Met het proces tegen vier politici begint het Kosovotribunaal pas écht

Internationaal recht Het Kosovotribunaal bestaat al acht jaar, maar deze maandag begint het belangrijkste proces tot nu toe, tegen vier prominente Kosovaarse politici. In Kosovo zelf kan het tribunaal op weinig steun rekenen.

Vervolging op politieke of etnische gronden, opsluiting, marteling, moord, wrede behandeling, laten verdwijnen van personen. Zes misdaden tegen de menselijkheid, vier oorlogsmisdaden.

Met deze opsomming van misdaden tegen honderden burgers, gepleegd tijdens en na de Kosovo-oorlog van eind jaren negentig, eindigt de aanklacht tegen vier leiders van het Kosovaarse Bevrijdingsleger (UÇK), de guerrilla-organisatie die Kosovo wilde losmaken van Servië. Vanaf deze maandag staat het viertal terecht in de Kosovo Specialist Chambers, ofwel het Kosovotribunaal, in Den Haag. De voorbereiding van het proces duurde 2,5 jaar, de uitspraak komt op zijn vroegst over drie jaar. Honderdveertig slachtoffers, soms als nabestaande, worden gehoord.

Het proces tegen Thaçi, Veseli, Selimi en Krasniqi is de vierde zaak die het Kosovotribunaal behandelt. Drie andere verdachten werden al veroordeeld. Toch heerst binnen en buiten Kosovo het gevoel dat het acht jaar oude Kosovotribunaal met dit proces pas echt begint.

Lees ook dit artikel over het resultaat van het Joegoslaviëtribunaal

Dat komt vooral door de hoofdverdachte. Tot zijn arrestatie in november 2020 was Hashim Thaçi (1968) dé politieke leider van Kosovo. Als commandant van het UÇK heette hij ‘de Slang’, omdat hij steeds aan de Serviërs wist te ontsnappen. In februari 2008, kort na zijn verkiezing tot premier, riep hij Kosovo’s onafhankelijkheid uit. Tussen 2016 en 2020 was hij president van het Balkanlandje met nog geen twee miljoen inwoners, dat door vijf EU-landen niet wordt erkend, maar wel lid wil worden van de Europese Unie. Net als Thaçi waren de drie andere verdachten belangrijk binnen het UÇK en werden ze na de oorlog prominente politici. De vier zitten sinds eind 2020 gevangen in een speciale vleugel van de Penitentiaire Inrichting Haaglanden in Den Haag.

Thaçi is de eerste ‘grote vis’ die terechtstaat, vergelijkbaar met de zaken tegen Milosevic, Karadzic en Mladic bij het Joegoslaviëtribunaal. Ook om andere redenen trekt het Kosovotribunaal meer aandacht dan voorheen. Grensgeschillen tussen Servië en Kosovo laaien geregeld op, over kentekens of andere kwesties. Ondanks diplomatieke succesjes van EU-buitenlandchef Josep Borrell blijft de relatie tussen de twee landen zeer fragiel.

En dan is er de oorlog in Oekraïne. De regering-Zelensky streeft naar een Oekraïnetribunaal, voor vervolging van de Russische politieke leiders die het bevel gaven voor de aanval op Oekraïne. De VS steunen dit plan, werd vorige week bekend. Nederland wil het Oekraïnetribunaal graag huisvesten, en maakt dus graag een goede indruk als gastland. Hoe succesvoller het Kosovotribunaal, hoe groter de kans op een volgende internationale rechtbank.

Intimidatie van getuigen

Wanneer is sprake van een succesvol tribunaal? Als acceptatie in het betrokken land een criterium is, is het Kosovotribunaal op voorhand mislukt. In Kosovo ziet men het tribunaal overwegend als eenzijdig, gericht tegen de nationale ‘vrijheidsstrijders’. Dat Servische daders ruim vertegenwoordigd waren in het Joegoslaviëtribunaal lijkt hierbij geen rol te spelen.

Thaçi en andere Kosovaarse politici hebben hun best gedaan om het tribunaal te ondermijnen. Intimidatie van de getuigen is een groot probleem voor het tribunaal. Onder de slachtoffers zijn veel Kosovaarse Albanezen, mensen die door het UÇK werden verdacht van collaboratie met Servië of mensen die het gewoon niet eens waren met het UÇK.

