Column | Tijd om Poetin niet zo bij ons in de kaart te laten kijken

‘De wereld lacht ons niet meer toe, en we lachen zelf ook niet meer. We worden almaar angstiger[…] Onze taak is te groot en daarom wapenen we ons maar met blinde onverschilligheid.” Niemand heeft de passiviteit van veel Europeanen oog in oog met barbarij beter beschreven dan de Oostenrijkse auteur Hermann Broch, in zijn roman Die Schuldlosen (1950). Dit boek, een mozaïek van korte verhalen, essays en poëziefragmenten die hij in de loop der jaren schreef, gaat over Duitsland in de jaren dertig, tijdens de opkomst van het nazisme. Veel Duitsers waren daar niet verantwoordelijk voor. Maar voor Broch was doorleven alsof er niets aan de hand was, en de andere kant opkijken, ook een vorm van participatie aan het kwaad. Broch, een Jood, ontvluchtte zijn land net voor de Anschluss in 1938 en ontsnapte via het Verenigd Koninkrijk naar de Verenigde Staten. Hij overleed in 1951. Zijn grote levensles: passiviteit van burgers ten aanzien van geweld is bijna meer verontrustend dan geweld zelf, omdat het daardoor kan zegevieren.

De Franse vertaling van dit boek, Les Irresponsables (1961), heeft een cultstatus in Frankrijk. Ook president Emmanuel Macron lijkt het gelezen te hebben. Deze week, op bezoek in Praag, zei hij: „In Europa is nu duidelijk het moment aangebroken waarop we geen lafaards mogen zijn.” Broch had het zo gezegd kunnen hebben.

Macrons terechte roep om moed valt plat in Europa

Macron herhaalde in Praag dat hij niet wil uitsluiten dat er op een dag grondtroepen naar Oekraïne gaan. Tot nog toe hebben de Europeanen dat wel uitgesloten, net als de Amerikanen. Maar president Poetin concludeert daaruit duidelijk dat hij militair zijn gang kan gaan. Zo gaat het al zestien jaar, sinds de Russische inval in Georgië in 2008: omdat het Westen niets doet – behalve protesteren of wat sancties afkondigen – blijft hij buurlanden veroveren en knechten. Zo langzamerhand, zegt Macron, moeten we beseffen dat we Poetin niet stoppen als we zo doorgaan. „Mensen willen nooit de tragedies zien die op hen afkomen. Maar we moeten opgewassen zijn tegen de uitdagingen van onze tijd en de moed tonen die daarvoor nodig is.”

Hij heeft gelijk. Poetin ziet Europeanen als watjes omdat ze bij voorbaat geen tegenstand bieden. Hij zet ze constant op het verkeerde been. Hij stuurt honderdduizenden soldaten naar de grens met Oekraïne, en ontkent dat hij het land zal binnenvallen. Europeanen geloven het, omdat ze het – allergisch voor oorlog vanwege hun eigen bloedige, traumatische geschiedenis – willen geloven.

Maar nu Poetin Polen en de Baltische landen bedreigt en de NAVO en EU op de proef stelt, wordt het tijd om hem een koekje van eigen deeg te geven en ook ‘strategische ambiguïteit’ te gaan gebruiken. Laat hem maar gissen naar wat Europa van plan is.

Macron zegt niet dat er soldaten naar Oekraïne gaan, hij zegt alleen dat het een optie is. Zoals de Chinese generaal Sun Tzu in The Art of War schreef: „Het geheim ligt in het verwarren van de tegenstander, zodat hij onze ware bedoeling niet kan doorgronden.”

Macron mag gelijk hebben, maar het lijkt er niet op dat hij het ook krijgt. Zijn Duitse collega, bondskanselier Olaf Scholz, deed het effect van Macrons uitspraak meteen teniet door publiekelijk te zeggen dat „ik als Duits kanselier niet één soldaat van de Bundeswehr naar Oekraïne stuur”. De Duitse minister van Defensie, Boris Pistorius, reageerde getergd op het Franse appèl voor moed in plaats van lafheid. Duitsland kan om historische redenen niet leven met strategische ambiguïteit, al is die nog zo gewenst. Het door en door pacifistische Duitsland „vlucht uit de werkelijkheid”, zei een bittere oud-minister Joschka Fischer tegen Die Zeit.

Zo bereikt Macron met zijn woorden dus vooral een verslechtering van de Frans-Duitse verhouding. En daarmee, helaas, een bevestiging voor het Kremlin dat Europese defensie een wassen neus is omdat men het voorlopig toch liever houdt bij Brochs „blinde onverschilligheid”.