Het geduld van de toptennissters met de WTA raakt op

Het moest een feestelijke afsluiting van het tennisjaar zijn. Deze week worden op het schiereiland voor de kust van de Mexicaanse vakantieplaats Cancún, een dunne strook vol met luxueuze hotels, privé-stranden en wuivende palmbomen, de WTA Finals gespeeld, een van de meest prestigieuze tennistoernooien van het jaar. Alleen de acht beste speelsters ter wereld zijn uitgenodigd, zij mogen een prijzenpot van 9 miljoen dollar (zo’n 8,5 miljoen euro) verdelen. Dit weekend staan de halve finales en finale op het programma.

Maar het is deze week nauwelijks over de prestaties op de baan gegaan. Over hoe de als vijfde geplaatste Amerikaanse Jessica Pegula op het juiste moment in vorm is en won van Aryna Sabalenka (1) uit Wit-Rusland, de Kazachse Jelena Rybakina (4) en de Griekse Maria Sakkari (8). Of over de Poolse Iga Swiatek (2), die nog altijd kans maakt om de eerste plek op de wereldranglijst over te nemen van Sabalenka – als ze erin slaagt om het toernooi te winnen.

In Mexico gaat het vooral over de baan waarop wordt gespeeld. Nadat minder dan twee maanden van tevoren was besloten dat het toernooi in Cancún gehouden zou worden, werd in allerijl een stadion aangelegd op een grasveld voor het lokale Marriott-hotel. De kwaliteit van die gelegenheidsbaan laat te wensen over; ballen stuiterden deze week soms ineens niet op. Omdat het stadion pas een dag voor het begin van het toernooi klaar was, hadden de speelsters ook nauwelijks op de baan kunnen trainen.

„Ik voel me totaal niet gerespecteerd”, zei lijstaanvoerder Sabalenka op de persconferentie na haar eerste wedstrijd. De Wit-Russische kreeg bijval van Swiatek, Rybakina en de Tsjechische Marketa Vondrousova (7). Sabalenka zei zich onveilig gevoeld te hebben terwijl ze bewoog over de baan, bang voor blessures. „Dit is niet het niveau dat wij verwachten voor een toernooi waar zoveel op het spel staat.”

Langlopend dispuut

De frustratie van de topspeelsters richt zich op de Women’s Tennis Association (WTA), de organisatie voor proftennissters. De omstandigheden in Mexico zijn voor hen de druppel in een langlopend dispuut met de bond. Al jaren zijn de profspeelsters ontevreden over het overvolle speelschema, het in vergelijking met de mannen lage prijzengeld en het gebrek aan compensatie bij zwangerschapsverlof of blessures. Begin oktober schreven 21 speelsters, onder wie een groot aantal uit de top-20 van de wereldranglijst, hierover een brandbrief aan de WTA, zo onthulde The Athletic deze week.

Hun kritiek wordt breed gedragen binnen de sport, zegt de Belgische tennisster Greet Minnen, momenteel 62ste op de wereldranglijst. „Er wordt onderling veel over gesproken. Als ik de brief had gezien, had ik hem ook ondertekend.” Ook Arantxa Rus, op plaats 51 de hoogst geklasseerde Nederlandse speelster, weet van de onvrede. „Je hoort dat er klachten zijn.”

Dat de topspeelsters zich nu uitspreken, is belangrijk, zegt Minnen. De kans is groter dat er dan wordt geluisterd door de WTA. Voor lager geklasseerde speelsters spelen de problemen al veel langer. Het is noodzakelijk om in de top-100 te staan en in het hoofdtoernooi van de grand slams te spelen, zegt Rus. „Anders kun je niet leven van deze sport.”

Minnen stelt dat een jaar op de WTA Tour al gauw een ton aan onkosten met zich meebrengt: reizen, hotels, salarissen van een begeleidingsstaf. Die kosten lopen altijd door, ook tijdens een blessure of zwangerschap. Minnen: „Het zorgt voor een constante druk. Je denkt de hele tijd: ik moet niet terugvallen, niet geblesseerd raken. Anders droogt mijn inkomen op.”

Eind vorig jaar maakte de nummer twee van België het zelf mee, toen ze vanwege problemen met haar rug vier maanden niet kon spelen. Ze zakte daardoor naar plaats 250. Tegelijkertijd brak ze met haar coach en moest ze op zoek naar een nieuwe. „Met iemand in zee gaan, was een flink financieel risico dat ik toen moest nemen.”

Basissalaris

Vanwege die financiële onzekerheid besloot de ATP, de mannelijke equivalent van de WTA, vanaf volgend seizoen de top-250 van de wereldranglijst een ‘basissalaris’ te geven van minimaal 75.000 dollar, oplopend tot 300.000 dollar per jaar – afhankelijk van de ranking. De tennissters willen dat ook, plus een gegarandeerde compensatie van twee jaar bij zwangerschap. Rus: „Het zou betekenen dat er meer spelers van hun sport kunnen leven, dat lijkt me een goed idee.”

