Hoe de vele aanvallen door Rusland de Finse militaire identiteit hebben gevormd: ‘Onze geschiedenis is zó anders dan elk ander Europees land’

Reportage

Finland bij de NAVO Deze week treedt Finland toe tot de NAVO. Het bondgenootschap krijgt daarmee een sterke nieuwe partner. „Ik wil niet opscheppen, maar er zijn inderdaad veel landen die van ons willen leren.”

Rekruten van de grenswacht gebruiken langlaufski's tijdens de training in het bos. Ze brengen de nacht buiten door bij temperaturen die dalen tot dertig graden onder nul.
Rekruten van de grenswacht gebruiken langlaufski’s tijdens de training in het bos. Ze brengen de nacht buiten door bij temperaturen die dalen tot dertig graden onder nul. Foto Panos Pictures/ANP

Voor een Finse reservist is Varusteleka als een keukenwinkel voor de hobbykok: hebben hóef je het allemaal niet, maar leuk is het meestal wel. Bijvoorbeeld een Puukko-mes, volgens de omschrijving „niet ontworpen ter decoratie” maar „gemaakt voor hard werken”. Of de gevechtsparka in camouflagekleuren voor 89,99 euro, vele malen comfortabeler dan de jas die je van het leger krijgt. „En die zijn ook zeker niet zo cool als deze”, zegt Valtteri Lindholm.

Lindholm loopt met grote passen door zijn winkel op een bedrijventerrein aan de rand van Helsinki. De 40-jarige Fin, blonde baard, zwarte blouse volledig dichtgeknoopt en op hoge bruine laarzen, begon twintig jaar geleden een bescheiden webshop, vooral in materiaal voor de schietsport ‘airsoft’. Inmiddels is Varusteleka met circa duizend vierkante meter plus nog drieduizend aan magazijn de grootste legerwinkel van Europa.

Dat was al zo, maar sinds de oorlog in Oekraïne schoten de verkoopcijfers al helemaal de lucht in – naar het buitenland, maar ook zeker in eigen land. „Wij zijn de enige legerwinkel in Europa die oorlog serieus neemt”, verklaart Lindholm. En dat die in Finland zit is geen toeval. Hij wijst op de geschiedenis, waarin Rusland het land talloze keren is binnengevallen. Het heeft, zegt Lindholm, de Finse identiteit en samenleving gevormd. En het verklaart nu het succes van zijn winkel.

Met uitgestreken gezicht: „Mensen in Frankrijk willen er graag goed uitzien en lekker ruiken. Mensen in Finland willen graag overleven.”

Finland heeft daarmee iets waar andere EU-landen met grote jaloezie naar kijken: een diepe verbondenheid van de hele samenleving met de strijdkrachten. Met een grote zak geld kun je een hoop bereiken en je krijgsmacht flink versterken, iets dat landen door heel Europa in rotvaart zijn gaan doen na de Russische inval in Oekraïne. Maar niet alles is te koop, getuige de grote moeite die Defensie in Nederland moet doen om personeel te werven.

Mensen in Frankrijk willen er graag goed uitzien en lekker ruiken. Mensen in Finland willen graag overleven

Valtteri Lindholm Handelaar in legerspullen

In Finland is dat anders: peilingen zetten het land traditioneel bovenaan de Europese ranglijst als het gaat om betrokkenheid van de samenleving bij de strijdkrachten – volgens een recent onderzoek van het Finse ministerie van Defensie is 85 procent bereid deel te nemen aan het leger. Op een bevolking van een kleine 5,5 miljoen staan er 900.000 reservisten klaar de krijgsmacht bij te staan in tijden van nood. Ze komen bovenop de 280.000 militairen die in een oorlogssituatie ook gemobiliseerd kunnen worden.

Lees ook Wat halen Finland en Zweden zich met NAVO-lidmaatschap op de hals?

Deze week treedt Finland officieel toe tot de NAVO. En duidelijk is: aansluiting bij het bondgenootschap versterkt niet alleen Finland, andersom is dat zeker net zo goed. Als nergens anders in Europa is in Finland het leger in de samenleving geworteld – zonder dat het land daarbij militaristisch of strijdlustig is.

Verplicht in dienst

In een leeg klaslokaal in de oost-Finse stad Lappeenranta glimlacht kolonel Janne Mäkitalo af en toe heel flauwtjes, gevraagd naar de uitstekende staat van de Finse strijdkrachten. „Ik wil niet opscheppen”, zegt hij, „maar er zijn inderdaad veel landen die van ons willen leren.”

Mäkitalo kende een lange loopbaan binnen defensie en startte begin dit jaar als hoofd van de Legeracademie. Het is een cruciaal onderdeel van het Finse leger. Anders dan alle andere EU-landen schafte Finland de dienstplicht nooit af. Nog altijd worden mannen van 18 opgeroepen zes tot twaalf maanden verplicht in dienst te gaan – voor vrouwen is dat vrijwillig. Het betekent dat jaarlijks circa 20.000 dienstplichtigen in- en uitstromen en door Mäkitalo’s organisatie getraind moeten worden.

