Cabaretier Jawad Es Soufi ziet Nederland als een heerlijke soep

Recensie Theater

Jawad Es Soufi In ‘Harira’ wil Jawad Es Soufi laten zien dat verscheidenheid aan culturen Nederland prachtig maakt. Op de momenten dat zijn talent  voor imitaties en komische mimiek dienend zijn aan een sterk verhaal, slaagt hij in zijn doel.

Cabaretier Jawad Es Soufi tijdens zijn voorstelling ‘Harira’.
Cabaretier Jawad Es Soufi tijdens zijn voorstelling ‘Harira’. Foto Peter Putten

‘Ga boeken lezen zwerver, dat is lauw,” zegt cabaretier Jawad Es Soufi (34) gespeeld geïrriteerd tegen iemand uit het publiek. Het is niet de eerste keer vanavond dat hij zijn publiek aanspreekt op karakteristieke wijze: stemgeluid twee octaven omhoog, opgewonden praten, zwaar aangezet Marokkaans accent, ‘zwerver’ als aanspreekvorm.

Het publiek bestaat niet uit daklozen, wel grotendeels uit Nederlanders die net als Es Soefi een Marokkaanse achtergrond hebben. In Harira legt hij het verschil tussen Marokkaans en Nederlands boos worden uit: Marokkanen verliezen dan al hun grammatica, Nederlanders krijgen juist overdreven veel grammatica.” Van beiden krijgen we uiteraard demonstraties.

Imitaties is één van de specialiteiten van Es Soufi (34), die een aantal jaar geleden met het typetje Sloegie doorbrak op Instagram. Dit succes gaf Es Soufi een ingang in de theaterwereld, die hij gretig binnenstapte: Harira is zijn vierde voorstelling in vier jaar tijd. Vanaf het begin speelde hij in grote zalen en ook viel op dat hij „een nieuw, divers en voorheen onbereikbaar publiek” wist te trekken.

Turkse Mehmet

Waar Sloegie in zijn vorige voorstelling de hoofdrol had, heeft Es Soufi hem in Harira thuisgelaten. Wel kruipt hij nog steeds veelvuldig in andermans huid. Turkse, Surinaamse, Antiliaanse en Marokkaanse Nederlanders komen langs. Deze diversiteit maakt Nederland een prachtig land, zo vertelt Es Soufi.

Lees ook: Dit interview met Jawad Es Soufi

Die verscheidenheid wil hij laten zien en dat doet hij nogal letterlijk: hij imiteert erop los en toont zich daarin zeer bedreven. Het effect hiervan is wisselend: soms komisch, zoals in een vermakelijk verhaal over een voormalige Nederlands-Antilliaanse collega van Es Soufi, voor wie hij graag op tijd op zijn werk was om hem zijn bijzondere entree te zien maken in de lerarenkamer.

Minder geslaagd zijn de keren wanneer Es Soufi’s imitaties geen ander doel dienen dan een manier van praten nadoen. Dan schakelt hij een paar zinnen over op een dik aangezet Marokkaans of Rotterdams accent, of kruipt hij in de huid van de Turkse Mehmet. Het is dan hooguit entertainment, of knap om te zien hoe snel hij weet te schakelen van stem of toon. Een goed voorbeeld van Es Soufi’s stelling dat iemand als Mehmet „vreugde brengt omdat hij zo anders is”, is het echter nauwelijks.

Beter is Es Soufi als hij zijn mimiek en imitatietalent ten dienste stelt aan een verhaal. Mooi schetst hij in een paar beeldende zinnen een huiskamer van een Marokkaans-Nederlands gezin: „Kijk naar het gele plafond dat al twintig jaar niet is geverfd, ruik de geur van saffraan, zie het behang van de gemeente aan de muren.” Vervolgens neemt hij het publiek mee die huiskamer in: het verhaal over omgangsvormen op een Marokkaanse verjaardag is het hoogtepunt van de avond.

Zo’n verhaal is grappig en herkenbaar, ook voor hen die nooit op een Marokkaanse verjaardag komen. Het maakt Harira de moeite waard, maar je zou graag meer van dit soort verhalen horen. Als Es Soufi op het einde zegt dat Nederland „een heerlijke soep vol verschillende ingrediënten” is (zoals Marokkaanse Harira soep), dan klinkt dat sympathiek, maar blijf je toch achter met het idee dat Es Soufi vergeten is om een aantal ingrediënten goed te omschrijven.

TheaterDit zijn de beste theatervoorstellingen van dit moment

Lees verder…….