Column | Liefdeloze clubliefde

Carolina Trujillo

Op tv kwam een fragment voorbij waarin RKC-supporters werd gevraagd wat ze zouden doen als ze moesten kiezen tussen RKC of carnaval. De tot cameravoer verworden supporters werden verscheurd door de keuze. „Nee, dat kan ik niet hoor.”

„Dat is kiezen tussen je vader en je moeder.”

Twee van hen lieten zich tot een keuze knijpen: RKC, luidde het antwoord tweemaal.

Clubliefde toonde zich sterk genoeg om carnaval te kunnen kloppen. Clubliefde heeft heel wat verjaardagen, bruiloften, begrafenissen en waarschijnlijk hele relaties in het stof doen bijten. Clubliefde word bezongen en gekoesterd door clubliefhebbers, maar nooit wordt er eens berekend waar die liefde vandaan komt. Het is met liefde misschien niet zoals met geld dat je haar slechts een keer kunt uitgeven, maar onuitputtelijk is ze ook weer niet. De liefde die je aan je club geeft, kun je niet meer aan je kinderen, partners of huisdieren geven. Dan moet je een nieuw potje aanbreken.

Supporters van het zweverige soort zullen zeggen dat dit onzin is, dat liefde eindeloos is en er geen grens bestaat aan wat een mens kan liefhebben, maar die mogen dan uitleggen waarom concentratie wel eindig is. Of waarom een mens niet eindeloos kan koesteren of haten. Op een gegeven moment ben je uitgekoesterd en uitgehaat. Dan is de koek op en moet je iets anders gaan doen en bijtanken. Hetzelfde geldt voor de liefde. Hoe groter de clubliefde, hoe minder er overblijft voor al het andere beminde, wat zweefsupporters ook beweren.

Clubliefde moet ergens vandaan komen, als het niet uit dat potje wordt gehaald, dan uit het andere. De supporter die zich hiervan bewust is, kan zijn uitgiftepatroon in de gaten houden. Misschien is hij voor de club bereid te beknibbelen op zijn liefde voor muziek, maar minder op die voor zijn kinderen, al zal dat eerder andersom zijn.

Met deze gedachten keek ik zaterdagavond bij het mannenvoetbal naar Feyenoord-AZ. De hele dag regende het voorbeschouwingen. Op tv bewezen liefhebbers uit het betaald voetballiefhebben dat ze door alleen te luisteren naar het commentaar rond een doelpunt, konden raden wie er scoorde en bij welke wedstrijd. Als hint gaf de presentator steeds ongevraagd aan dat hij met de scorende speler bevriend was. Er werd geschakeld naar de Kuip. In beeld telde een klok af naar de aftrap: nog 56 minuten. Die werden gevuld met mijmeringen over mogelijkheden op het middenveld, weetjes over de spelers en beelden van de arriverende spelersbussen.

Uit pure clubliefde werd in Rotterdam zoveel vuurwerk afgestoken dat toen de spelers het veld betraden, ze door de rook amper te zien waren. In de zeventiende minuut kopte Feyenoorder Javairô Dilrosun hem er zelf voor AZ in, maar clubliefde gaat, op een enkele keer na, diep genoeg om het eigen doelpunt te vergeven. Aan de voorsprong werd een eind gemaakt door twee oud-AZ spelers die nu Feyenoorder zijn. In hun dug-out stond Arne Slot, de ex van AZ. In de laatste reguliere minuut scoorde hij met zijn nieuwe vlam de 2-1.

Op het veld toonde clubliefde zich grillig, zeg maar rustig: niet bestaand.

Carolina Trujillo is schrijfster.

Lees verder…….