Column | Neigen naar een voldoende

We kwamen terug uit Mexico. Dat was eens, maar voorlopig nooit weer. We hadden allemaal last van het tijdsverschil. „Waarom moeten wij midden in de nacht naar school”, vroeg Leah van Roosmalen (6). Ik stopte ze allemaal in de bakfiets.

Vier roodverbrande kreeften in een vrieskist, het temperatuurverschil wende dan wel weer meteen.

De gesprekken met de andere ouders op het schoolplein waren in feite dezelfde als die in het vliegtuig.

Half dromend, half wakker, was ik opeens diep geraakt door de seizoenen.

Ik stond stil op het bruggetje, het water was bevroren.

„Lente – zomer – herfst – winter – en dan weer lente, dat gaat maar door.”

Zei ik dat echt hardop?

Opeens daalde het besef in dat je alleen van het voorjaar kunt genieten als je de winter hebt doorstaan. Ik zei het tegen de andere klanten bij bakker Kaskes, op honderdvijftig meter van de tussenwoning.

Ze keken me aan alsof ik gek was.

Was dat zo?

„Ben ik gek”, vroeg ik thuis.

Er werd niet op gereageerd.

Logisch, die hadden ook allemaal een jetlag.

Overdag kon ik overal slapen, ’s nachts lag ik doodmoe wakker.

Ik viel in slaap in de perskamer van de Jaarbeurs, tijdens de Vakantiebeurs. „Daar ligt Marcel van Roosmalen”, hoorde ik de gastvrouw zeggen. „Hij kwam voor een reportage.” Daarna: „Hij zal toch niet overleden zijn?” Ik schrok overeind.

Boven me stonden twee jongens van de school voor journalistiek, vestiging Utrecht. Eentje zei maar eerlijk dat hij het jammer vond dat ik toch nog leefde, het was anders een mooie reportage geweest. De ander had mij gefilmd en vroeg keurig of hij het op de socials mocht plaatsen.

„Ik kom uit Mexico!”, zei ik.

„Mogen we u daarover interviewen?”

Het reisbureau bleef maar vissen hoe we het hadden gehad

Het land was er ondertussen ook niet beter op geworden. Ze onderhandelden nu ook al in een rooktent over een nieuw kabinet. Pieter Omtzigt trakteerde op zijn verjaardag op krentenweg, de onbenul Peter Rovers had zichzelf voor langere tijd aangesteld als algemeen directeur van Vitesse.

Ik was nu definitief gestopt met Nicotinell, nooit meer een zuigtablet bij moeilijk sociaal verkeer. Dat had ik dan toch maar mooi aan Mexico te danken.

Het reisbureau bleef maar vissen hoe we het hadden gehad, ik begon er steeds meer naar te neigen om een voldoende uit te delen.

Marcel van Roosmalen schrijft op deze plek een wisselcolumn met Ellen Deckwitz.