De oorzaak van de vermeende eenzijdigheid gaat terug naar de voorgeschiedenis van de rechtbank. Die begint in 2008, als Carla Del Ponte, voormalig hoofdaanklager van het Joegoslavië- en Rwandatribunaal, een boek publiceert over haar ervaringen. Ze spreekt daarin haar frustratie uit over het feit dat ze door het UÇK gepleegde gruweldaden niet kon aanpakken omdat die buiten haar mandaat vielen. Ze noemt met name het doden van burgers om hun organen te kunnen verkopen.

Lees ook dit artikel over het op te richten Oekraïnetribunaal

Brussel is geschokt en stelt een onderzoek in. De Zwitserse politicus Dick Marty bevestigt in 2010 de aantijgingen in een rapport voor de Raad van Europa. Hij noemt namen van UÇK-leiders en locaties van detentiecentra. Met ‘bevrijding’ had het UÇK-geweld volgens Marty niets te maken, het ging om zelfverrijking en etnische zuivering.

Orgaanhandel

Het Marty-rapport wordt in 2014 bevestigd door onderzoek van de Special Investigative Task Force (SITF), opgericht door de EU-missie in Kosovo. SITF-chef Clint Williamson constateert wel dat er onvoldoende bewijs is voor de meest explosieve aanklacht tegen de UÇK-leiders, grootschalige orgaanhandel. In 2015 wordt het Kosovotribunaal opgericht, na een besluit van het Kosovaarse parlement. Dat gebeurt onder druk van de VS en de EU, de financiers van de kwetsbare natie. In de aanklacht tegen Thaçi en zijn kompanen ontbreekt de orgaanhandel.

Lachezar Yanev, docent internationaal strafrecht en expert tribunalen over oorlogsmisdaden aan de Vrije Universiteit Amsterdam, noemt de focus op Kosovaarse daders de „achilleshiel” van het Kosovotribunaal. „De aanklager moet het Marty-rapport hanteren als afbakening en dat gaat alleen over UÇK-misdaden.”

Tegelijk, zegt Yanev, heeft men wel degelijk geprobeerd lokale steun te krijgen voor het tribunaal. „Net als de tribunalen over Sierra Leone en Cambodja is dit een hybride tribunaal, met een combinatie van nationaal en internationaal recht. De rechters zijn internationaal, maar er is een verankering in het Kosovaarse recht. Dat is wezenlijk anders dan het door de VN ingestelde Joegoslaviëtribunaal, dat was een volledig internationale instantie.” Ook het op te richten Oekraïnetribunaal zou hybride zijn, met internationaal en Oekraïens recht.

Lees ook deze reportage uit het noorden van Kosovo

Maar toch: als de uitspraken van het Kosovotribunaal niet worden geaccepteerd in Kosovo, kan dit proces dan wel bijdragen aan heling van de oorlogstrauma’s of verzoening tussen voormalige vijanden? Yanev: „De uitspraken van het Joegoslaviëtribunaal worden door een deel van de bevolking wel degelijk geaccepteerd. Bovendien kun je je afvragen of heling het belangrijkste doel is. Wat mij betreft is afrekenen met straffeloosheid het belangrijkste doel.”

Onredelijke verwachtingen

Misschien verwachten we te veel van dit type rechtspraak, zegt Iva Vukusic, historica aan de Universiteit Utrecht en gespecialiseerd in genocidestudies. „We hebben nu dertig jaar dit soort rechtbanken voor oorlogsmisdaden, en ik volg ze intensief. Ik krijg steeds meer het idee dat we onredelijke dingen verwachten. Stel dat je midden in de nacht thuis wordt overvallen. Ze vermoorden je vrouw, ze verkrachten je dochter, ze steken je huis in brand. Jaren later worden de daders veroordeeld. Voel je daarna voor verzoening? Ik zie dat hooguit op individueel niveau gebeuren, niet op grote schaal, als samenleving.”

Vukusic pleit voor „realistische verwachtingen”. „Het tribunaal stelt feiten vast en stuurt mensen naar de gevangenis als bewezen wordt dat ze schuldig zijn. That’s it. Dat is toch heel wat? Dat is een universele boodschap naar samenlevingen en toekomstige daders: als je dit doet, is dit je straf.”

Lees verder…….