Column | Vrouwen-Tour

Marijn de Vries

Welke Nederlander gaat als eerste de Tour de France winnen, vroeg iemand uit het publiek van de Avondetappe-theatervoorstelling afgelopen maandag in Hilversum. Annemiek van Vleuten natuurlijk, riep ik prompt terug. Een lachsalvo klonk, en luid applaus. Dit was een onverwacht antwoord. Want de toeschouwer bedoelde natuurlijk: welke Nederlandse man gaat als eerste de Tour winnen?

Al een paar jaar organiseert VARAgids een Avondetappe met Mart Smeets. Ik mag daar telkens aanschuiven, dit keer samen met Michael Boogerd, Rob Harmeling en Niki Terpstra. We hadden het over de Tour, van toen en nu. Michael, Rob en Niki verhaalden over hun eigen belevenissen. Ik kreeg vragen over de ontwikkeling van het vrouwenwielrennen. Nauwelijks over vrouwenkoersinhoudelijke zaken, en helemaal niet over mijn eigen ervaringen in de koers.

Zo gaat dat eigenlijk altijd, in elke talkshow, in elk interview. Over de mannenkoers mag ik inhoudelijk praten, over de vrouwenkoers vooral beschouwend. O ja, ik ben enorm blij met de razendsnelle expansie van mijn tak van sport. De groeiende aandacht, de grotere koersen, het klimmende niveau; het is om je vingers bij af te likken. Nu de misschien wel mooiste mannen-Tour ooit zijn einde nadert, groeit bij mij de opwinding, want het hoogtepunt komt nog! Historisch. Langverwacht. Lang naar gesmacht. De vrouwen-Tour de France!

En toch: er waren al eens Nederlandse vrouwen die de gele trui droegen. Leontien van Moorsel natuurlijk, zij won het eindklassement zelfs twee keer. Maar wie kent Mieke Havik? Zij was in 1984 de allereerste vrouw ooit die de gele trui om haar schouders kreeg, toen ze de eerste etappe van de eerste officiële Tour Féminin won.

Journalist Peter Ouwerkerk memoreert haar entree op een hotelterras waar hij met ploegleider Peter Post de mannen-Tour zat te analyseren. ‘Peter Post zag haar naderen, keek ons aan, schudde zijn hoofd en zei: Wat gaan we nou beleven? Een vrouw in de gele trui?!’

Peter Post hield er, net als bijvoorbeeld vijfvoudig Tourwinnaar Jacques Anquetil, de opvatting op na dat vrouwen niet thuishoren in het cyclisme. In datzelfde weekend, herinnert Ouwerkerk zich, zei Anquetil: ‘Wielrennen is niet geschikt voor vrouwen, ze zijn er niet voor geschapen. Ik zie ze liever in een witte jurk dan in een zwarte koersbroek. En bovendien: ik hou te veel van vrouwen om ze te zien lijden.’

Deze poging tot een Tour voor vrouwen ging snel teloor. Te weinig geld, te weinig sponsoren, te weinig aanzien. En moet je nu eens kijken. Het vrouwenwielrennen en de opvattingen erover hebben een reuzensprong gemaakt. De ASO, voorwaar geen organisatie die iets uit liefdadigheid opzet, is met de Tour de France Femmes slim op die snel voortdenderende trein gesprongen.

Intussen blijft het vrouwenpeloton zichzelf maar verklaren aan het sportjournaille. Waar we vandaan komen. Hoe snel de ontwikkeling gaat. Hoe belangrijk dat is. Ik snap het, en tegelijkertijd stoort het me meer en meer. Omdat het maar niet ophoudt. Als een vastgelopen langspeelplaat legt het vrouwenwielrennen zichzelf uit, al jarenlang.

Ik hoop dat de vrouwen-Tour ook in dat opzicht een breekpunt is. Natuurlijk leg ik het met liefde nog een keer uit. Als voorbeschouwing. Maar daarna mag het wel over de inhoud van de koers gaan. Over de rensters, de tactieken. En mag ‘Annemiek van Vleuten’ als antwoord op welke Nederlander als eerste de Tour wint, gewoon een logisch in plaats van snedig antwoord zijn.

Marijn de Vries is oud-profwielrenner en journalist.

Lees verder…….