Bij boss Sarina Wiegman wordt het nooit nasty

EK vrouwenvoetbal Engeland trapt vandaag het EK vrouwenvoetbal in eigen land af tegen Oostenrijk. Bondscoach Sarina Wiegman won het toernooi in 2017 met Nederland. Hoe hoopt zij de titel met Engeland te winnen? „Sarina kan pijnlijke beslissingen zó brengen dat mensen zich niet gekrenkt voelen.”

Sarina Wiegman tijdens een training van het Engelse vrouwenteam, kort voor aanvang van het EK. Wiegman verbaasde zich over de gehoorzaamheid van haar nieuwe team. „De speelster willen héél graag.”
Sarina Wiegman tijdens een training van het Engelse vrouwenteam, kort voor aanvang van het EK. Wiegman verbaasde zich over de gehoorzaamheid van haar nieuwe team. „De speelster willen héél graag.”

Foto Carl Recine/Reuters

Sarina Wiegman vindt het vreselijk, maar in Engeland is het de normaalste zaak van de wereld dat de bondscoach van het nationale vrouwenelftal wordt aangesproken met ‘boss’. Kunnen we even naar het programma kijken, boss? Wanneer maken we de selectie bekend, boss? Zo gaat het de hele dag door, zegt assistent-bondscoach Arjan Veurink. „Langzaam raakt Sarina eraan gewend dat mensen haar zo zien.”

Wiegman staat voor de zware taak om gastland Engeland deze maand op het EK naar de eindoverwinning te leiden. Dat lukte haar eerder op het EK van 2017 met Nederland, dat toen als mondiale nummer twaalf het toernooi in ging en onder meer het hoger gerangschikte Zweden (kwartfinale) en Engeland (halve finale) versloeg. Hoe wil zij dat kunstje opnieuw flikken met de ploeg die zij sinds september vorig jaar onder haar hoede heeft?

Na zeven jaar Oranje – 2,5 jaar als assistent, 4,5 jaar als bondscoach – was de 52-jarige Wiegman toe aan iets anders. Dus toen Kay Cossington, technisch directeur vrouwenvoetbal bij de Football Association (FA), haar benaderde was zij all ears. „Er waren meerdere kandidaten,” zegt Cossington, „maar Sarina viel vanaf het eerste moment op door haar professionele houding en drive. Haar speelstijl sloot aan bij waar wij als land nu staan. Veel zaken spraken in haar voordeel.”

De uitslagen zijn sinds Wiegmans aantreden goed – Letland werd in een WK-kwalificatieduel met 20-0 verslagen, Nederland met 5-1 in een vriendschappelijke wedstrijd – maar hier en daar klinken ook zorgen dat de ploeg weinig tegenstanders van formaat heeft getroffen in aanloop naar het EK. Engeland (de mondiale nummer acht) won bijvoorbeeld met 3-1 van Duitsland tijdens een landentoernooi, begin dit jaar, maar aan Duitse kant ontbraken er veel bepalende speelsters.

„En toch”, zegt sportverslaggever Suzy Wrack van The Guardian, „heeft het Engelse vrouwenelftal voor het eerst een echte identiteit. Ik merk dat speelsters beter begrijpen wat hun rol is in het team. Niets ten nadele van Wiegmans voorganger, Phil Neville – hij is een leuke vent en heeft het niveau opgekrikt – maar tactisch gezien was het niet zo best. Phil is een naam en een gezicht. Sarina heeft ervaring en is ook nog eens een goede manager.”

Die managementkwaliteiten heeft zij in de loop der jaren ontwikkeld, vertelt Veurink. „Als bondscoach in Nederland wilde zij aanvankelijk zelf de regie hebben. Haar focus lag op details waar zij eigenlijk geen tijd of ruimte voor had. Logisch als je voor het eerst zo’n functie krijgt. Maar het was wel een hele transitie van Sarina de trainer naar Sarina de manager. Wat ik mooi aan haar vind is dat ze voor alle functies mensen zoekt die het beste zijn in hun vakgebied, van artsen tot fysiektrainers, keeperscoaches en assistenten.”

Wiegman voert in Engeland naast de spelersgroep ook een team van 26 stafleden aan, van technische, medische en commerciële medewerkers tot managers. „Bijna een verdubbeling in mankracht vergeleken met Nederland”, zegt Veurink. „Waar we in Nederland één materiaalman hadden, hebben we er hier twee. Waar we in Nederland twee performance analisten hadden, hebben we er in Engeland vier.”

Zelf is Veurink, net als tijdens zijn assistent-bondscoachschap in Nederland, verantwoordelijk voor de veldtrainingen. „Arjan en ik zitten erg op één lijn”, zei Wiegman vorig jaar in gesprek met De Limburger. „Soms gaan dingen net iets anders dan ik wellicht zelf zou doen, maar daar is niks mis mee.” Het doet Wiegman goed om taken over te dragen en anderen kansen te geven zich te ontwikkelen. „Deze manier van werken geeft mij veel meer rust. Zoals ik het bondscoachschap nu invul, vind ik het ook erg leuk en misschien zelfs wel leuker.”

