Dan maar tijdens het werk je eigen kind opvangen: werknemers en -gevers worstelen met tekorten

Personeelstekorten Overal in het land lopen de wachtlijsten voor de kinderopvang op en is personeel schaars. Ouders die nu weer aan het werk moeten maar nog geen plek hebben gevonden, zitten met hun handen in het haar. Ook werkgevers zien een groeiend probleem.

Vijf maanden na zijn geboorte is er voor Suzanne van Duijns zoon Storm nog geen plek in de kinderopvang.
Vijf maanden na zijn geboorte is er voor Suzanne van Duijns zoon Storm nog geen plek in de kinderopvang.

Foto Dieuwertje bravenboer

Het is één van de eerste dingen die Suzanne van Duijn (34) uit Utrecht regelt als ze zwanger blijkt: zich inschrijven bij een kinderopvangorganisatie. „Van vrienden die net ouders waren geworden, hoorde ik dat je echt op tijd moest zijn”, vertelt ze aan de telefoon. Naam of geslacht weet ze nog niet. „Ik schreef ‘m in als ‘onzijdige baby’.”

Ze lacht als ze vertelt dat ze destijds kritisch keek bij welke organisatie ze haar toekomstige kind met een gerust hart achter durfde te laten. „Ik heb nog speciaal gebeld met allerlei vragen. Nu ben ik allang blij als hij überhaupt ergens terecht kan.”

Want ondanks dat ze zoon Storm later in haar zwangerschap voor de zekerheid bij nog drie andere organisaties inschreef, heeft ze nu, vijf maanden na zijn geboorte, nog altijd geen zicht op een plek. „Op zijn vroegst kan hij begin 2023 pas terecht.”

Om dat op te lossen werkt Van Duijn in plaats van 5 nog maar 2,5 dag per week als zelfstandig ondernemerscoach. Haar partner werkte 4 dagen per week bij een webshop. Nu maakt hij gebruik van zijn ouderschapsverlof, waarbij hij negen weken lang recht heeft op 70 procent van zijn salaris. „Hij is daardoor elke week een extra dag vrij. Samen met hulp van opa’s en oma’s regelen we het.”

De enorme personeelstekorten in de kinderopvang bezorgen ouders steeds vaker stress. Niet alleen een plek regelen is lastig. Ook als je eenmaal binnen bent, blijft de situatie onzeker. In de afgelopen periode zeiden verschillende opvangorganisaties lopende contracten met ouders op, wanneer personeel uitviel en ze geen nieuwe mensen konden vinden.

Uit een prognose van Kinderopvang Werkt, een samenwerking van brancheorganisaties en vakbonden, blijkt dat er de komende vijf jaar 32.000 extra werknemers nodig zijn in de kinderopvang: 9.000 door een toename van het aantal baby’s en nog eens 23.000 door het huidige kabinetsbeleid.

„Per 1 januari verdwijnt de regel dat het aantal uren opvang dat je vergoed krijgt vanuit de overheid gekoppeld is aan het aantal uren dat je werkt. Iemand die één uur per week werkt zou dan in theorie vijf dagen opvang kunnen krijgen. We verwachten daardoor een toename in de vraag”, zegt Emmeline Bijlsma, directeur van Brancheorganisatie Kinderopvang BK. Per 1 januari 2025 wordt de opvang bovendien vrijwel gratis. Vanaf dan krijgen werkende ouders 95 procent van de kinderopvangkosten vergoed, ongeacht wat zij verdienen. „Ook dat leidt naar verwachting tot meer aanvragen, terwijl de capaciteit er niet is. Dat betekent dat nog meer ouders nog langer op wachtlijsten komen te staan”, zegt Bijlsma.

Vier jaar wachten

Momenteel werkt 90 procent van de kinderdagverblijven (0-4 jaar) met een wachtlijst, blijkt uit onderzoek van Kinderopvang Werkt. In de buitenschoolse opvang heeft 77 procent van de organisaties een wachtlijst en ook in de peuteropvang (voor kinderen van 2-4 jaar) nam het aantal organisaties met een wachtlijst toe naar 56 procent.

Hoelang ouders gemiddeld moeten wachten is lastig te zeggen. Bijlsma: „Dat hangt af van waar je woont, op welke dagen je opvang wenst – de meeste mensen willen op maandag, dinsdag en/of donderdag – en of je een voorkeur hebt voor een specifieke organisatie of niet. Met name in en rond grote steden is het probleem enorm, al lopen wachttijden overal in het land op. We horen regelmatig dat ouders tegen het einde van hun verlof nog nergens terechtkunnen”, zegt Bijlsma. Ze wijst op een plek als Weesp, waar in nieuwbouwwijk Weespersluis veel jonge gezinnen zijn komen wonen, terwijl er nauwelijks kinderopvangplekken zijn. „Daar hebben ouders te maken met een wachtlijst van vier jaar.”

Alternatieven voor de reguliere kinderopvang zijn er nauwelijks. Ook in de gastouderopvang (kleinschalige opvang, meestal bij de gastouder thuis) is er te veel vraag en te weinig aanbod, zegt Gabriëlla Wijnberg van de brancheorganisatie voor gastouderopvang Stichting Nysa. „Als gevolg hiervan ontstaat er een grijs circuit van mensen en bedrijven die oppasdiensten aanbieden. Daar is geen sprake van toezicht op de kwaliteitseisen en de veiligheid van de kinderen en er geldt geen maximum voor het aantal kinderen dat opgevangen kan worden. Dat is vragen om problemen.”

