Column | Psst… er is nóg een blockbuster

Een genietende meute, dat kan bij de kunst, weet Joyce Roodnat. Ze verbaast zich over de hoon van de kunstkaste over de drukke Vermeertentoonstelling. Daarom vier lessen aan mensen die zich ergeren – en een tip voor de tentoonstelling van een fenomeen dat ook iedereen zou moeten kennen.

Joyce Roodnat

De tentoonstelling ‘Vermeer’ in het Rijksmuseum is uniek en de berichten zijn juichend. Dat willen heel veel mensen heel graag zien, op een middag was ik een van hen. En ja, het was druk. Maar stoorde dat? Nee. Want we waren met zijn allen gretig bezig om ons te laten overmeesteren door Vermeers heldere blik op thuis en binnenhuis. Ik zag mensen rustig op elkaar wachten. Ik werd vriendelijk aangespoord om voor te gaan. Ik stapte opzij als iemand een selfie wilde maken, ik snap het verlangen om te versmelten met een adembenemend schilderij.

Een genietende meute, dat kan bij de kunst. Bij een concert (samen opstijgen bij Sven Ratzkes concert Venus & Mars als hij van Prince de song ‘Kiss’ vertolkt: „Du brauchst nich schön zu sein…”). Bij een film (collectief gevloerd worden door Cate Blanchett in Tár). En in het Rijksmuseum bij ‘Vermeer’.

Al die mensen naar het museum, het hart van de kunstliefhebber springt op. Zie je wel, kunst is relevant! Maar nee. Er schalt hoon en die daalt neer op het publiek.

Bent u al naar ‘Vermeer’ geweest, vraagt de auteur van een opiniestuk in NRC. Zo ja, dan vermoedt zij: „Waarschijnlijk heeft u gemengde gevoelens, net als ik.” Met haar vele anderen. De kunstkaste ergert zich. Wát een drukte – schande! Die smartphone-foto’s en selfies – schande! Die media-hype en die handige pr van het museum – schande! Ik begrijp uit haar woorden dat de ware kunstliefhebber niks met blockbusters heeft, die ging trouwens Vermeers schilderijen al afvinken in de musea van herkomst, „in Parijs of New York”. Dus ik denk: Sla ’m over, wees blij met geen kaartje. Maar zo is het ook weer niet. Die liefhebber wil wel de Vermeerexpositie zien, maar zonder al die mensen die redeloos komen kijken, aangestuurd door een krantenbijlage of item in het Journaal.

Sofonisba Anguissola, Zelfportret achter de schildersezel (ca. 1556-7, olieverf op doek, 66×57 cm). Foto M.Kosior, M.Szewczuk/Muzeum – Zamek w Lancucie, Lancut

Kwaaie kunstliefhebbers, ik wil jullie iets bijbrengen. Dat is irritant, maar het moet even. Les 1: elke reden om van kunst te genieten is goed, als er maar genoten wordt. Les 2: een tentoonstelling wordt niet plotseling ‘fastfood’ als hij populair is. Les 3: kunst kijken is niet afvinken, een goed schilderij wil je weer zien, en weer en weer. Les 4: Mens erger je niet.

Psst, andere mensen. Er is behalve Vermeer nog een blockbuster, in het geniep. Het Rijksmuseum Twenthe in Enschede haalde van over de halve wereld het werk van Sofonisba Anguissola naar Nederland. Ga d’rheen, succes verzekerd. Zij was een 16de-eeuws fenomeen, haar aandachtige schilderijen knetteren van het leven. Zie die schaakspelende zusjes in hun rijke japonnen met de ultra-nauwgesneden mouwen (stijfjes verzetten ze de stukken). Zie dat volmaakte mini-zelfportretje (ze was 27!). Zie dat familieportret, let op die vader (haar eigen vader), zie zijn oogopslag vol trots op zijn jongetje (haar broertje).

Hier in Rijksmuseum Twenthe is het rustig, maar ik zal er niet om treuren als het druk wordt. Want Sofonisba gun ik iedereen.

Lees ook de recensie van de tentoonstelling ‘Sofonisba Anguissola, Portrettist van de renaissance’

Lees verder…….