‘Elke proportie of balans in dit conflict is zoek’

De sfeer is bedrukt onder het personeel van UNRWA in Jeruzalem. Sinds 7 oktober zijn er in de Palestijnse Gazastrook al 130 medewerkers van de VN-organisatie voor Palestijnse vluchtelingen en hun families omgekomen. De rest van het personeel doet al het mogelijke om de bijna 1,9 miljoen ontheemden – meer dan 85 procent van de bevolking van Gaza – bijstand te bieden.

Die taak wordt steeds meer onmogelijk. Ook VN-gebouwen worden aangevallen en door het Israëlische leger gebruikt, en in VN-schuilplaatsen kwamen al 222 ontheemden om. Het oorlogsgeweld heeft volgens het ministerie van Gezondheidszorg in Gaza meer dan 16.200 levens geëist, als reactie op de Hamas-aanval van 7 oktober, waarbij in Israël 1.200 doden vielen. Sommige Palestijnen in Gaza sloegen sinds 7 oktober al voor de vierde maal op de vlucht.

„Overal wordt nu gebombardeerd”, zegt Adam Bouloukos. Als UNRWA-directeur in Jeruzalem is hij verantwoordelijk voor de VN-bijstand aan vluchtelingen op de Westelijke Jordaanoever, maar hij staat in nauw contact met zijn collega’s in Gaza. De oproep van Israël aan burgers om verder naar het zuiden te trekken, ditmaal naar Al-Mawasi, een plaatsje langs de Middellandse Zee, is niet serieus, zegt de Amerikaan: „Er is daar alleen een hoop zand. Er zijn geen voorzieningen om ontheemden op te vangen.”

Wat vertellen uw collega’s in Gaza u over de humanitaire nood?

„Dat die onvoorstelbaar is. We hebben een staakt-het-vuren nodig. Wij vangen nu tot wel vijfduizend mensen op in één school, met één toilet voor 150 mensen en één douche voor 700 ontheemden. Er is niet genoeg water, en het is bovendien niet hygiënisch, met grote gezondheidsrisico’s als gevolg. Er zijn ontzettend veel gewonden, brandwonden en amputaties, en medisch materieel en personeel ontbreken.

„De burgerbevolking, die in Gaza al dicht op elkaar leefde, wordt nu verder geduwd op een nog kleinere strook grond in het zuiden, terwijl ook daar de bommen vallen. Zelfs in een oorlog zijn er regels, zoals respect voor burgers, voor ziekenhuizen en voor VN-gebouwen. Een arts moest op één dag zes amputaties uitvoeren, zonder verdoving, bij kinderen. Wat is er nog meer nodig om te roepen dat dit moet stoppen?”

Adam Bouloukos, directeur van UNRWA, de VN-organisatie voor Palestijnse vluchtelingen

Welke hulp kon de VN bieden tijdens het zevendaagse bestand?

„Een deel ervan was puur een evaluatiemissie: welke VN-gebouwen staan nog recht? Wat kan nog als opslagruimte worden gebruikt? Zelfs rondrijden door Gaza was lastig, gezien de toestand van de wegen. Ook de Israëlische controleposten namen cruciale tijd in beslag. Onze medewerkers toonden ons hoe hele wijken zijn weggevaagd.

„Ze hebben tijdens de pauze in de gevechten onmiddellijk medische hulp en voedsel geleverd, in het zwaar getroffen noorden van de Gazastrook. Maar wij kunnen dit onmogelijk alleen doen. Vóór 7 oktober bereikten dagelijks 500 vrachtwagens met goederen de Gazastrook, niet alleen van de VN, ook van private toeleveranciers die brandstof en gas brachten, of supermarkten kwamen bevoorraden. Maar ook de private sector ligt nu aan diggelen.”

Hebben jullie wel budget voor deze noodsituatie?

„Ook voor 7 oktober stond deze organisatie onder zware financiële druk. Wij kunnen niet investeren. Ons materieel is verouderd, onze scholen zijn dringend toe aan vernieuwing. Na 28 jaar werken voor de VN ken ik geen enkele andere VN-organisatie die financieel elke maand zo krap bij kas zit.

