Column | Ook in de geestelijkheid klinkt kritiek op het Iraanse regime

In Iran hebben geestelijken een dominante rol. Maar dat wil niet zeggen dat de islamitische republiek per definitie behoudend is, schrijft .

Dwars

Het Midden-Oosten is te klein voor twee, laat staan méér gelijktijdige grote nieuwzen, dus nu Israël in (het nieuws) is, is Iran uit. Niet dat er niks meer gebeurt in Iran, maar op dit moment niet zo veel. Het is Perzisch-nieuwjaarsvakantie plus het vasten van de ramadan, maar ik denk eerder dat na zes maanden protest en overheidsgeweld de puf even uit de opstand is. Even uitblazen om straks weer los te gaan. Waarvan ik de uitkomst bepaald niet durf te voorspellen. Democratie? Onwaarschijnlijk, want ingewikkeld land in een bemoeizuchtige regio. Militaire dictatuur? Zou kunnen, gezien de al dominante rol van de Revolutionaire Garde en haar belangen. Soort voortzetting van het huidige islamitische systeem? Hm, moeilijk, hoogstens als de bezem er eens flink doorheen gaat.

Dat brengt me waar ik wezen wil: de geestelijkheid. Opperste leider ayatollah Ali Khamenei is geen dictator, maar heeft wel het laatste woord van de ‘islamitische jurist’, de veli e-faqih, in het systeem dat door zijn voorganger Khomeiny is bedacht. In Khameneis handen is het regime conservatief en intolerant en corrupt. Maar Iraanse sjiitische geestelijken zijn niet per definitie allemaal conservatief, corrupt en intolerant.

Ik ga even terug naar de Constitutionele Revolutie (1905-1911, ik heb haar u al eerder voorgeschoteld), toen prominente ayatollahs een rol speelden aan tegengestelde kanten van deze volksopstand die de sjah tijdelijk terzijde schoof. Destijds dolf een prominente conservatief, ayatollah Fazlullah Nuri, het onderspit. Hij werd in 1909 ter dood veroordeeld en terechtgesteld. Het Russische leger moest er aan te pas komen om de oude, autoritaire orde te herstellen.

De geestelijkheid is ook nu bepaald geen eensgezind blok. Ik interviewde zelf grootayatollah Yusuf Saanei, wel alweer jaren geleden geef ik toe, gewoon bij hem thuis, in Qom. Saanei had in de hoogste organen van de islamitische republiek gezeten en was chef-aanklager geweest. Wat betreft Saanei waren man en vrouw gelijkwaardig – „daarom kunnen vrouwen niet alleen rechter worden maar ook president en zelfs Leider”, zei hij. Stelt u dát eens voor! Saanei is intussen wijlen, net als zijn toenmalige buurman grootayatollah Montazeri, die Khomeiny de les las over diens mensenrechtenschendingen, waardoor hij wel in ongenade viel. Toen ik Saanei interviewde, hield een man op een brommer in de gaten of ik niet ook bij Montazeri ging buurten.

Er zijn voorbeelden te over van liberale geestelijken; u kent hojatoleslam (de rang onder ayatollah) Mohammad Khatami. Hij had in 1997 de islamitische republiek een ander gezicht kunnen geven toen hij met overmacht als president werd gekozen. Maar hij durfde de strijd met Khamenei c.s. niet aan. Vandaag eist hij verregaande sociale hervormingen; anders stort het systeem in elkaar, waarschuwt hij openlijk.

Ook vanuit de heilige stad Qom hebben hoge geestelijken kritiek geuit, op doodstraffen tegen betogers en op de repressie in het algemeen. Ayatollah Ansari Rad, oud-parlementslid, kritiseerde in een open brief Khameneis hele beleid en waarschuwde voor een „grote explosie” als dat niet veranderde. In Qom heeft Khamenei toch al een slechte naam: hij was maar een hojatoleslam toen hij in 1989 Khomeiny opvolgde. In één nacht werd hij voor zijn aanhang en in bevriende media ayatollah, maar voor de marja’s, de hoogste geestelijken, blijft hij een parvenu .

Ja, ook uit de geestelijkheid klinkt kritiek op het regime. Maar niet genoeg voor een grote schoonmaak.

Carolien Roelants is Midden-Oostenexpert en scheidt op deze plaats elke week de feiten van de hypes.

Lees verder…….