Eerst Utrecht, nu Den Haag: wéér is de aanleg van een warmtenet stopgezet

Hele woonwijken in één klap van het aardgas af en aangesloten op klimaatvriendelijke warmtenetwerken. Voor demissionair minister, Rob Jetten (D66) was dat een van de paradepaardjes van zijn klimaatbeleid. Maar in de praktijk lukt het de grote steden niet die warmtenetwerken commercieel van de grond te krijgen. De gemeente Den Haag blies vorige week de aanbesteding voorlopig af van een netwerk voor veertig- tot zestigduizend woningen in oude wijken. In Utrecht kwamen ze vorige maand al eerder tot die conclusie. Ook daar bleek een eigen warmtenet financieel niet rond te krijgen.

Bij de presentatie van zijn nieuwe Warmtewet, vorig jaar, noemde Jetten dat al „zijn taaiste dossier”: het aardgasvrij maken van dichtbevolkte woonwijken met behulp van warmtenetwerken. Op termijn moet een derde van alle huizen aangesloten zijn op zo’n warmtenet. De gemeente Den Haag wilde dat wel. Met eigen warmtebronnen zoals industriële restwarmte uit Rotterdam en de mogelijkheid om warmte onder eigen bodem op te pompen (geothermie en aquathermie) moest het mogelijk zijn om volksbuurten als Transvaal en Loosduinen klimaatneutraal te maken. De stad had er miljoenen voor over om landelijk voorbeeld te zijn.

Foto Walter Herfst

Maar de voorbereidingen om zo die veertig- tot zestigduizend woningen aan te sluiten zijn inmiddels stop gezet. Te duur, te risicovol en te veel onduidelijkheden in die Warmtewet van Jetten. De gemeente durft het voorlopig niet aan. En als het in Den Haag niet lukt, dan geldt dat ook voor de rest van Nederland, is de overtuiging van verantwoordelijk wethouder Arjen Kapteijns (Energietransitie, GroenLinks).

Koploper energietransitie

Het zou om zo’n 20 procent van het Haagse huizenbestand gaan. Die woningen zouden worden voorzien van een aansluiting op aardwarmte, warmte uit oppervlaktewater en warmte uit het industriegebied van het Rotterdamse Pernis – de aanleg van een pijpleidingennet van Rotterdam via Den Haag naar Leiden is al in volle gang. Om die warmte bij mensen thuis te krijgen is een lokaal warmtenetwerk tot achter de voordeur nodig. En dat is voorlopig te duur. Volgens Kapteijns blijkt uit zijn marktverkenning dat de onrendabele kosten zo’n 10.000 euro per woning bedragen, bij elkaar een half miljard euro.

Den Haag zou koploper zijn in een energietransitie voor oude volksbuurten: „Wijken waar de energiekosten onvoorspelbaar zijn, maar zonnepanelen of warmtepompen geen vanzelfsprekendheid zijn.” Alleen de bewoners zelf willen niet, of zijn op zijn minst kopschuw. „Terwijl een deelname van 70 procent minimaal is”, volgens Kapteijns. „En om grote marktpartijen als Eneco of Vattenfall mee te krijgen zelfs 90 procent. Anders nemen marktpartijen het risico niet.”

Energiecentrale De Verademing in Den Haag.
Foto Walter Herfst

In andere grote steden komen dergelijke warmteprojecten daarom ook niet van de grond. In Utrecht slaagt de gemeente er niet in om in wijken als Lunetten of Overvecht bewoners achter de plannen te krijgen. „Het beeld voor een sluitende businesscase is verder verslechterd”, liet het Utrechtse college van B en W vorige maand aan de gemeenteraad weten. Om de stad in 2050 klimaatneutraal te krijgen, moeten er dagelijks gemiddeld achttien woningen van het aardgas af, zo is in Utrecht berekend. Maar zonder betaalbare warmtenetten weet niemand hoe dat moet.

Slechts 20 procent deelname

In een kleinere gemeente als het Zuid-Hollandse Pijnacker-Nootdorp zijn recent kleinschaliger warmtenetprojecten afgeblazen omdat bewoners die niet willen. Het vereiste percentage van 50 procent deelname werd daar niet gehaald, het bleef steken op 20 procent. Te hoge kosten, was de belangrijkste reden. Maar ook gebrek aan urgentie voor zo’n ingrijpende stap. Want voorlopig is dat aardgas er toch nog?

Ook in Den Haag bleken bewoners terughoudend. Te veel onzekerheid over de kosten, niemand wil een onzeker avontuur zonder duidelijkheid over de financiële en praktische consequenties. Terwijl het volgens Kapteijns om minimale aanpassingen gaat in de woningen zelf. „Ik zie als wethouder echt wel dat het nog niet mogelijk is om mensen te dwingen om van het gas af te gaan. Maar we moeten mensen overtuigen op basis van een goed verhaal. Want niemand investeert in die warmtebronnen, als er onvoldoende huishoudens zijn om die warmte aan te verkopen.”

Bewoners voelen geen urgentie. Want voorlopig is dat aardgas er toch nog?

Het helpt gemeenten ook niet dat minister Jetten met zijn Warmtewet grote marktpartijen als Eneco en Vattenfall op een zijspoor heeft gezet. Zij zijn nu nog eigenaar van de meeste warmtenetten in Nederland, maar mogen straks geen meerderheidsaandeelhouder meer zijn. Dat is dan voorbehouden aan gemeenten, zodat mensen die overstappen te maken krijgen met een betrouwbare publieke partij. Het moet volgens Jettens een publieke marktordening worden, zoals de watervoorziening. „Een kwestie van lange adem, maar het zorgt op termijn wel voor meer draagvlak bij bewoners.”

Ongunstige scenario’s

Alleen heeft Den Haag daar nu niets aan. „Er was wel interesse bij marktpartijen”, zegt wethouder Kapteijns. „Maar met die Warmtewet van Jetten zijn er ook nog andere onzekerheden. Marktpartijen weten nu niet hoe ze hun tarieven mogen berekenen. Dat moet nog worden uitgewerkt door het ministerie. Ze weten ook nog niet hoeveel restwaarde overblijft van die netwerken als die straks publiek eigendom worden. Dat zijn onzekerheden waardoor marktpartijen in hun berekeningen uitgaan van de meest ongunstige scenario’s.”

En dan is er volgens Kapteijns in die wet nog onduidelijkheid met hoeveel geld het Rijk over de brug komt. Worden particulieren straks verplicht om van het gas af te gaan? Hoeveel gaan woningbouwcorporaties en particuliere vastgoedinvesteerders bijdragen? Nu is er landelijk 150 miljoen euro aan subsidie beschikbaar. Dat loopt tot 2030 op tot jaarlijks 200 miljoen euro. Toereikend, volgens het ministerie. Maar niet volgens gemeente Den Haag. „Jetten noemt deze warmtenetwerken de meest betaalbare energievoorziening van de toekomst. Maar zonder stevig landelijk financieel fundament. Alleen al voor de Randstad gaat het om miljarden. Er kan niet van ons verwacht worden dat wij alle financiële risico’s dragen.”

Energiecentrale De Verademing in Den Haag.
Foto Walter Herfst

Leeslijst