In het lithiumwalhalla van Argentinië brandt het vuur van verzet

Een mengsel van kruiden, cocabladeren en takken glijdt uit de hand van Patricia Cruz (38) in een pruttelende pot op een kampvuur. Terwijl rookslierten opstijgen gooit ze een gebalde vuist de lucht in en roept in het Quechua ‘Pachamama’ aan, Moeder Aarde. „Red onze grond, zegen ons leven. Wij blijven strijden!”, klinkt haar hese stem. Rondom het kamp wapperen blokvormige en kleurrijke wiphala vlaggen – een symbool van inheems verzet in de Andes. Cruz’ tante, Sabina Avalos, een tachtigjarige inheemse vrouw, klapt in haar handen en herhaalt de woorden. „Wij blijven strijden!”

Naast het kamp kronkelt een klein stroompje water langs kurkdroge oevers. Erachter rijzen immense glanzende rotsachtige bergen op – bekend als de heuvels met zeven kleuren. Lama’s knabbelen verderop tussen reuzencactussen aan het schaarse groen. Hier in de Argentijnse provincie Jujuy heeft de noodkreet van de inheemse vrouwen alles te maken met de toekomst van het gebied.

Volgens experts is deze streek het nieuwe walhalla van lithiumwinning van Zuid-Amerika. Er wordt al ter waarde van 7 miljard dollar (6,4 miljard euro) geïnvesteerd en in 2024 kan er rond de 120.000 ton lithium gewonnen worden, is de voorspelling. Maar nu al zien de inheemse bewoners van het gebied dat het ten koste gaat van hun leefgebied: er wordt water onttrokken aan de rivieren, die droogvallen. En ze zien dieren sterven door het afval dat de winning van lithium oplevert.

Argentinië, Chili en Bolivia vormen samen de zogeheten lithiumdriehoek. Onder de zoutvlakten op de hooggelegen Andesvlakten ligt meer dan de helft van de wereldwijde voorraad. Lithium, ook wel ‘wit goud’ genoemd vanwege zijn lichte kleur en hoge marktwaarde, is als grondstof voor batterijen cruciaal in de energietransitie.

Maar de strategieën om deze grondstof te winnen lopen uiteen. In Bolivia is de sector genationaliseerd en in Chili houdt de overheid een meerderheidsbelang, wat voor buitenlandse bedrijven minder aantrekkelijk is. Argentinië hanteert tot nu toe een meer marktgericht model. De ruim dertig mijnbouwprojecten, alle in verschillende stadia, zijn hier veelal in handen van particuliere investeerders, ook van buitenlandse bedrijven uit Canada, Rusland, China, de VS.

Aan de vooravond van de tweede, beslissende ronde van de presidentsverkiezingen zondag tussen de ultrarechtse rocksterachtige econoom Javier Milei en de linkse Sergio Massa – die momenteel de economieminister is – rijst de vraag wat de uitslag zal betekenen voor de lithiumwinning van Argentinië. De inheemse bewoners vrezen dat die bij een winst van Milei een nog grotere impact zal hebben in hun gebied. „We weten dat Milei niets geeft om inheemse mensen of om natuurbehoud. Hij is door en door kapitalist en zal waarschijnlijk alles ten gunste van de mijnbedrijven beslissen. Met Milei verliezen we nog meer”, zegt Patricia Cruz somber.

Ook economen en analisten verwachten dat Milei met zijn vrijemarkt- en pro-businessbeleid investeerders tegemoet zal komen met eenvoudiger regelgeving en minder bureaucratie. En hoewel Milei al herhaaldelijk heeft gezegd dat hij als president geen zaken meer wil doen met het „communistische China”, is het de vraag of hij die belofte kan inlossen. China is de grootste importeur van Argentijns lithium.

Economisch staat Argentinië er bovendien dramatisch voor, met een wegzakkende peso en een inflatie van 140 procent op jaarbasis. China wil de komende jaren meer in het land investeren. Eventuele schade aan het milieu zal Milei daarbij nauwelijks interesseren: de klimaatcrisis noemt hij ook een „socialistisch verzinsel”.

Lees ook De Argentijn wantrouwt de peso

<strong>De wildgroei aan koersen</strong> geeft een beeld van de enorme geldontwaarding van de peso, de ontstane chaos en het gebrek aan vertrouwen in de lokale munt.

Meer vertrouwen hebben de inheemse bewoners in Milei’s tegenstander Massa. „We weten dat de huidige regering onze rechten meer respecteert en ook grote kritiek heeft op het beleid van de gouverneur van Jujuy, die op eigen houtje de wetgeving heeft veranderd. Met alle gevolgen van dien”, zucht Cruz.

