Column | De hand van je dochter

Marijn de Vries

Er liggen geen wielrenners in de hotelbedden te netflixen, met hun benen omhoog. Er staan geen kratten vol met havermout, pindakaas, flessen water en fruit bij de deur van de soigneur. Er drijft geen geur van massageolie door de gang. Hoe het er wel is, in de hotels in en rond Antalya, durf ik me niet voor te stellen.

In plaats daarvan staat de man in de oranje veiligheidsjas op mijn netvlies gebrand. Als je niet beter weet, zou je kunnen denken dat hij een werkman is. Eentje die veel op moet ruimen. Hij zit middenin een hoop met puin.

Normaal gesproken zou ik dit weekend ergens halverwege de middag denken: even kijken hoe het in de Ronde van Antalya gaat. Ik zou met een half oog op mijn spelende dochters en een half oog op de televisie zien hoe een peloton met deels bekende, deels onbekende namen door het Turkse achterland zou razen, of langs de kust. Klimmetje over, richting de finish. Sprint.

De werkman in het oranje zit in elkaar gedoken, de capuchon van zijn jas tot halverwege zijn achterhoofd omhoog. Hij heeft zijn rechterhand in zijn zak. Met zijn linkerarm leunt hij op een oud matras. Lijkt het.

Normaal gesproken had ik er nu geen idee van dat Hatayspor-voetballer Christian Atsu zondag in de 97ste minuut nog scoorde, het enige doelpunt in de wedstrijd tegen Kasimpasa in de Turkse competitie. „Belangrijke overwinning voor het team. Blij dat ik gescoord heb”, staat er op Atsu’s Instagram. Hij speelde tien jaar geleden voor Vitesse. Sindsdien zwierf hij de voetbalwereld over, van club naar club. Dit seizoen was bij neergestreken in Turkije.

Aan het matras hangt een roze vod, vermoedelijk een kussensloop. Het leidt de aandacht af. Maar als je echt goed kijkt, dan zie je dat de man in de oranje werkjas niet leunt, maar een hand vasthoudt. Meer is er niet te zien. Alleen een handje. Het steekt onder een dikke betonplaat uit.

Het is zo vanzelfsprekend dat alles er is, tot het er niet meer is. Het is zo normaal dat de wereld draait, tot hij stil komt te staan. Zondag zou de Ronde van Antalya na vier dagen finishen. Volgend weekend zou Atsu weer spelen in de Süper Lig, tegen Konyaspor. Maar de Ronde van Antalya ging nooit van start. De regio is zelf niet zwaar getroffen door de aardbeving, maar de ziekenhuizen en hotels liggen vol slachtoffers. Waar Christian Atsu is en of hij nog leeft, is onbekend.

De man in de oranje werkjas houdt de hand van zijn dochter vast. Ze heet Irmak. Ze is vijftien. Ze had niet eens tijd om haar bed uit te komen. Ze is er niet meer en het enige wat hij nog kan doen, is haar vingers strelen. Alleen op de foto kan hij daar eeuwig blijven zitten, haar hand in de zijne, bij de brokken van zijn ingestorte huis. Maar ergens tussen het maken van de foto en nu heeft hij moeten loslaten. Ik blijf er maar aan denken: het moment van loslaten van die kleine hand.

Als aardplaten als ijsschotsen kruien, dan is niets dat ooit belangrijk leek nog relevant. En tegelijkertijd alles. De Ronde van Antalya. Scoren in de 97ste minuut. De hand van je dochter in de jouwe. Het is alles dat er is.

Marijn de Vries is oud-profwielrenner en journalist.

Lees verder…….