„Dit is noodhulp, die we financieren met een aparte oorlogskas waarvoor we ook heel wat particuliere donaties ontvingen. Maar onze grootste donoren blijven regeringen, met de VS op kop. Tot hiertoe gaf niemand aan te willen beknibbelen, maar het blijft moeilijk. We rekenen op meer hulp uit de Golflanden, die insprongen toen president Trump in 2018 de geldkraan dichtdraaide. We vertrouwen erop dat regeringen inzien dat alleen onze organisatie op grote schaal hulp kan bieden aan de Palestijnse vluchtelingen, zolang een rechtvaardige oplossing uitblijft voor dit 75 jaar durende conflict.”

Israël zegt met deze oorlog alleen Hamas te willen uitschakelen en burgers zoveel mogelijk te sparen. Klopt dat?

„De aanslag op 7 oktober heeft iedereen in Israël compleet door elkaar geschud, daar doe ik niets aan af. Maar het is cruciaal om de aard van dit conflict te erkennen. Dit is niet als een oorlog tussen twee landen, met twee legers. Gaza is een smalle, dichtbevolkte kuststrook, zonder controle over het eigen luchtruim of de zee, met een militante beweging en daarnaast een ontzettend groot aantal burgers. Dit conflict draait om een militaire bezetting, waarbij Israël elk aspect van het leven in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever controleert.”

Kolonistengeweld

Terwijl alle ogen op Gaza zijn gericht, gaan gewapende kolonisten op de Westelijke Jordaanoever ongestoord hun gang, zegt de VN-directeur. „Ze hebben al meer dan duizend Palestijnen uit hun huizen verdreven. Maar gooit een Palestijnse tiener een steen naar een Israëlisch pantservoertuig, dan vallen tientallen soldaten het dorp binnen, op zoek naar het kind of zijn familie.”

De vrijlating van 240 Palestijnse gevangenen, in ruil voor Hamas-gijzelaars, noemt de UNRWA-directeur „haast lachwekkend”: „Sinds 7 oktober heeft Israël al meer dan 3.000 nieuwe arrestaties verricht. Elke proportie of balans in dit conflict is zoek.”

Hoe beïnvloedt de oorlog in Gaza het dagelijkse leven van Palestijnen op de bezette Westoever?

„De legerinvallen bij de vluchtelingenkampen van Jenin en Tulkarem creëren angst, vooral bij de talrijke kinderen. De leerlingen in onze UNRWA-scholen praten er alleen nog over hoe bang ze zijn. Behalve de mentale tol maak ik me zorgen om de economische gevolgen, nu tienduizenden Palestijnse bewoners van de Westelijke Jordaanoever niet langer in Israël mogen werken.”

Zo’n 160.000 Palestijnen uit de Westoever die in Israël of in een nederzetting werken, verloren hun baan of dreigen hem nog te verliezen, schat de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO). Ook UNRWA-medewerkers mogen niet langer naar hun werk in Oost-Jeruzalem.

Op de Westoever zelf, waar UNRWA 3.700 medewerkers heeft, wordt de bewegingsvrijheid van Palestijnen verder beperkt door nieuwe Israëlische controleposten en kolonistengeweld. „Ons personeel gaat noodgedwongen aan de slag in lokale kantoren, dichter bij hun woonplaats”, zegt Bouloukos. „Het is niet ideaal, maar zo blijven ze tenminste aan het werk.”

Wie niet werkt voor de VN heeft minder geluk. „Sinds de oorlog zitten veel gefrustreerde Palestijnen, onder wie ook veel jongemannen, thuis zonder loon”, zegt de VN-directeur, die erop wijst dat de economie van de Westelijke Jordaanoever sterk leunt op het in Israël verdiende geld. „De groeiende economische malaise dreigt een al explosieve situatie nog verder te voeden.”

Leeslijst

Lees verder…….