De buurman wil niet elke keer als hij over straat loopt gefilmd worden

De zaak

De buren wonen boven elkaar in een kleine eenrichtingsstraat. De ene buur heeft een camera opgehangen boven zijn raam, gericht op twee openbare parkeerplaatsen aan de overkant van de straat. Want zijn auto is er bekrast en de auto van zijn vrouw is al eens gestolen. De andere buur spreekt met hem af dat de camera alleen ’s avonds laat en ’s nachts opneemt. Toch draait de camera ook op andere tijden. Dat is tegen het zere been van de laatste. Want als hij of zijn gezinsleden de auto op die parkeerplaats zetten en naar hun woning gaan, worden zij gefilmd, evenals wanneer ze om andere reden daar lopen. De camera moet dus weg, wegens ‘inbreuk op de persoonlijke levenssfeer’.

De uitspraak: toegewezen

Bij de rechtbank krijgt de klagende buurman gelijk, waarop de ander in hoger beroep gaat, maar dat helpt hem niet. Volgens het hof vormt in het algemeen de wens om je eigendommen op de openbare weg te beschermen geen rechtvaardiging voor een inbreuk op de privacy van anderen die zich op die openbare weg bevinden. Uitzonderingen zijn mogelijk: het belang van degene die de privacy schendt, kan soms zwaarder wegen dan het privacybelang van anderen. Maar in dit geval gaat het om een rustige zijstraat met nauwelijks verkeer. De auto was maar één keer bekrast. En de auto van de vrouw was elders gestolen. Ook als de camera alleen op de afgesproken uren zou opnemen, zou de bewegingsvrijheid van anderen hierdoor onrechtmatig worden beperkt. De rechtbank heeft dus „terecht verwijdering van deze camera bevolen”.

Het commentaar

Damian Bons (CKH Advocaten), die bij het hof de buurman bijstond die de camera ophing, ziet een tegenstrijdigheid in de uitspraak. „Enerzijds gaat het over de stille straat – terwijl het hof ook zegt dat het aantal auto’s van de bewoners in de straat toeneemt, zodat er minder parkeerplaatsen beschikbaar zijn, waardoor de wederpartij soms ook een van die twee parkeerplaatsen, waar de camera op staat gericht, moet gebruiken.” Bons vertelt dat zijn cliënt had geïnventariseerd hoeveel vergelijkbare camera’s er te zien waren in zijn straat en directe omgeving. Het hof reageerde dat het in deze procedure alleen over zíjn camera ging.

„Er is altijd de belangenafweging”, zegt Birthe Wiardi aan de telefoon. In haar laatste zaak als advocaat trad ze op voor de buurman die gelijk kreeg (ze werkt nu als bedrijfsjurist). „Wij zeiden dat de camera inbreuk maakte op de persoonlijke levenssfeer en dat vaste jurisprudentie duidelijk maakt dat het onrechtmatig is als je daarvoor geen rechtvaardigingsgrond kunt aanvoeren. De andere partij vergiste zich en dacht dat wij ons beriepen op de Algemene Verordening Gegevensbescherming [AVG], maar dat was niet zo en de rechter ging er daarom niet op in.”

De buurman die over de camera klaagde, had zich inderdaad ook op de AVG kunnen beroepen. Je moet namelijk een ‘gerechtvaardigd belang’ hebben als je persoonsgegevens wilt verwerken voor een ander dan een persoonlijk of huishoudelijk doel. Als je dat belang niet hebt, kan de ander een klacht indienen bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), nadat je hebt geprobeerd met de betrokkene te overleggen. In laatste instantie kun je ook „naar de rechter gaan”, zegt de AP op haar site. In deze zaak is de klagende partij dus direct naar de rechter gestapt.

Wiardi kan zich overigens voorstellen dat de rechter in bijzondere omstandigheden een andere afweging zou maken, bijvoorbeeld als er in een straat explosieven aan een deur zijn gehangen. Maar in de meer gebruikelijke situaties „zijn er veel beveiligingscamera’s die een deel van de openbare weg filmen. De meeste mensen klagen er niet over, zeker als ze goed overweg kunnen met hun buren. Maar hier waren geen afspraken te maken.”

„Je moet je onbespied kunnen wanen, in je huis maar ook in de openbare ruimte”, zegt Anna Berlee, hoogleraar gegevensbescherming en privacyrecht aan de Open Universiteit. Eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer is als grondrecht onder andere opgenomen in de Grondwet. „Ook in de openbare ruimte moet je vrij kunnen rondlopen. Als er dan een camera op je staat, word je daarin beperkt. Voor zo’n beperking van de bewegingsvrijheid moet je een rechtvaardigingsgrond hebben.”

Ze belt vanaf Utrecht CS. „Hier hangen ook overal camera’s, maar hier is er dan ook aanleiding voor.” Rechtszaken over cameragebruik komen vaak voort uit burenruzies, waar camera’s soms zelfs deels gericht staan op de slaapkamer van de buren, maar ook camera’s van de gemeente of de politie kunnen verzet oproepen. „Zo bleek een gemeentelijke 360-gradencamera na een schietincident onrechtmatig geplaatst, ondanks een ‘privacy mask’ [het wordt dan onherkenbaar in beeld gebracht], omdat die pal naast een keukenraam stond van iemand die het gevoel kreeg constant bekeken te worden.”

De beslissing van het hof past volgens Berlee in de lijn van de rechtspraak. En ook wanneer er in deze zaak wél met de AVG over de camera was geklaagd, had dit volgens haar tot een soortgelijke uitkomst geleid. „Alleen argumenteer je dan anders, omdat de AVG gaat over het ‘verwerken van persoonsgegevens’. Een gluurder die door je raam naar binnen tuurt, kun je dan weer niet aanpakken met de AVG, maar wel met een beroep op bescherming van je persoonlijke levenssfeer.”