De uitstoot van boeren is sinds 1995 gedaald, maar de afgelopen jaren niet meer

Landbouw De uitstoot van onder meer broeikasgassen en stikstof door de landbouw is sinds 1995 gedaald. Melkveehouderijen stootten in 2020 het meeste uit.
Een nieuw type stal moet de stikstofuitstoot verlagen.
Een nieuw type stal moet de stikstofuitstoot verlagen. Foto Piroschka van de Wouw/ANP

De landbouwsector is tussen 1995 en 2021 meer gaan produceren en juist minder gaan uitstoten, concludeert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in een donderdag gepubliceerd onderzoek. De laatste jaren is zowel de uitstoot van broeikasgassen als de productie min of meer stabiel gebleven.

Twee jaar geleden produceerde de landbouw 20 procent meer dan in 1995, schrijft het CBS. De uitstoot van broeikasgassen is juist 17 procent lager, en de hoeveelheid stikstof die in de bodem of lucht terechtkwam daalde met meer dan de helft. De landbouw stoot ook flink minder fosfor en fijnstof uit.

Een groot deel van de broeikasgassen die de landbouw uitstoot, is methaan uit de darmen van koeien en uit micro-organismen die mest afbreken. Methaan heeft, omgerekend naar CO₂, het grootste aandeel in klimaatverandering van de Nederlandse landbouw. Daarnaast zorgt ook het aardgasverbruik van kassen voor veel CO₂-uitstoot.

Weinig gebeurd

„De grootste daling van stikstofemissies komt door de nitraatrichtlijn die begin jaren 90 is ingevoerd om de waterkwaliteit te verbeteren”, zegt Jan Peter Lesschen, bodem- en klimaatonderzoeker, verbonden aan de universiteit van Wageningen. „Sindsdien is er heel veel gepraat, er zijn wat regels aangescherpt, hier en daar zijn de dierenaantallen wat afgenomen, maar eigenlijk is er niet zoveel gebeurd. De echte grote plannen moeten nog worden doorgevoerd.” Het kabinet wil de stikstofuitstoot in 2030 halveren ten opzichte van 2019, en gaat zich dit jaar richten op de drieduizend ‘piekbelasters’.

De landbouw is weliswaar efficiënter geworden, aldus Lesschen, maar in de stikstofuitstoot is dat niet terug te zien. „Dat komt doordat de landbouw tegelijkertijd meer is gaan produceren.”

Manieren om broeikasgassen terug te dringen zijn vergeleken met stikstofinnovatie nog jong, maar Lesschen ziet al verschillende kansrijke technologieën opkomen. „Het blijkt bijvoorbeeld effectief om middelen aan veevoer toe te voegen zodat er minder methaan ontstaat in de maag van de koe.”

Bovendien haken stikstof- en broeikasvermindering in elkaar. „Bij bemesten komt ook lachgas vrij, een broeikasgas. Minder bemesten zorgt dus ook voor minder broeikasemissies.”

Scheve verhoudingen

Ten opzichte van de hele Nederlandse economie is de landbouw minder belangrijk geworden. In 1995 vertegenwoordigde de sector nog 3 procent van het totale bbp, in 2020 was dat 1 procent. De uitstoot van broeikasgassen is intussen stabiel gebleven op 12 procent van het totaal. Boeren stootten dus al veel uit vergeleken met andere delen van de economie, maar de verhoudingen zijn in 25 jaar nog schever geworden.

Het CBS heeft bedrijven die met landbouw te maken hebben, maar er niet direct aan meedoen, niet meegerekend. Het hele ‘agrocomplex’ is bij elkaar ongeveer drie keer zo groot als alleen de landbouwbedrijven. Lesschen: „Als je naar de hele keten kijkt, is de economische waarde groter en de uitstoot gemiddeld lager.”

Lees ook Nieuwe ambtelijke berekeningen zijn dreun voor kabinet in stikstofcrisis

Lees verder…….