Minder geklaag

Een van de dingen waar Wiegman veel oog voor heeft, zegt iedereen die je erover spreekt, is communicatie. Veurink: „Ze heeft een sfeer gecreëerd waarin spelers en staf zich gehoord voelen. Waarin ze zich durven uit te spreken. Dat klinkt vanzelfsprekend, maar Engelsen zijn een stuk minder direct en uitgesproken dan Nederlanders. Ze volgen the boss, ook als ze er een andere mening op nahouden. Vaak geven ze alleen hun mening als je ernaar vraagt. Het is voor ons echt kijken en voelen geweest: is dit écht wat iemand vindt?”

Wiegman steekt bewust veel tijd in een-op-een-gesprekken. Niet alleen de eerste twaalf, dertien speelsters krijgen aandacht, maar het hele team. Voordat belangrijke beslissingen bekend worden gemaakt, hebben de betrokkenen dat vaak al te horen gekregen. „Zo ontstaat er geen ruis doordat mensen onzeker zijn of geen duidelijkheid hebben ”, zegt Veurink. „Die les heeft Sarina de afgelopen jaren geleerd.”

Een „interessant inzicht”, zegt Veurink, is dat Engelse internationals veel minder klagen dan Nederlandse. „Het nadeel is dat je daardoor niet meteen weet wat er leeft in een groep, maar het voordeel is dat het veel minder energie slurpt.”

Niet voor niets toonde Wiegman zich in haar gesprek met De Limburger verbaasd over hoe gehoorzaam haar nieuwe ploeg was. „De speelsters willen héél graag”, zei ze. „Alles gaat met 100 kilometer per uur, op het hoogste tempo. We moeten ze eerder afremmen dan aansporen. Echt ongelooflijk, zoiets heb ik nog niet eerder meegemaakt.”

Zelfs toen Wiegman Manchester City-verdedigster Steph Houghton (al lang geblesseerd) de aanvoerdersband afnam, om die aan Arsenal-verdedigster Leah Williamson over te dragen, klonk er geen luid gemor. Op sociale media schreef Houghton dat zij er begrip voor had dat zij na acht jaar aanvoerder-af was. Williamson verdiende de band, schreef ze.

Niettemin wordt het door de Britse media als een gedurfde ingreep van Wiegman beschouwd, zegt Ameé Ruszkai, voetbalverslaggever van het Britse Goal. „Het aanvoerderschap heeft in Engeland grote betekenis en Williamson speelde nooit eerder op een eindtoernooi. Wiegman bewees met die zet dat zij er niet voor terugdeinst moeilijke beslissingen te nemen.” Cossington van de FA beaamt dat: „Sarina kan pijnlijke beslissingen zo brengen dat mensen zich niet gekrenkt voelen. Het is nooit nasty.”

Volgens Veurink wordt zo’n beslissing over het aanvoerderschap niet lichtvaardig genomen. „Een aantal speelsters kwam ervoor in aanmerking. Sarina wilde hen allemaal aan het werk zien, ook om te kijken hoe zij zich binnen het team gedragen. Op basis daarvan is een keuze gemaakt. De oude captain is in dat proces meegenomen. Topsport kan hard zijn, maar zo’n speelster moet daar wel een weg in kunnen vinden. Sarina doet dat goed.”

Lopende band van talent

Aan meerdere zaken merken Wiegman en Veurink dat de ontwikkeling van het vrouwenvoetbal in Engeland voorloopt op die in Nederland. Wiegman wordt door de directie van de Engelse bond niet anders behandeld dan haar evenknie in het mannenvoetbal, Gareth Southgate. „Dat is ontzettend positief, ook voor haar”, zegt Veurink. „De bond toont een enorme bereidwilligheid om te helpen.” In Nederland had Wiegman ook goed contact met de opeenvolgende bondscoaches van het mannenelftal, maar „er was een tijd dat ‘de mannen’ volledig afgeschermd op de KNVB-burelen werkten”.

Engeland is nooit verder gekomen dan de halve finale op een eindtoernooi, maar er wordt wel veel tijd, expertise en geld in de ontwikkeling van het vrouwenvoetbal gestoken. Zo werd in mei bekend dat de Premier League de komende drie jaar 5 miljoen pond (bijna 6 miljoen euro) in talentencentra gaat steken om meer acht- tot zestienjarige meiden te kunnen coachen.

„We kwamen tot de conclusie dat de Engelse voetbalbond het contact met sommige gemeenschappen was kwijtgeraakt”, vertelt Cossington. „Jonge talenten uit achterstandsgebieden die niet de mogelijkheid of het geld hadden te reizen. Die meiden moeten zich alsnog kunnen ontwikkelen in een van de zeventig talent centres in het land.”

De bedoeling, zegt Cossington, is dat Wiegman in de toekomst uit een veel grotere kweekvijver kan putten. „Een lopende band van talent”, noemt zij het. Speelsters met de potentie zich te profileren op het wereldtoneel. De bond kijkt veel verder dan het winnen van een titel op het EK, zegt Cossington. „We willen het land inspireren, zodat meer meiden gaan voetballen en meer coaches gaan coachen. Dat lukte óók na het EK van 2005 in Engeland, toen ontploften de ledenaantallen.”

Toen een journalist vorig jaar aan Wiegman vroeg het Engeland van nu is te vergelijken met het Nederland vlak voor het EK van 2017, zei ze: „Destijds was het vrouwenvoetbal in Nederland nog niet zo populair, er was veel scepsis, we moesten de harten van de Nederlanders winnen. In het Engeland van nu is de sport veel groter. Het winnen van harten voldoet niet meer. We moeten wínnen.”

Lees verder…….