Column | Een beetje liefde voor Brian Brobbey

Brian Brobbey is te vaak uit balans, las ik bij de NOS. Nogal wiedes dat hij uit balans is, dacht ik, met alles wat er bij zijn club gebeurt. Maar zo bedoelde Roy Makaay het niet. Hij valt te vaak na een schot, en dan is het moeilijk om de bal in de goede richting te krijgen, voegde de analist eraan toe – misschien is hij te wild en te gehaast.

Of misschien twijfelt hij te veel, dacht ik. Omdat hij weet dat hij moet scoren. Voor zijn collega’s, voor de club, voor heel het land. Het moeten wordt steeds groter. Om die hele serie wedstrijden zonder overwinning, om wat al die mensen zeggen, om wat journalisten schrijven, om de stand op de ranglijst – een schandvlek op Ajax’ blazoen.

Sommige voetballers spreken je meer aan dan anderen, en dat begint soms al bij een naam. Brian Brobbey klinkt als Kuifje. Of als Suske en Wiske. Maar dan met zijn eigen serie: Brian Brobbey en de Bikkelharde Ballenjassers. Brian Brobbey Gooit de Beuk erin. Zo groeide hij op bij Ajax. Als het voorbeeldjongensboek: geboren in de Bijlmer, altijd voetballen op het pleintje met zijn broers. Op zijn achtste gescout bij AFC. Zijn vriendjes uit de jeugd werden zijn beste maten, en collega’s in Ajax 1.

Het moeten scoren heeft immense proporties gekregen. Omdat hij terug mocht komen, na een onfortuinlijk avontuur in Leipzig. Marc Overmars had nog tegen hem gezegd: je gaat Ajax missen, je had je mooiste jaren hier, je jeugdjaren. Maar je weet pas wat je mist als je weg bent. Had hij vakantie, dan was hij bij zijn moeder in Amsterdam. Ga je nog wat doen dan, vroeg Andy van der Meijde hem tijdens een autorit. Hij zei: ik doe toch al wat man, ik ben bij m’n moeder.

Zo’n jongen dus. Achter zijn stoïcijnse houding zacht en puur. Hij was nog maar negentien toen hij naar Duitsland vertrok. Nu is hij 21 en moet hij het waarmaken. Het moet, om zoveel redenen die groter zijn dan Brobbey zelf. Psychologiseren mag niet weten ze bij Almere City maar al te goed, maar toch zag ik in de heen en weer schietende ogen van Brobbey niets dan twijfel en angst voor de vragen van de journalisten, nadat hij tegen PSV drie levensgrote kansen had gemist.

Hij is te vaak uit balans. Net die paar tienden van seconden van twijfel zijn funest. Steven Berghuis durfde het te benoemen toen Ajax deze week éindelijk won, van FC Volendam: ik denk meer na dan normaal, ik ben besluiteloos, en dan is het moment weg. Dan mis je. En dan word je gefileerd door analisten. Marco van Basten zei: Brobbey heeft twaalf jaar lang in de opleiding van Ajax gezeten, maar nog steeds geen flauw idee wat hij moet doen voor de keeper.

Wie ben ik om Van Basten tegen te spreken – maar toch vraag ik me af of dat echt zo is. Nu Brobbey een beetje liefde krijgt van John van ’t Schip, die het familiegevoel wil terugbrengen, de beleving, en daar na het overlijden van zijn vrouw vorige maand zijn hart en ziel voor geeft, zou er zomaar iets kunnen veranderen . Je zag het donderdag al gloren, tegen Volendam. Doe mij dat nieuwe boek maar: Brian Brobbey en de Betere Balans.

Marijn de Vries is oud-profwielrenner en journalist.