Ze doelt op de spanningen van de afgelopen maanden, nadat gouverneur Gerardo Morales in juni constitutionele hervormingen doorvoerde waardoor de deur verder open is gezet voor meer mijnbouwbedrijven en de inheemse bevolking hun land kan kwijtraken. Morales beriep zich op artikel 124 van de Argentijnse grondwet, dat natuurlijke hulpbronnen toekent aan de provincies waar ze in de bodem zitten.

Er braken grote protesten uit en wegen in het gebied werden geblokkeerd, waarbij hard werd opgetreden en demonstranten werden gearresteerd. De protesten werden verboden door Morales, waarop de inheemse bevolking met steun van (internationale) advocaten naar het Hooggerechtshof stapte om in te grijpen tegen de gouverneur. „Volgens onze grondwet uit 1994 hebben wij als inheemse bevolking het recht op onze voorouderlijke territoria”, zegt Sabina Avalos stellig. Haar voorouders woonden al eeuwen in het gebied, voordat Europese kolonisten het land innamen.

Mekkerende geiten

Na een lange tocht vanaf Purmamarca door het rotsachtige heuvellandschap met kuddes lama’s langs de weg en mekkerende geiten op het asfalt, komen de Salinas Grandes (grote zoutvlaktes) in zicht. Een groepje toeristen zet de zonnebrillen op tegen de felle weerspiegeling van de spierwitte zoutwoestijn. Langs de weg houdt een groepje inheemse vrouwen met wiphala-vlaggen en protestborden een stil protest. „Toerisme ja, lithium nee”, staat er op een van de borden geschreven. Op de muur van een stenen huisje aan de weg is een doodshoofd geschilderd met daaronder met koeienletters ‘litio’.

„Het wordt steeds droger hier, omdat de lithiumbedrijven enorme voorraden water uit onze rivieren halen”, zegt Celia Naves. Ze houdt haar breiwerk onder de arm en met razendsnelle bewegingen en tikkende naalden breit ze een sjaal van lamawol. Op de hoogvlakte (4.000 meter boven zeeniveau) is het nu zonnig, maar ’s nachts wordt het bitterkoud.

Een andere vrouw stopt haar hand in een zakje, haalt er wat cocabladeren uit en begint erop te kauwen. Coca is al duizenden jaren het medicijn tegen de duizelingen en stekende hoofdpijn die de ijle lucht hier kan veroorzaken. Op haar telefoon toont ze een filmpje van dode lama’s. „Dit is het gevolg van de lozingen van de lithiumafval. Dieren drinken dit, ze worden ziek en sterven”, stelt ze.

Dieper de provincie in, waar momenteel veel lithiummijnen openen, klinkt ook een ander geluid. Rond het dorp Olaroz, waar de inheemse Atacama-bevolking woont, is men juist blij met de komst van de lithiumbedrijven en de ontwikkeling die zij meebrengen. Tot een paar jaar geleden was het dorp een kleine nederzetting, nu wordt er volop gebouwd en verrijzen er steeds grotere stenen huizen langs een pas geopend kanaal.

Dorpsleider Mario Geronimo komt aanrijden in een witte fourwheeldrive en parkeert de auto voor het gemeenschapshuis. „Ik hoop dat dit over een jaar of tien een echte stad is. Met hotels, restaurants, een bruisend leven”, zegt hij opgetogen tijdens een ronde door het dorp. De ambitieuze dorpsleider werkte voorheen als arbeider in de mijnbouw en steekt zijn dromen niet onder stoelen of banken.

Er is een goede samenwerking met de lithiumbedrijven die in de gemeenschappen investeren. vertelt hij. Veel inwoners profiteren van de komst van de lithiumbedrijven en de economische ontwikkeling die die met zich meebrengt. Meestal als mijnwerkers, maar sommigen hebben ook toeleveringsbedrijfjes. „Ze helpen met het transport. In de catering of als schoonmaakster”, zegt Geronimo.

Bij de ingang van Olaroz ligt een technische middelbare school voor bijna zestig leerlingen. De school is mede gefinancierd door de provincie en lithiumbedrijven en levert binnenkort een eerste lichting studenten af. In een zaal wordt door een groep meisjes in schooluniform gezaagd, terwijl een klaslokaal verderop chemische testen worden gedaan door scholieren.

„Ik denk dat wij hier een geweldige toekomst hebben als jongeren”, zegt Lucas Cruz (15). „Als deze opleiding er niet was dan zou ik naar de hoofdstad San Salvador de Jujuy moeten voor een opleiding, dat is vier uur rijden. Nu kan ik thuis bij mijn familie blijven wonen en hoop ik na mijn opleiding hier bij een lithiummijn werk te vinden”, zegt hij.