Dit anti-oorlogsballet was eerst populair bij de nazi’s

Scènes uit het ballet De Groene tafel in respectievelijk 1978 en 1984. Foto’s Jorge Fatauros

Interview

anti-oorlogsballet Het anti-oorlogsballet De Groene Tafel van Kurt Jooss uit 1932 verwierf iconische status. Nu de thematiek weer relevant is, brengt Het Nationale Ballet het ballet in een nieuwe productie.

Bedrieglijk koddig zijn ze, de bejaarde heren politici die, druk gebarend, confereren aan een grote, groene tafel. Op ritmische pianotango’s wordt beleefd gediscussieerd en gezamenlijk nagedacht, waarbij de luchtigheid van de muziek steeds sterker contrasteert met de oplopende verbale schermutselingen: vingers priemen, vuisten worden geschud. Totdat een van de staatsmannen met een pistoolschot een einde maakt aan de onderhandelingen – het wordt oorlog.

Zo begint al negentig jaar De Groene Tafel, een dodendans in acht scènes. Het ballet is het meesterlijke commentaar van Kurt Jooss (1901-1979) op de zinloosheid van de vredesonderhandelingen in de jaren dertig, op oorlog en vooral op het falen van wereldleiders om weerloze burgers te beschermen tegen grootschalige slachtpartijen en vernietiging. Gecreëerd in 1932 was het zowel een klaagzang op de Eerste Wereldoorlog als een waarschuwing voor het opkomend fascisme dat als een onweerswolk boven de Weimarrepubliek hing.

In de vorige eeuw zijn vele anti-oorlogsballetten gemaakt door grote choreografen. Martha Graham bijvoorbeeld, reageerde met Chronicle (1936) en Deep Song (1937) op het opkomend fascisme en de Spaanse Burgeroorlog. José Limón memoreerde in Missa Brevis (1958) het in de Tweede Wereldoorlog gebombardeerde Boedapest. Echoing of Trumpets (1963) van Antony Tudor was gebaseerd op de slachting in Lidice. Gloria (1980) van Kenneth MacMillan is een klaagzang voor omgekomen en psychisch beschadigde soldaten. Zo zijn er meer sterke en indringende werken, maar slechts enkele worden regelmatig uitgevoerd. Geen enkele is door de jaren heen wereldwijd zo vaak en door zo veel groepen uitgevoerd als De Groene Tafel.

Ausdruckstanz

Wat is het geheim van De Groene Tafel? Waarschijnlijk de optimale leesbaarheid van het ballet. Bij de première in Parijs was het een instant succes op een choreografisch concours en tijdens de internationale tournees die Les Ballets Jooss in de jaren direct daarna maakten (de groep bezocht ook Nederland al in 1933 met het nieuwe werk), vormde het het hoogtepunt van de avond.

De Groene Tafel is sowieso Jooss’ beste choreografie en een goed voorbeeld van zijn interpretatie van de Ausdruckstanz, waarbij hij ballet, pantomime en destijds moderne, expressionistische technieken combineerde tot een nieuwe vorm: het Tanztheater of danstheater.

Dit ballet was een klaagzang op WO I en waarschuwing voor het opkomend fascisme

Opmerkelijk genoeg werd Jooss na zijn Parijse succes aanvankelijk enthousiast onthaald door de nationaal-socialisten, die op het punt stonden de macht in Duitsland over te nemen. Zij zagen er vooral kritiek in op de door hen verfoeide Volkerenbond. Hun waardering sloeg echter om toen Jooss weigerde om de naam van de Joodse componist Fritz Cohen te schrappen of dansers met een Joodse achtergrond te ontslaan. In september 1933 ontkwam Jooss ternauwernood aan deportatie naar een concentratiekamp – daags tevoren was hij via Nederland naar Engeland gevlucht.

In 1949 keerde hij naar zijn geboorteland terug. Daar zou hij als leider van de Folk-wangschule in Essen vele choreografen opleiden, met onder anderen Pina Bausch, Reinhild Hoffmann, Susanne Linke en Krisztina de Châtel als artistieke Nachwuchs.

Sluwigheid

Jooss’ uitgangspunt was dat elke beweging geladen moest zijn met betekenis, helder en zonder overbodige details. Zelf sprak hij van ‘essentialisme’. De choreograaf heeft zijn meesterwerk eindeloos verfijnd en was daarin zeer precies, aldus Reuven Voremberg (87). Hij danste bij de Nederlandse première door Het Nationale Ballet in 1965 de rol van de Dood, de rol die Jooss in 1932 voor zichzelf had gecreëerd.

Jooss was zuinig op De Groene Tafel. Andere groepen mochten het ballet niet uitvoeren. Het Nationale Ballet verwierf het stuk dankzij een sluwigheid van de beruchte Sonia Gaskell, destijds artistiek directeur van de groep. „Toen Hermann Markard, de schoonzoon van Jooss, een baan ambieerde bij Het Nationale Ballet, rook Gaskell haar kans. De baan zou van hem zijn, maar dan wel mét De Groene Tafel graag.” Aldus geschiedde en zo werd Het Nationale Ballet een van de eerste gezelschappen buiten dat van Jooss die het werk mochten uitvoeren.

Voor de instudering in Nederland kwam niet alleen Jooss over. De hele Duitse cast kwam mee (inclusief een piepjonge Pina Bausch) om zijn of haar rol individueel over te brengen aan een Amsterdamse collega, herinnert Voremberg zich. Zijn rol was „technisch niet moeilijk, maar wel zwaar”, zegt hij. „Daarom ik was verbaasd dat hij mij koos; ik was geen krachtpatser. Maar hij wilde geen agressieve Dood, eerder een verlosser.”

Tegenwoordig, zegt hij, wordt het stuk veel strakker gedanst. „Dat is maar goed ook, want de oorspronkelijke stijl, een soort slappe ballettechniek, zou echt niet meer kunnen. Maar daardoor gaat wel de zachtere kant van de Dood soms verloren.”

De Dood is in het middendeel voortdurend op de achtergrond aanwezig, stampend met zijn voeten en krachtig maaiend met de armen, repetitief, hoekig, doelgericht: een ontzagwekkende verbeelding van de niets- en niemand ontziende oorlogsmachine. Eén voor één haalt hij ze op: de beklagenswaardige jonge rekruut, de partizane die sterft voor het vuurpeloton, de jonge vrouw die in het bordeel wordt verkracht, het oude moedertje. Zeker voor die laatste komt de Dood als een tedere trooster.


Lees ook de column van Joyce Roodnat over ‘De groene tafel’: Het is tijd voor een heftige dance macabre

Als ook de heroïsche vaandeldrager is gesneuveld, neemt de Dood allen in een lange reidans met zich mee – een tafereel dat Jooss ontleende aan een Middeleeuws fresco van een dodendans in de Marienkirche in Lübeck. De enige die de dans ontspringt, is de Profiteur, een amorele sjacheraar die handenwrijvend onder alle omstandigheden zijn voordeel weet te behalen.

Het laatste deel toont de politici, opnieuw rond de groene tafel verzameld, overleggend, onderhandelend, tot de volgende crisis zich aandient.

Hun handschoentjes zijn nog steeds smetteloos wit; een wreed contrast met de bloedige ellende die ze veroorzaakten.

Het Nationale Ballet met openingsprogramma Shadows, 13 t/m 28/9, Amsterdam. Info: operaballet.nl

Lees verder…….