever tegen een start-up die consumenten ‘misleidde’ door mayonaise zonder eieren te verkopen, en maakte de vleessector kabaal over gehacktballen en de kipstuckjes – zonder aan te voelen dat dit de beste reclame was die bedrijven als De Vegetarische Slager zich konden wensen. Nu is Unilever eigenaar van De Vegetarische Slager en trekt de multinational in de Europese Unie samen op met de vegan lobby om te strijden tegen een verbod op de woorden vegaburger en plantaardig alternatief voor melk.

Misschien verklaart dat ook wel het luide verzet van de vleeslobby, van de bedrijven die geen plantaardig alternatief hebben. Jarenlang konden ze ongelimiteerd groeien, nu hebben ze ineens iets te verliezen. Nog niet eens zozeer cultuurgoed, er komt echt geen rookworstverbod. Wat op het spel staat is marktaandeel en omzet.

Het Haarlemse gemeenteraadslid dat voorstelde om vlees uit de bio-industrie op te nemen in de motie voor een verbod op reclame voor vliegvakanties, fossiele brandstoffen en auto’s kreeg in eerste instantie veel boze mailtjes en appjes, zegt Ziggy Klazes (GroenLinks). Waar bemoeide ze zich mee, vieze grasvreter. Maar op straat, waar ze gewone burgers sprak, waren mensen helemaal niet boos, heel begripvol zelfs. „Je hoort ze nauwelijks, want ze verstoren de harmonie niet. De meeste mensen zijn geen roeptoeters maar blokfluiters.”

Lees verder…….