Een glimp zien van de reden dat Feyenoord kampioen werd

Arne Slot staat in een lege Johan Cruijff Arena, langs de zijlijn dicht tegen een hoek van het veld. Het is woensdag 27 september, rond half twee. Hij is vlot gekleed – sneakers, een grijsblauw colbert, donkere blouse en pantalon.

Drie dagen eerder is Ajax – Feyenoord stilgelegd, nadat meerdere keren vuurwerk op het veld werd gegooid. Voor lege tribunes volgt nu het restant: 35 minuten en 4 seconden. Feyenoord leidt met 3-0. Slot loopt naar een voorbeschouwend gesprekje bij sportzender ESPN. Een hand voor interviewer Hans Kraay jr., een knikje voor de cameraman.

Op de perstribune hoog in de Johan Cruijff Arena volg ik, op mijn telefoon, de live-uitzending en verwonder me over Slot. Ik zie scherpte en oog voor detail, bij een duel dat in de beleving van velen al beslist is. Het maakt de typering van vakidioot, die vaak op hem wordt geplakt, opeens heel concreet. Ik heb het gevoel een stukje van het antwoord te zien op de vraag waarom Feyenoord in 2023 kampioen van Nederland is geworden.

„Arne, enigszins tevreden dat deze wedstrijd vandaag uitgespeeld wordt?”, vraagt Kraay.

Slot: „Is niet relevant vlak voor de wedstrijd, Hans.”

De Feyenoord-coach kijkt voor het eerst achterom, waarschijnlijk naar een bal die voorbij vliegt.

Hij oogt hypergeconcentreerd. Ze hebben zich „optimaal” proberen voor te bereiden, zegt Slot. Deze 35 minuten benaderden ze als een nieuw duel. De selectie is de dag ervoor naar een hotel gegaan. Daar gaf de coach met zijn technische staf een nieuwe wedstrijdbespreking, met op details een ander tactisch plan.

„Ik denk dat deze wedstrijd het meeste denkwerk heeft gevergd van een wedstrijd die ik ooit heb voorbereid”, zegt Slot – meer nog kennelijk dan de kampioenswedstrijd in mei tegen Go Ahead Eagles. Ze staan dan wel ruim voor tegen Ajax, toch is hij er nog niet zeker van. Drie jaar eerder verspeelde hij met AZ een 4-0 voorsprong bij Sparta. Dat werd nog 4-4. Daar lag hij destijds lang van wakker, zegt hij tegen Kraay.

Het denkwerk begon al met de regels. Nadat de club van de KNVB een overzicht ontving met de voorwaarden voor het spelen van het restant, stelde Slot nog extra vragen. Mag je al gelijk wisselen bij de hervatting? En hij vroeg zich af: als je ziet dat de tegenstander dat doet, moet dat dan op het wedstrijdformulier staan? Daar had de KNVB, volgens Slot, niet direct antwoord op.

Lees ook Zegetocht van een vreemdelingenlegioen – hoe Arne Slot Feyenoord naar de titel leidde

De Mexicaanse spits Santiago Giménez viert de 2-0 tegen Go Ahead Eagles, zondag in de kampioenswedstrijd in de Kuip.

Scenario’s in zijn hoofd

Hij heeft allemaal scenario’s in zijn hoofd. Slot verwacht dat Ajax meteen een extra spits brengt, de kopsterke Chuba Akpom, om met hoge ballen iets te forceren. Slot anticipeert daar alvast op door middenvelder Ramiz Zerrouki direct te brengen in plaats van rechtsbuiten Yankuba Minteh. Hierdoor hoopt hij controle te hebben op het middenveld – Zerrouki is volgens hem goed in kopduels.

Hij kijkt nog een keer achterom, maar nu scherper, naar de hoek van het veld waar Ajax warmdraait met wat oefeningen. „Dat was natuurlijk ook onze interesse, hoeveel spelers de warming-up zouden doen bij Ajax”, zegt Slot, omkijkend en pratend tegelijk voor de camera. „Dat zijn er dertien. Dus … dat zijn allemaal dingen waar we op het laatste moment in moeten schakelen.”

Kraay: „Daaruit maak jij op dat ze snel gaan wisselen?”

Slot: „Daarmee is het in ieder geval niet uitgesloten.”

Observeren is een van de kwaliteiten van Arend Martijn (‘Arne’) Slot. Hij wil zoveel mogelijk aspecten beïnvloeden als coach, dus is het van belang dat hij dingen doorziet. Hij heeft dit – waarschijnlijk – van zijn vader Arend, een onderwijzer die als trainer in het amateurvoetbal actief was. Die zag ook alles.

Eerder vertelde voormalig Feyenoord-aanvoerder Orkun Kökcü dat als hij een keer wat minder inzet toonde tijdens een training, hij gelijk „op het matje werd geroepen” door Slot. „Je kan nooit minder trainen bij deze trainer.”

„Hij heeft hele goede zintuigen”, zei goede vriend en oud-prof Gerald van den Belt een jaar geleden tegen NRC. „Ook bij arbitrale beslissingen, hij ziet gelijk of het wel of niet buitenspel is.”

Het gaat verder dan alleen voetbalzaken.

Dit jaar vroeg hij voor een persconferentie aan Mikos Gouka, Feyenoord-volger van het Algemeen Dagblad: „Heb je nieuwe schoenen?” Dat klopte, zegt Gouka nu. Grijze, lage sneakers. Merk Scalpers, uit Spanje.

En als Martijn Krabbendam, Feyenoord-watcher bij Voetbal International, voor een persconferentie een klein metalen voorwerp verliest waar verder niemand acht op slaat, wijst Slot hem erop. „Hó, Martijn.” Het was een trekkertje die je aan de rits van een jas klikt. Krabbendam, nu: „Die zat blijkbaar los en Arendsoog had ’t in de gaten”.

Als hij dit soort details al opmerkt op wekelijkse persmomenten met journalisten, hoe gaat dat dan op dagelijkse basis bij zijn spelers?

Als Feyenoord-aanvaller Calvin Stengs even later tijdens de wedstrijd doorbreekt op de rechterflank, galmt de stem van Slot door het stadion. „Restverdediging!” Een bekende term voor het regelen van de defensieve organisatie wanneer een ploeg in de aanval is. Seconden later maakt Feyenoord-spits Santiago Giménez 4-0, kort na de hervatting. Het blijft bij die score: de grootste Eredivisiezege van Feyenoord ooit in een uitwedstrijd tegen Ajax.

Een half uurtje later heeft Slot al gezien dat scheidsrechter Serdar Gözübüyük gaat affluiten. Hij draait zich om naar zijn stafleden, met een gebalde vuist. Nog voor het eindsignaal zegt hij: „Lekker mannen.”

Leeslijst