Burt Bacharach: koning van de fluwelen popsong

Necrologie

Burt Bacharach 1928-2023 De Amerikaanse componist, pianist, dirigent en zanger Burt Bacharach (94) schreef liedjes met sterke melodieën en een gracieuze stijl. Veel van zijn hits zijn klassiekers geworden.

Burt Bacharach op het North Sea Jazz Festival (2019).
Burt Bacharach op het North Sea Jazz Festival (2019). Foto Andreas Terlaak

Zijn poptunes waren van een bijna vanzelfsprekende volmaaktheid. Sterke, catchy melodieën. Kleurige klanktapijten met elementen uit de jazz, soul en Braziliaanse bossa nova. De grote songschrijver Burt Bacharach schreef dé soundtrack van populaire muziek in de jaren zestig. Te vinden in de categorie easy listening, een treffende kwalificatie voor de gracieuze, zoet dweperige stijl in zijn songs.

Burt Bacharach overleed woensdag in zijn woonplaats Los Angeles. Hij werd 94 jaar. Zijn hele leven speurde hij naar dé match: de juiste song bij de juiste stem. Wie wist zijn nummers een hart te geven? Wie gaf de composities persoonlijkheid? En klasse? „Emotie en muzikaliteit”, antwoordde de Amerikaanse componist, pianist en bandleider in 2009 in een interview met deze krant op de vraag wat hem bijbleef van zangstemmen.

In zijn hoogtijdagen voorzag Burt Bacharach zangeressen als Aretha Franklin, Dionne Warwick, Gladys Knight en Patti LaBelle van liedjes. Afro-Amerikaanse vocalen hadden bij hem de voorkeur boven ‘blanke stemmen’. Niet dat die er niet waren, maar met donkere, warmbloedige stemmen kon hij meer kanten op. Die klankkleuren maakten „iets bij hem los”, zei Bacharach. „Ik ben altijd meer geïnteresseerd in stemmen waar iets mee is. Hoe smartelijk ze kunnen klinken als zanger Gene Pitney bijvoorbeeld.”
Maar hij was ook onder de indruk van zangeres Trijntje Oosterhuis, met wie hij in 2008 door Japan tourde. ‘Who’ll Speak For Love’ was een beminnelijk stuk dat Bacharach speciaal voor Oosterhuis componeerde. Ze nam drie albums met zijn liedjes op. Het derde deel, Everchanging Times, met het Metropole Orkest kwam uit in 2021.

Ogenschijnlijk losjes

Tot op hoge leeftijd onverminderd vitaal gaf Burt Bacharach nog concerten met orkesten. Shows met popmuziek, filmmuziek en nieuw werk, in theaters over de hele wereld. In 2019 was hij nog met orkest te zien op het North Sea Jazz Festival.

Waar Bacharach kwam, liet hij een keyboard op zijn hotelkamer neerzetten – geen dag zonder repetities of componeren. Veel tijd om uit te rusten in zijn villa in de heuvels rond Los Angeles gunde hij zichzelf niet. En hij bleef tot op het laatst nieuw werk uitbrengen. In 2017 maakte hij de soundtrack (met o.a. Sheryl Crow) voor de film A Boy Called Po over een autistische jongen.

Bacharach, een kleine man met zilverkleurig haar en een perkament-achtige, gebronsde huid, was op het podium een in smoking gestoken generaal voor zijn ensemble. Staand achter de piano groepeerde zijn ene hand de toetsen tot akkoorden, de andere hand wuifde in de lucht en gaf tegelijk richting aan het orkest. Bacharach hoorde als pianist en dirigent alles in het orkest en wist hoe ogenschijnlijk losjes het moest klinken.

Melodieën moesten wat hem betreft speelruimte krijgen. In zijn hoofd hoorde hij het orkest spelen. Hij wist precies waar violen en blazers kwamen te vallen in een nummer. Of waar een nummer hem naartoe dwong. „Maar er zijn wel eens momenten dat een nummer toch niet blijkt te werken. Ik heb mijzelf wel eens in het toilet van de studio opgesloten, terwijl het orkest zat te wachten, om alles aan te passen.”

