Pakistan wil méér dan noodhulp na de overstromingen: ‘Die zijn niet onze schuld’

Watersnood Op de klimaattop in Egypte werpt Pakistan zich op als pleitbezorger voor compensatie van klimaatschade door westerse landen. De watersnood van deze zomer „heeft al onze prioriteiten omgegooid”.

Pakistaanse vrouwen proberen in het overstroomde land nog iets te vinden om hun dieren mee te voeden, eind augustus in de zuidelijke provincie Sindh.
Pakistaanse vrouwen proberen in het overstroomde land nog iets te vinden om hun dieren mee te voeden, eind augustus in de zuidelijke provincie Sindh.

Foto Asif Hassan/AFP

Hoe druk je de schade van een natuurramp uit? In de Pakistaanse provincies Sindh en Beloetjistan is er na de overstromingen van deze zomer haast geen plek meer voor de doden. In september stonden begraafplaatsen, zoals bij de stad Dadu in de delta van de rivier de Indus, blank. Ook de moskee was ondergelopen: „We hebben één klein lapje grond gevonden, een soort zandbank, of eigenlijk was het de berm, voor de moskee. Dat is de plek waar we nu kunnen komen om te bidden”, vertelden achtergebleven dorpelingen toen aan NRC. Lokale Pakistaanse media schreven recent dat nabestaanden hun doden – de ruim zeventienhonderd mensen die waren verdronken, of de mensen die sindsdien overleden aan door water overgedragen ziekten – nog niet kunnen begraven. Het land is nog steeds niet droog.


Lees ook Pakistanen door watersnood in tenten of in de berm: ‘Ik was bang dat het water ons zou overvallen’

De akkers zijn evenmin hersteld voor de volgende oogst – precies zoals de boeren in het belangrijke agrarische gebied al vreesden. Door de weggeslagen bruggen, dijken en dammen komen transport van goederen en andere economische activiteiten nog slecht op gang. Van dertig miljoen mensen moet de woning worden opgeknapt of volledig herbouwd.

Om het in geld uit te drukken: de door het water veroorzaakte schade bedraagt naar schatting 40 miljard euro, maakte de Pakistaanse klimaatraad, de federale overheidsinstantie die nu communiceert over de overheidsplannen in de nasleep van de overstromingen, in oktober bekend. Dat is een kwart meer dan een schatting een maand eerder.

Pakistan kan dat bedrag zelf onmogelijk opbrengen. Onderwijl bevat het fonds dat door de Verenigde Naties in het leven werd geroepen voor directe hulp – van zorg tot schoon drinkwater – nu slechts 90 miljoen van de 816 miljoen euro waar om was gevraagd, volgens persbureau Reuters.

Voor het herstel richt Pakistan zich nadrukkelijk tot de internationale gemeenschap. Premier Shehbaz Sharif vroeg om noodhulp – maar de dringendste oproep kwam de afgelopen weken van Sherry Rehman, de federale klimaatminister. Zij wil niet zomaar hulp bij het opkrabbelen na de watersnood, maar genoegdoening. De overstromingen werden immers waarschijnlijk deels veroorzaakt door klimaatverandering – een probleem waaraan het land amper heeft bijgedragen. Die one-liner liet de minister regelmatig horen: „Pakistan is voor nog geen één procent verantwoordelijk voor de uitstoot, maar wij zijn wel het land dat nu de ergste effecten ondervindt.”

De rijstaanplant in de Pakistaanse provincie Sandh is door de overstromingen zwaar beschadigd geraakt.
Foto Asif Hassan/AFP

Financiële ‘reparaties’

„Al onze prioriteiten zijn hierdoor veranderd”, stelde Rehman toen ze de Pakistaanse agenda bekendmaakte voor COP27, de mondiale klimaattop die nu aan de gang is in de Egyptische badplaats Sharm-el-Sheikh. Het besef dat de effecten van klimaatverandering landen niet in gelijke mate treffen, en zelfs vaker kwetsbare landen als Pakistan, is er een belangrijk thema. De Pakistaanse delegatie is flink vertegenwoordigd op de top en heeft zich met de recente watersnood opgeworpen tot uitgesproken voorvechter van financiële ‘reparaties’.