Maar de WTA zegt daar geen geld voor te hebben. Voor het vrouwentennis is minder commerciële interesse dan voor de mannen. De WTA leed de afgelopen jaren bovendien tientallen miljoenen verlies, mede door een gedwongen vertrek uit China vanwege de beperkingen die het land oplegde tijdens de coronapandemie. Onder meer het lucratieve, tienjarige contract dat de WTA in 2019 had gesloten met de Chinese stad Shenzhen om de WTA Finals te organiseren – ter waarde van een miljard dollar – werd verscheurd. Sindsdien leidt het jaarlijkse slottoernooi een zwervend bestaan.

De als eerste geplaatste Aryna Sabalenka beklaagt zich over de baan bij de WTA Finals.
Foto Henry Romero

De rel rond de Chinese speelster Peng Shuai, die een overheidsvertegenwoordiger van seksueel misbruik beschuldigde en daarna tijdelijk verdween, speelde ook een rol. De WTA trok zich tijdelijk helemaal terug uit China, waar negen toernooien per seizoen werden georganiseerd, maar kwam daar in april dit jaar op terug. Die late beslissing om in China weer toernooien te laten plaatsvinden, zorgde ervoor dat het speelschema voor de herfst lang onduidelijk was, zegt Raemon Sluiter, de Nederlandse coach van de Oekraïense Elina Svitolina (nummer 25 van de wereld). „Ik denk dat de kalender nog geen twee maanden ervoor uitkwam. Dat was erg laat.”

Voor Greet Minnen betekende de late bekendmaking van het schema dat ze minder lang in Azië speelde dan ze had gewild. „Ik had intussen al andere plannen gemaakt.” Toch reisde ze voor een toernooi van een week op en neer. Een normale gang van zaken in het tennis, zegt Minnen. „Ik heb wel eens een week in Mexico gespeeld, dan in Europa, en toen weer in Mexico.” De WTA Tour vermeldt trots dat het meer dan vijftig toernooien organiseert in bijna dertig landen verdeeld over de continenten.

Lees ook Tennissende vrouwen krijgen níét net zoveel betaald als mannen. ‘Het verschil is absurd veel’

De Poolse nummer één van de wereld Iga Swiatek opende in Dubai vorige maand de discussie over de beloning voor tennissters bij kleinere toernooien.

De meeste speelsters reizen de hele wereld over omdat ze verplicht zijn aan toernooien mee te doen, helemaal als ze hoger op de wereldranglijst staan. Anders volgt een boete die kan oplopen tot duizenden dollars en lopen ze punten voor de wereldranglijst mis. Minnen: „Ik heb die wel eens betaald. Ik vind mijn gezondheid belangrijker dan die paar dollars.”

Maar Minnen ziet ook collega’s die anders beslissen. „Ze willen het startgeld opstrijken of punten halen.” Ook Rus zegt druk te ervaren omdat er zoveel toernooien zijn. „Je denkt toch: als ik nu niet speel, doen anderen dat wel.”

Saoedi-Arabië

Afgelopen juni kondigde de WTA een aantal veranderingen aan, onder meer om gelijk prijzengeld voor mannen en vrouwen te bewerkstelligen, een van de beginselen waarmee de organisatie vijftig jaar geleden door onder anderen Billie Jean King werd opgericht. Nu geldt dat alleen op de vier grand slams en een aantal masterstoernooien – voor de andere grote toernooien moet dat tussen 2027 en 2033 ook geregeld gaan worden. Daarnaast komen er meer belangrijke toernooien bij, waardoor meer speelsters volgens de WTA de kans krijgen zich te ontwikkelen.

Het speelschema wordt dus alleen maar voller. Ook lijkt het erop dat de WTA met Saoedi-Arabië in zee wil gaan om daar de komende jaren de WTA Finals te organiseren. Het zou de bond verzekeren van miljoeneninkomsten. De beoogde deal leidt tot onvrede bij (oud-)speelsters, zij wijzen op de botsing tussen de grondbeginselen van de WTA, die strijdt voor gelijke rechten tussen mannen en vrouwen, en de beperkte rechten van vrouwen in Saoedi-Arabië.

WTA-directeur Steve Simon reageerde deze week op de brandbrief van de topspeelsters met een eigen brief. Daarin schrijft hij de klachten over het toernooi in Cancún te begrijpen: „Dit is geen perfect evenement.” Simon kondigt aan dat er meer mogelijkheden gaan komen voor speelsters om toernooien over te slaan. Zaken als een basisinkomen en moederschapsverlof staan volgens hem „op de planning om bestudeerd te worden”.

Daar zit ’m het probleem. Tegen The Athletic beklaagden verschillende topspeelsters zich over het tijdspad. Waarom nog jaren wachten op gelijke beloningen en betere arbeidsvoorwaarden? Behalve op de grandslamtoernooien (waar alleen de mannen van oudsher om drie gewonnen sets spelen) doen ze toch hetzelfde werk? Het is een noodkreet die voortkomt uit de noodzaak die speelsters ervaren, zegt Greet Minnen. „Want op deze manier houden we het niet veel langer vol.”