Column | De geweldsexplosie tegen scheidsrechters is wereldwijd

Het was een razendsnelle actie. Ik moest de beelden een paar keer terugkijken. Maar wat blijft hangen is de verbeten uitdrukking op het gezicht van de voorzitter van de Turkse voetbalclub Ankaragücü terwijl hij op scheidsrechter Halil Umut Meler afstormt voor een vuistslag. „Ik heb hem nog niet vergeven. En ik zal hem ook nooit vergeven”, zei Meler deze week tegen het Turkse nieuwsblad Hurriyet.

De verleiding is groot het incident te bagatelliseren. Ach ja, Turkije. Andere cultuur. Maar hoe uniek is het wat daar gebeurde? Verre van, begreep ik uit de woorden van Pierluigi Collina, voorzitter van het FIFA-scheidsrechterscomité. „Gruwelijk”, noemde hij de aanval. Maar nog gruwelijker, zei hij, is dat duizenden onbekende scheidsrechters over de hele wereld verbaal en fysiek mishandeld worden. „Het is aan iedereen die van het mooie spel houdt om actie te ondernemen. Voordat het te laat is, voordat deze kanker het voetbal om zeep helpt.”

Een collega zette alle incidenten van het afgelopen jaar (die de media haalden) op een rij. Het resultaat is schokkend. Van Griekenland tot Peru, van Spanje tot Australië: overal worden scheidsrechters aangevallen. In minstens de helft van de beschreven incidenten gaat het om fysiek geweld. De daders zijn spelers van de tegenpartij, coaches en (vooral) supporters. De slachtoffers: bijna altijd mannen. Het gaat vaak, maar lang niet altijd, om wedstrijden in de lagere regionen van het voetbal, waarvan de beelden via sociale media verspreid worden en soms door reguliere media opgepikt. In het mannenvoetbal, want geweldsincidenten in het vrouwenvoetbal kwam ik niet tegen.

Neem de Ier (naam onbekend) die in april een gebroken rib opliep na een kungfu-trap in een eerstedivisiewedstrijd. Of de Griek Andreas Gamaris, naar wiens winkel vorige maand een brandbom werd gegooid door boze fans. Of de Peruaan Martin Rojas, die in maart door drie spelers van Deportivo San Regis werd geslagen en daarna voor zijn leven moest rennen toen een half legioen op hem afstormde. Of de Nederlandse assistent-scheidsrechter Kevin Moed, die in maart een stoel in zijn rug gegooid kreeg door Alcides-trainer Wilko Niemer. Of de Spaanse scheidsrechters die in april in een brief hun zorg uitspraken dat directeuren in de Primera División zó respectloos over hen spreken dat het geweld aanwakkert. Of de Argentijn (naam onbekend) die in juli een trap tegen zijn hoofd kreeg van de ploeggenoot van een amateurspeler die hij net rood had gegeven vanwege een duw. Of de Brit Dave Bradshaw, die in oktober een gebroken neus, gebroken ribben en een ontwrichte schouder opliep door toedoen van een boze speler van Platt Bridge. „Als het zo doorgaat vallen er doden”, waarschuwde de Britse organisatie Ref Support.

Overal ter wereld worden pogingen gedaan het geweld tegen scheidsrechters – een snel slinkende groep – een halt toe te roepen. Van zwaardere straffen voor daders, puntenaftrek voor clubs tot bodycams voor arbiters. De Britse krant Daily Mail startte vorige maand een campagne, Stop Abusing Referees, om aandacht te vragen voor de tienduizend scheidsrechters in Groot-Brittannië die hun sport de afgelopen vijf jaar de rug toekeerden. Een van hen stond de krant te woord. „Gestoord” noemde hij de geweldsexplosie in de elf jaar dat hij arbitreerde.

Laat dit stukje voor die duizenden onbekende koppen van Jut een steun in de rug zijn. Wie waren al die voetbalsterren geweest zonder scheidsrechters?

Danielle Pinedo vervangt Marijn de Vries.