De verbindende kracht van die dienstplicht is, zegt hij, nauwelijks te overschatten. „Timmerlieden, professoren, presidenten: ze zijn allemaal samen in dienst geweest, hebben samen in een tent geslapen en een zware tijd gehad in de kou en de bossen. Het is iets dat de strijdkrachten en de natie samenbindt.”

De dienstplicht verbindt ook generaties: jongens kennen de verhalen van vaders, van oudere broers – hoe leuk, of verschrikkelijk hun tijd was. Legerwinkel Varusteleka verdient goed aan cadeautjes die zoons krijgen als ze hun dienstplicht starten. Mäkitalo vertelt over het zesmaandelijkse moment waarop nieuwe rekruten zweren dat ze hun land zullen verdedigen. Onlangs nog, stond hij in de snijdende ijswind tussen meer dan duizend vaders en moeders, opa’s en oma’s die luid applaudisseerden toen driehonderd rekruten de eed aflegden.

Lees ook ‘Poetin bedreigt ons niet alleen militair, maar ook op andere terreinen’

Hij denkt even na en benadrukt: de zichtbaarheid van het leger, het trouwzweren, de parades, ze betekenen allemaal niet dat Finland een strijdlustig volk is. „Het is onvergelijkbaar met wat ze op het Rode Plein doen”, zegt Mäkitalo. „We zijn militair, maar we zijn niet militaristisch. Alle oorlogen die Finland heeft gevoerd waren defensieve oorlogen. Zelfs de Vervolgoorlog [waarin Finland samen met Nazi-Duitsland in 1941 de Sovjet-Unie bevocht] was erop gericht het terrein te heroveren dat door de Sovjets van ons was gestolen. En ik hoop dat onze buurman ook goed weet dat telkens wanneer iemand Finland heeft aangevallen, wij ons verdedigd hebben.”

Grenshek

In het Veteranenmuseum in het grensstadje Imatra kunnen Russische toeristen hun eigen uniformen niet meer komen bekijken. In de jaren negentig, tijden van toenadering, schonken voormalige Sovjet-officieren ze aan de vader van Jarmo Ikävalko (70). En nu staan ze hier, in zijn museum aan huis vlakbij de Russische grens, die sinds september vorig jaar potdicht zit. Onlangs begon Finland even verderop met de bouw van een grenshek. Ooit was Imatra een drukbezochte grensstad, nu zien de straten er verlaten uit.

„Het is misschien stom om te zeggen, maar ik mis de Russische toeristen”, zegt Ikävalko. En niet alleen omdat hij nu minder toegangskaartjes verkoopt. „Ik hoop dat we de gewone Russen niet gaan haten. Zij kunnen hier ook weinig aan doen.”

Ikävalko leidt rond in zijn Veteranenmuseum, waar naast oude uniformen honderden parafernalia uit de militaire geschiedenis van Finland staan uitgesteld. Zoals een oud Fins machinegeweer en de ski’s van Simo Häyhä, de Finse soldaat die tijdens de Winteroorlog (1939) zoveel Russen uitschakelde dat hij nog steeds bekend staat als ’s werelds beste sluipschutter. Trots laat Ikävalko de oorlogsmedailles van zijn vader zien en het uniform van zijn moeder die bij de paramiltaire ‘Lottas’ zat. Bij de opmerking dat zijn familiegeschiedenis sterk verbonden is met het Finse leger haalt hij zijn schouders op. „Zoals elke Fin.”

Vraag een Fin naar de sterke legermacht, en hij begint direct over de geschiedenis. Lindholm van legerwinkel Varusteleka telt hardop de keren dat Rusland het land binnenviel, „Als ik me niet vergis 32 keer – officieel dan.” Hij vertelt over de oorlogstrauma’s in zijn eigen familie, hoe zijn grootvader gedwongen meermaals moest verhuizen vanwege de Russische annexatie van de Finse regio Karelië. „Dat is het verhaal van Finland. Wij bereiden ons voor op het ergste. En ik denk dat we daarom geen moeite hebben een positief beeld van het leger te hebben.”

Lindholm was al een van de succesvolste ondernemers van zijn land en daarmee ook een bescheiden beroemdheid. Vorig jaar groeide zijn faam verder. „Beste premier”, schreef hij op 24 februari 2022 in een Facebook-bericht op de pagina van zijn winkel, in een open brief aan Sanna Marin. De Russische inval in Oekraïne was nog geen 24 uur geleden en Lindholm betoogde: „We hebben niets meer te verliezen als het gaat om toetreden tot de NAVO”. Het bericht ging „compleet viral”, zegt Lindholm nu en dat het de discussie heeft beïnvloed lijkt hem evident.

