Column | Lange films en series: veel filler, weinig killer

Bij een ouderwets korte speelfilm bedacht Thijs Schrik dat de gesprekken over lengte ook van toepassing zijn op de tv-wereld: films én series worden langer. Maar beter van meer kijkminuten worden ze zelden.

Thijs Schrik

Baanbrekend kun je de geinige ‘whodunnit’ See How They Run niet noemen. Toch voelde de film als een verademing toen ik hem op een regenachtige zondag in de bios zag. See How They Run is zo’n solide drie ballen-film die je niet zo vaak meer tegenkomt. Charmante acteurs, prima grapdichtheid, een redelijk goed afgerond mysterie en vooral: een relatief korte speelduur. Na 98 minuten ben je klaar. „Soms heb je zin in haute cuisine en soms in een simpel pastaatje”, concludeerde mijn vriendin achteraf in de kroeg. Er was borreltijd die we niet zouden hebben na de zoveelste opgeblazen blockbuster (hallo daar, Jurassic World Dominion).

Ik schrok diezelfde dag een beetje toen ik las over de speelduur van Bardo (or False Chronicle of a Handful of Truths), het nieuwste epos van Oscarmagneet Alejandro Iñárritu (Birdman, The Revenant). Bezoekers van het filmfestival in Venetië kregen een film van maar liefst 174 minuten te zien. De buzz na afloop: deels indrukwekkend, maar veel te lang. Iñárritu ging opnieuw de montagekamer in en haalde er 22 minuten af. „Ik heb de film beetje bij beetje strakgetrokken”, vertelde hij aan de site Indiewire. Toch verdedigde hij de speelduur. „Ik heb films gezien van tachtig minuten die te lang zijn”, zei hij. „Of drieënhalf uur en helemaal niet te lang.”

De gesprekken over lengte zijn ook van toepassing op de tv-wereld. Dankzij streamingdiensten hebben seriemakers minder tijdsrestricties gekregen en wordt het zelfs aangemoedigd om verhalen langer te maken. Daarnaast worden filmscripts steeds vaker omgebouwd tot miniseries, omdat die beter verkopen tegenwoordig. De succesvolle miniserie The Queen’s Gambit is hier een bekend voorbeeld van. Of denk aan Obi-Wan Kenobi, een Star Wars-serie die begon als filmscenario. Een miniserie levert nu eenmaal meer ‘kijkminuten’ op dan een film, iets waar de streamers gek op zijn. Soms geeft die extra tijd ruimte voor karakterontwikkeling en mooie momenten die niet worden gedreven door plot. Te vaak is het niet meer dan filler.


Lees ook: Jeff Bridges gromt als geen ander in ‘The OId Man’

Zelfs tijdens het kijken naar de onderhoudende thrillerserie The Old Man met Jeff Bridges kreeg ik dat gevoel. De serie, vanaf deze woensdag in Nederland te zien, is het kijken waard vanwege het spel van de grommende Bridges. Helaas voelt bijna iedere aflevering tien minuten te lang. De makers maken het nog lang niet zo gortig als het team van Stranger Things, dat het afgelopen seizoen alleen nog maar lange afleveringen over de kijkers uitstortte. De seizoensafsluiter duurde zelfs 150 minuten.

Je snapt daarom wel waarom filmregisseur James Cameron zich weinig aantrekt van klachten over de lengte van zijn producties. Zijn langverwachte vervolg op sciencefiction-hit Avatar komt in december eindelijk uit en zal zo’n drie uur duren. Maar ga daar alsjeblieft niet over zeuren, zei hij tegen tijdschrift Empire: „Ik wil niemand horen over de lengte als ze wel acht uur lang tv kunnen bingewatchen.” Cameron geeft ons gelukkig toestemming om het toilet te bezoeken in de bios: „Het is oké om op te staan en te gaan plassen.” Ik reserveer alvast een plekje bij het gangpad.

Thijs Schrik is film- en serierecensent.

Lees verder…….