Lees ook Het debat over de kosten van klimaatschade is onontkoombaar

Premier Sharif trad bij de openingsvergadering op als vicevoorzitter, op uitnodiging van organisator Egypte, om de gevolgen die de klimaatcrisis nu al heeft nog eens te benadrukken. Pakistan is momenteel ook de voorzitter van de G77+China, een samenwerkingsverband van de ontwikkelingslanden die op de internationale klimaatvergaderingen vaker samen belangen behartigen.

Sherry Rehman heeft een duidelijk doel: zij wil een financieringsinstrument voor wat in de klimaatonderhandelingen ‘loss and damage’ is gaan heten: rijkere landen, die meer verantwoordelijkheid dragen voor de uitstoot, moeten kwetsbare armere landen niet alleen bijstaan bij rampen of bij de financiering van klimaataanpassing, ze moeten ook compensatie betalen.

„Het gaat niet om ‘hulp’. Het Westen moet verantwoordelijkheid nemen”, zegt Zareen Qureshi aan de telefoon, een activiste die de afgelopen weken in de noordelijke provincie Beloetsjistan inventariseerde wat de overstromingen daar aanrichtten. „Het zou een gegeven moeten zijn dat de mensen die nu getroffen zijn door de overstromingen, worden geholpen om te kunnen overleven – voedsel, medicijnen. Maar degenen wier gedrag het probleem heeft veroorzaakt, moeten méér doen. Hun acties kunnen ze niet meer terugdraaien, wij merken nu de gevolgen van de opgestapelde emissies.”

Van dertig miljoen Pakistanen moet de woning worden opgeknapt of volledig herbouwd.
Foto Zahid Hussain/AP

Dekolonisatie

Net als andere Pakistaanse activisten verbindt Qureshi de vraag om klimaatcompensatie aan dekolonisatie: de Westerse landen begonnen met uitstoten toen zij een economische en politieke voorsprong hadden, en nu worden de voormalige koloniën ook nog in hun ontwikkeling geremd als zij zich committeren aan emissiereducties uit de mondiale klimaatdoelen.


Lees ook Afrika is klaar met westerse hypocrisie over klimaat

Al in 2009 zegden westerse landen een fonds van 100 miljard euro toe dat vanaf 2020 zou kunnen worden aangesproken voor klimaatadaptatie – aanpassingen om schade door klimaatverandering tegen te gaan. Dat bedrag is nog niet bereikt. Volgens Maarten van Aalst, directeur van het klimaatcentrum van het Internationale Rode Kruis, is er bij ontwikkelingslanden veel wantrouwen doordat westerse landen hun beloften tot nu niet hebben vervuld. Ze stoten nog steeds te veel broeikasgassen uit, zelfs nu de meest kwetsbare landen al hard getroffen worden, en kwamen afspraken over financiële steun voor adaptatie niet na. Dat zorgt dat snelgroeiende ontwikkelingslanden zelf ook niet bereid zijn hun uitstoot terug te dringen.

Activiste Qureshi, die de Pakistaanse klimaatminister Rehman prijst wegens haar publieke optredens, die ook in het land zelf zorgden voor meer besef over klimaatverandering, denkt dat empathie tussen landen zal bijdragen aan klimaatgerechtigheid.

„Als burgers in Europa nu nog niet inzien hoe ver de klimaatcrisis gevorderd is, hebben zij een gebrek aan inlevingsvermogen”, zegt Qureshi. „Dit probleem zal ook hen treffen – maar de effecten zullen ze minder voelen, want hun landen zijn al beter in staat weerstand te bieden.” Pakistan daarentegen zal zich op een volgende ramp moeten voorbereiden, terwijl het land herstelt van de vorige.

Bij die wederopbouw komt behalve kennis ook veel emotie kijken: „Hoe groot de ramp ook is geweest, de bewoners voelen zich nog altijd verbonden met het gevaarlijke gebied. Zij leefden al generaties lang in het overstromingsgebied. Hun voorouders liggen er begraven.”

Lees verder…….