De start van de oorlog betekende voor Varusteleka ook ongekend succesvolle tijden. Verkoopcijfers stegen flink – ook die naar Nederland, vorig jaar met bijna 28 procent. Naast Finland begint nu ook de rest van Europa oorlog serieus te nemen, verklaart Lindholm. En veel van zijn spullen belanden ook in Oekraïne.

Bijvoorbeeld gevechtstourniquets, een militair knelverband. Van al dat soort spullen verlaagde Lindholm de prijzen. Hij probeert te controleren of ze ook écht naar Oekraïne worden verscheept. Tegelijk ziet hij er nauw op toe dat ze niet in de handen van Rusland belanden. Zijn personeel is geïnstrueerd geen spullen die in de oorlog van pas kunnen komen te verkopen aan Russisch-sprekenden. Het levert vrijwel dagelijks ongemakkelijke situaties op aan de toonbank, als een verkoop geweigerd wordt.

Hij begrijpt dat het gek klinkt voor iemand die miljonair werd door het verkopen van oorlogstuig. Maar, zegt Lindholm: „Ik wil de wereld vooral een betere plek maken.” Hij dreunt het zo op: ‘si vis pacem, para bellum’. En hij onderstreept het nog eens: om de vrede te waarborgen, heeft Finland zich voorbereid op de oorlog.

Dat hij daar zelf zo van profiteert is, erkent hij, ongemakkelijk. „Maar we hebben hier ook bedacht: als iemand deze spullen moet leveren, dan kunnen wij het maar beter doen. Want wij zijn hier toevallig heel goed in.”

Foto Tomi Hanninen / EPA
Foto Tomi Hanninen / EPA

Nederlandse tanks

In de kantine van de Legeracademie zitten jonge dienstplichtigen aan de koffie. Een gang verder toont kolonel Mäkitalo een portret van Tuomas Gerdt, een van Finlands beroemdste militairen. Twee jaar geleden overleed hij op 98-jarige leeftijd.

Gerdt was de laatste ‘ridder van het Mannerheimkruis’, de hoogste militaire onderscheiding voor zijn bewezen moed. En, benadrukt Mäkitalo: hij was géén beroepsmilitair, maar klom als reservist door heldhaftig optreden op. „Hij is een heel goed voorbeeld voor onze defensiemacht. Het gaat niet om het hebben van professionele officieren of sergeanten, het gaat om de hele natie. Uiteindelijk vormen onze reservisten de kern van de Finse strijdkrachten.”

Achter het raam, buiten, staat een tiental oude tanks onder een dikke laag sneeuw. Daarachter, wijst hij, oude kazernegebouwen, waar nu onder meer een hotel en een fietsenwinkel in zitten. Hij bedoelt maar: ook in Finland werd er in de jaren na het einde van de Koude Oorlog heus bezuinigd op defensie.

Wel veel minder dan elders in Europa. Van Nederland kocht Finland in 2014 Leopard-tanks waar Den Haag vanaf wilde. „Nog bedankt daarvoor”, zegt Mäkitalo glimlachend. Maar hij benadrukt direct: hij begríjpt de keuzes die Nederland na de Koude Oorlog maakte heel goed. Het was logisch, gezien de toenadering tot Rusland, en de ligging diep in Europa. „Wij konden ons dat nooit veroorloven.”

Lees ook Scandinavië zoekt militaire beschutting tegen Rusland

De dag dat Finland lid wordt van de NAVO verandert er praktisch niets. Of toch: in plaats van alleen te trainen op zelfverdediging, zal het leger zich ook moeten voorbereiden op het assisteren van anderen. „Maar de beste verdediger van het Finse grondgebied blijft de Finse defensiemacht. Wij kennen het territorium, waar we moeten vechten, hoe we moeten vechten.”

Aan het eind van zijn rondleiding door het veteranenmuseum valt Ikävalko even stil. „Ik hoop echt dat de oorlog niet uitbreidt”, zegt hij. „We leven in een vreselijke slechte tijd. We weten ook niet wat er in Amerika gaat gebeuren, met Trump en zo. Want de NAVO, dat ís natuurlijk Amerika.”

Zijn hele leven was hij fel tegen het NAVO-lidmaatschap voor zijn land. „Onze geschiedenis is zó anders dan elk ander Europees land. We hebben die lange grens met Rusland. We hadden uitstekende verhoudingen met de Russen. Finlandisering, noemden ze dat in Europa – en het kon ons niks schelen. We waren vrij en hadden het prima voor elkaar.” Toch is hij nu vóór. „Je weet gewoon niet wat Poetin van plan is.”

En ja, als reservist zou ook Ikävalko (70) bij een Russische inval natuurlijk klaar staan. „Mijn vader zei altijd dat iemand die beweert dat hij nooit bang was in de oorlog liegt”, zegt hij. „Oorlog is natuurlijk iets verschrikkelijks. Maar als je je eigen land moet verdedigen, dan doe je dat gewoon.”

Lees verder…….