Ouderschapsverlof opnemen

Ook een 39-jarige coördinator op een middelbare school, woonachtig in een nieuwbouwwijk in een klein randstedelijk dorp, kreeg te maken met lange wachttijden. Ze wil niet met haar naam in de krant, omdat ze hoopt nog kans te maken op een plek bij de enige kinderopvangorganisatie in het dorp (haar naam is bekend bij de redactie). Ze schreef haar dochter er in toen ze drie weken zwanger was. „Mijn ouders wisten het nog niet eens.”

Een week voor haar verlof bleek haar dochter niet op de kinderopvang te kunnen. „Gelukkig kon ze terecht in een plaats verderop, vlak bij mijn werk. Voor de zekerheid schreef ik haar toen vast in voor de buitenschoolse opvang, omdat ik niet weer dezelfde situatie wilde.” Maar toen ze een half jaar geleden informeerde of haar dochter na de zomervakantie bij die buitenschoolse opvang terecht kon, stond ze nog steeds niet bovenaan de wachtlijst.

Noodgedwongen neemt ze ouderschapsverlof op en werkt haar partner veel thuis. „In mijn functie moet je minstens vier dagen aanwezig zijn. Dat heb ik opgelost door twee hele en twee halve dagen te werken. Mijn vrouw werkt fulltime bij een grote bank en heeft gelukkig een begripvolle werkgever. Zij brengt en haalt onze dochter elke dag van school en haalt het werk waar ze ‘s middags niet aan toekomt vaak ’s avonds in. We redden het, maar het is verre van ideaal. Mijn ouderschapsverlof raakt ook een keer op. Als ze dan niet op de buitenschoolse opvang terechtkan, zie ik geen oplossingen meer. We hebben geen familie die kan bijspringen en gastouders in deze buurt zijn er ook niet.”


Lees ook: Wie aait dat kindje nog drie keer over z’n bolletje? Kinderopvang zit met nijpend personeelstekort

Volgens werkgeversorganisatie VNO-NCW realiseren werkgevers zich in toenemende mate dat zij last kunnen gaan ondervinden van de problemen in de kinderopvang, en ondernemen zij actie. Onlangs informeerde „een groot bedrijf” bij brancheorganisatie BK wat er nodig is voor het opzetten van een eigen kinderopvang, zegt directeur Bijlsma. Ook kinderopvangorganisatie Kindergarden, met 71 locaties in Nederland, wordt regelmatig gebeld door bedrijven die informeren naar mogelijkheden om stress rond de kinderopvang bij werknemers te verminderen. Hoewel er nog geen concrete afspraken zijn gemaakt, worden er wel gesprekken gevoerd, zegt directeur Nicole Krabbenborg: „Het zijn doorgaans grote bedrijven met 1000+ medewerkers. Zij willen weten: kunnen wij opvangplekken inkopen? Is het mogelijk om voorrang op de wachtlijst te regelen? Kunnen jullie iets doen aan kinderopvang in onvoorziene situaties, zoals een zieke oppas, een gedwongen quarantaine, de sluiting van een groep of die echt belangrijke, maar onverwachte zakelijke afspraak? Ik verwacht in de toekomst alleen maar meer van dit soort aanvragen.”

Suzanne van Duijn met zoon Storm.
Foto Dieuwertje Bravenboer

Oppas van de zaak

Ook bij oppasplatform Charly Cares kloppen bedrijven aan met vragen. Tijdens de lockdowns in coronatijd startten zij de bedrijfstak ‘Oppas van de zaak’, waar inmiddels zo’n tachtig bedrijven waaronder Deloitte, Boston Consulting Group en Van Doorne, bij zijn aangesloten. Bedrijven kopen jaarlijks gemiddeld 60 tot 100 oppasuren in, die medewerkers kunnen gebruiken om een oppas te boeken via het platform van Charly Cares. „Sommige werkgevers zetten die noodoplossing nu om tot iets voor de lange termijn, in de vorm van secundaire arbeidsvoorwaarden. Voor de zomervakantie noemden werkgevers vaak de werkdruk of werk-privébalans van ouders als redenen, maar sinds een paar weken wordt steeds vaker de nood in de kinderopvang genoemd. Niet als hoofdreden, wel als extra duwtje in de rug om nu iets te regelen voor als werknemers echt in de problemen komen”, zegt oprichter Charly van der Straten.

Vooralsnog zijn het vooral ouders zelf die moeten puzzelen om de kinderopvang rond te krijgen. Suzanne van Duijn uit Utrecht heeft het geluk dat ze als zelfstandig ondernemer haar eigen werk in kan delen. „Door efficiënter te werken, verdien ik nu hetzelfde in minder tijd. Als ik in loondienst had gewerkt en geen ouders had die konden bijspringen, hadden mijn vriend en ik niet geweten hoe we dit moesten oplossen.” Als er begin 2023 daadwerkelijk een plek vrijkomt in de kinderopvang, wil zij haar werkzaamheden weer uitbouwen. Tegen die tijd zal zoon Storm nog net geen jaar oud zijn.

Lees verder…….