Column | Littekenweefsel

In Europa

In Europa

In landen die tijdens de eurocrisis klappen kregen, zoals Griekenland, Spanje, Italië en Portugal, loopt de besteding van de Europese coronaherstelfondsen goed. Als je praat met mensen die betrokken zijn bij het toekennen en besteden van die fondsen – 800 miljard euro aan subsidies en leningen om Europese economieën er na de pandemie bovenop te helpen – hoor je dat geregeld. In Athene of Lissabon zijn ze gewend om geld te krijgen in ruil voor hervormingen. Op ministeries in deze hoofdsteden is dit soort bemoeienis niets nieuws. Landen die tijdens de eurocrisis drastisch moesten hervormen, anticiperen daar zelfs op. Hun projectvoorstellen zijn vaak gedetailleerd, omdat ze weten dat Brussel dat wil. Als Europese ambtenaren kritiek hebben, wat vaak het geval is, wordt die kritiek verwerkt en klaar is Kees.

Dit soort inkijkjes in de Europese keuken toont hoe snel verhoudingen binnen Europa kunnen veranderen. En hoezeer we moeten oppassen met clichés en keiharde meningen over andere landen. Voor je het weet, haalt de realiteit je alweer in.

Andersom werkt het natuurlijk ook. Voorstellen van noordelijke landen voor de besteding van coronafondsen zijn vaak korter en minder concreet. Als Brussel extra details vraagt, of garanties dat die hervormingen er echt komen, reageren de noorderlingen soms enigszins gestoken: waar bemoeit Brussel zich mee? Tijdens de eurocrisis waren zíj het die eisen stelden. Als kredietverleners veranderden ze punten en komma’s in Griekse of Portugese hervormingsplannen. Zij bepaalden welke wetten er veranderd moesten worden, en hoe. Nu hebben ze soms moeite om zelf in de rol van ontvanger te zitten en kritiek te krijgen. Sommige van hun projecten komen daardoor moeizamer op gang.

Verhoudingen tussen EU-landen veranderen heel snel: zie Polen

Hoe snel de positie van landen in Europa kan veranderen, toont ook Polen. Een jaar geleden was het land totaal gemarginaliseerd. De vete met de EU over de rechtsstaat vergiftigde alles. Op diverse terreinen, waaronder de buitenlandse politiek, nam de Poolse invloed in Brussel af. Iedereen liep met een boog om het land heen, wachtend op betere tijden. Nu, door de oorlog in Oekraïne, is Polen terug van weggeweest. Hulpgoederen, wapens, buitenlandse bezoekers, vluchtelingen – alles wat van of naar Oekraïne moet, loopt via Polen. Zelfs op het gebied van de rechtsstaat doet Polen concessies. Niet genoeg, maar de beweging op zich is interessant, omdat dit laat zien dat dingen nooit hetzelfde blijven in Europa.

Ook de positie van Nederland in Europa, harder geraakt door Brexit dan andere EU-landen, is afgelopen jaren veranderd. Zonder machtige Britse liberale vrienden moest het roer in Den Haag radicaal om. Tegenwoordig bouwt Nederland coalities, ook met landen waarmee het vroeger in Europa amper zaken deed. Dat werpt zijn vruchten af: als EU-landen iets willen pushen of blokkeren in Brussel, bellen ze na Berlijn en Parijs vaak Den Haag.

Zo is Europa constant in transformatie. De verliezers van de vorige crisis kunnen de winnaars zijn van de volgende: zuidelijke landen hebben minder last van de energiecrisis dan wij en groeien harder. Zweden en Denemarken, die decennialang vooral voor de ‘markt’ in de EU zaten, zoeken nu ook op politiek en veiligheidsgebied meer dekking op het continent.

Tijdens de eurocrisis, toen er een diepe kloof was tussen noord en zuid, voorspelden sommigen dat de eurozone uiteen zou vallen in een ‘neuro’ en ‘zeuro’. Tijdens de vluchtelingencrisis botsten oost en west juist. Nu Midden-Europa miljoenen Oekraïners opvangt, verandert de discussie totaal.

Zo produceert elke crisis in Europa een breuk en vervolgens een litteken, bovenop littekens die er al waren. Dit littekenweefsel ‘trekt’ soms (vetes worden zelden vergeten), maar is ook flexibel en meer solide dan veel mensen denken. Want vandaag vecht je met land X over visquota, maar morgen heb je X nodig in je gevecht tegen land Y over gasprijzen of nieuwe staatssteunregels. Iedereen weet dat. Zo werkt het. Gelukkig maar.

Lees verder…….