Column | Autarkie

Ellen Deckwitz

Vrijdag kwam het nieuws naar buiten dat het kabinet dit jaar toch geen aanvullende tegemoetkoming van 500 euro zorgtoeslag zou verstrekken aan de armste huishoudens, omdat uitvoeringsorganisaties niet nog meer veranderingen kunnen verwerken in hun systemen. Het was geen onwil, maar gewoon technisch onvermogen, aldus Rutte. Over de 1,2 miljoen huishoudens die volgens de laatste berekeningen van het CPB vanaf het najaar dan niet meer de energierekeningen en zorgverzekeringen konden betalen, had de premier het verder niet, want tja, die systemen, hè.

Gelukkig trok de oppositie dinsdagavond aan de noodrem en beloofde het kabinet met gemeenten in gesprek te gaan zodat de laagste inkomens dit jaar alsnog die 500 euro extra krijgen. Goed nieuws, maar een gevoel van onvrede blijft. Over hoe makkelijk men vrijdag nog zei van nou, technisch kan het niet, dus dan doen we het niet. Pech voor de honderdduizenden gezinnen die hierdoor hun rekeningen niet meer kunnen betalen.

Een tijd geleden viel ik in op een middelbare school. Een surveillant wees van tevoren twee leerlingen aan die extra aandacht nodig hadden.

„Ah, rugzakjes?” vroeg ik. De surveillant vertelde dat hun ouders sinds kort in de schuldsanering zaten. De leerlingen konden zich de laatste tijd minder goed concentreren dan de rest, maar waren verder wel heel slim.

Armoede is loodzwaar voor volwassenen en voor kinderen is het domweg traumatisch. Je staat machteloos. De spanningen thuis nemen toe, er zijn ruzies, je wilt je ouders helpen maar je kunt het niet. Aangezien steeds meer Nederlanders het financieel niet meer redden, krijgen ook steeds meer jongeren hiermee te maken.

Je zou haast een burgerinitiatief willen oprichten, waarmee degenen die nog wel het hoofd boven water kunnen houden, een gezin in de bijstand adopteren. Een soort Foster Parents in eigen land, waarbij de ene groep de andere groep helpt, zodat minder mensen gebukt gaan onder betalingsachterstanden en minder jongeren thuis stress hebben. Desnoods ouderwets met de collectebus langs de voordeuren, tot je voor jouw gezin genoeg geld hebt ingezameld zodat ze weer wc-papier, paracetamol en avondeten kunnen kopen.

Toen ik dit idee deelde met een vriend, lachte hij schamper.

„De zoveelste poging tot autarkie in de oligarchie”, schamperde hij. „Alleen al het feit dat je dit bedenkt toont het failliet van het huidige bestel.”

Ik was pissig vanwege zijn cynisme, ik bedoelde het toch goed? Maar toen ik er langer over nadacht, besefte ik dat ik er niets tegenin kon brengen. Helemaal niets.

Ellen Deckwitz schrijft op deze plek een wisselcolumn met Marcel van Roosmalen.

Lees verder…….