Marlene Dietrichs orkestleider

Bacharach was de zoon van een Duits-joodse columnist uit Kansas City, Missouri. Na diverse muziekstudies in onder meer New York en een tijd in het leger, verdiende hij als twintiger zijn brood als pianist in jazzbars. Halverwege de jaren vijftig was Bacharach orkestleider van de legendarische Duits-Amerikaanse diva Marlene Dietrich. Met haar maakte hij lange internationale tournees. „Hoewel ik van veel aspecten in het werken met haar heb genoten, was zij zeker niet de makkelijkste opdrachtgever”, zegt hij over die tijd. „Ze werkte haastig en streefde niet naar perfectie. De muziek leek niet voorop te staan.”

In tekstschrijver Hal David vond hij een gelijke. Ze componeerden in 1957 hun eerste song en schreven vervolgens een aantal hits. Dionne Warwick zong aanvankelijk de demobandjes voor nieuwe opdrachtgevers in. Een mooie anekdote is dat Warwick daar zelf aanvankelijk geen erg in had. Ze dacht met ‘Make It Easy On Yourself’ door te breken, maar de songwriters hadden andere plannen: het nummer was voor Jerry Butler. Furieus riep ze: „Don’t make me over, man!” (slang voor: „Lieg niet tegen me”). Het zou de titel van haar eerste succes worden in 1962.

Dionne Warwick werd de muze van het duo Bacharach/David. Met haar scoorden ze tussen ’62 en ’68 grote hits als ‘Anyone Who Had a Heart’, ‘Walk on By’, ‘I Say a Little Prayer’ en ‘Do You Know the Way to San Jose?’ Ook was het schrijversduo succesvol in de filmwereld, met soundtracks voor What’s New Pussycat?, Alfie en Casino Royale. Voor de filmscore van Butch Cassidy and the Sundance Kid en de hitsong ‘Raindrops Keep Fallin’ on My Head’ ontvingen de componist en de tekstschrijver Oscars.

Soloprojecten

Het waren gouden jaren. En hoewel de jaren zeventig begonnen met een hit voor de Carpenters met Bacharachs ‘Close to You’, ging het kort daarna mis. De musicalversie van de film Lost Horizon flopte en de verstandhouding tussen Bacharach, David en Warwick verslechterde. Ze sleepten elkaar om geld voor de rechter. Bovendien liep Bacharachs tweede huwelijk op de klippen.

Hij stortte zich op soloprojecten. Carol Bayer Sager werd niet alleen zijn derde vrouw maar ook zijn nieuwe schrijfpartner. Met haar werkte hij zich terug. Het echtpaar componeerde onder meer voor Roberta Flack en Patti LaBelle. 1986 leverde Bacharach twee klappers op: ‘That’s What Friends Are For’ – een grote hit door artiesten als Dionne Warwick en Stevie Wonder waarmee miljoenen voor aidsbestrijding werd verdiend. En het duet van Patti LaBelle en Michael McDonald: ‘On My Own’.

Met zijn solo-cd At This Time schudde Bacharach in 2005 de boel verrassend op. De songwriter liet zich ineens van een compleet andere kant zien. Voor zijn doen sprak hij zich in zijn liedjes fel uit over de regering-Bush. Zijn platenlabel moest hem zelfs een beetje censureren. „Tja, ik had een hoop te zeggen.” Privé had hij een groot drama te verwerken: de zelfmoord van zijn autistische dochter.

Klassiekers

Om de zoveel tijd had Bacharach met zijn klassieke tunes een opleving. Dan was hij volgens kenners ineens ‘terug’ en viel over zijn rentree in prominente muziekbladen te lezen. De jaren negentig kenden bijvoorbeeld zo’n opleving: Oasis en Elvis Costello wilden met hem werken. Het album Painted From Memory (1998) met Costello mag gerust een mijlpaal in de popmuziek worden genoemd.

Ook in de jaren nul werden Bacharachs ‘easy tunes’ omarmd door jonge artiesten als Adele en Jamie Cullum. En ook jazzmusici als Stan Getz, McCoy Tyner, John Zorn en Diana Krall hebben zich door de decennia heen in zijn werk verdiept. Dat vond Bacharach machtig. Zelf hekelde hij de vluchtigheid van de hedendaagse hitlijsten. Een liedje eeuwigheidswaarde meegeven was tegenwoordig haast onmogelijk, constateerde hij in het interview met NRC. „Hoor jij klassiekers?”

Lees verder…….