Theo Middelkamp was in 1936 niet de snelste klimmer op de Galibier, maar won wel de rit

Tour-historie Theofiel Middelkamp won precies 86 jaar geleden als eerste Nederlander een etappe in de Ronde van Frankrijk. Onderweg naar Grenoble, op de Franse nationale feestdag, moest hij over de Galibier. De 2.642 meter hoge Alpencol is dit jaar twee keer in het Tour-parcours opgenomen.

Theo Middelkamp (midden), de eerste Nederlandse winnaar van een Tour-etappe.
Theo Middelkamp (midden), de eerste Nederlandse winnaar van een Tour-etappe.

Foto Wouter Van Vooren

Als Theo Middelkamp op 14 juli 1936 de top van de Galibier bereikt, stapt hij eerst van zijn fiets. Niet omdat de etappe in de Tour de France voorbij is. Ook niet omdat de Nederlander te moe is om verder te rijden, hoewel de warmte in de Franse Alpen hem tegenvalt. Nee, hij moet zijn wiel keren. Vlak voor hij aan de beklimming van de Galibier begon, heeft hij dezelfde handeling verricht. Zijn fiets heeft geen versnellingen. Het enige voordeel kan hij halen uit zijn twee tandwielen. Daarvoor moet hij het wiel draaien.

Middelkamp trapt een tandje lichter op de onverharde weg naar boven, maar echt veel verschil maakt het niet. Op de steilste stukken van de klim moet hij zigzaggend de weg over, over de volle breedte van links naar rechts. Een ruk aan het stuur en vol kracht zetten op de pedalen; alleen zo komt hij stukje bij beetje omhoog.

Middelkamp is lang niet de snelste klimmer van het peloton, dat uit zo’n zestig profrenners uit tien landen bestaat. Bovenop de Galibier, op ruim 2.600 meter boven zeeniveau, rijdt Middelkamp op achterstand van de Spaanse en Franse koplopers. Zo’n honderd kilometer is er nog af te leggen tot de eindstreep in Grenoble.

Het is de zevende etappe tijdens zijn Tour-debuut. Samen met drie landgenoten vormt Middelkamp de eerste Nederlandse ploeg die aan de Ronde van Frankrijk meedoet. Op de fiets is hij ruim een week eerder vanuit zijn woonplaats in het noorden van België, vertrokken naar Parijs, waar de Tour begint. Op zijn rug draagt hij nummer 48. Als een vignet is het plaatje, dat de grootte heeft van een half A4’tje, opgespeld aan zijn fietstrui. Er is nog geen aandacht voor aerodynamica, alles draait om kracht. Om zijn nek en schouder heeft hij een reserveband, lek rijden ligt altijd op de loer.

NRC

Nederlander of Belg?

Theofiel Middelkamp wordt op 23 februari 1914 geboren in het Zeeuwse Nieuw-Namen, dat overgaat in het Vlaamse dorp Kieldrecht. Hier verhuisden zijn ouders vanuit Groningen naartoe voor de verkoop van ‘Hollandsche’ pekelharing. Theofiel is hun tweede zoon, na hem volgen nog zeven kinderen.

„De familie Middelkamp was een echte Hollandse familie”, zegt de 86-jarige Fons Bleijenberg. Als goede vriend heeft hij na de dood van Middelkamp, in 2005, diens memorabilia gekregen. Uit de stapels krantenartikelen die hij deze meimiddag in drie kartonnen dozen heeft meegenomen naar café Middelkamp, dat door Theo Middelkamp eigenhandig is gebouwd in Kieldrecht, pakt hij een opgevouwen A4’tje. Het is het bewijs dat Bleijenberg altijd inzet om wielerliefhebbers en andere geïnteresseerden te overtuigen van Middelkamps afkomst. Zijn geboorteland is België, staat er op de afdruk van het paspoort. Daaronder de nationaliteit: Nederlandse/néerlandaise

Vader Middelkamp brengt de haringen met de bakfiets rond in de dorpen nabij Kieldrecht. Als jonge tiener moet Theofiel – zijn naam wordt in Nederland afgekort tot Theo en in België tot Fiel – zijn vader helpen. Het is de tijd dat hij lol in het fietsen krijgt. Vooral als hij tegen anderen mag rijden, vindt hij het leuk. In zijn vrije tijd haakt hij op een normale damesfiets aan bij wielrenners die op hun racemodellen voorbij zoeven. Demarreren zij, dan versnelt de jonge Theofiel ook. Ze krijgen hem dikwijls niet uit het wiel.

Café Middelkamp in Kieldrecht, België, met een muur van herinneringen aan de wielrenner Theo Middelkamp.
Foto Wouter van Vooren

Vrij als een vogel afdalen

Het leren sturen met de bakfiets vol gezouten haringen, daar heeft Middelkamp bovenop de Galibier voordeel aan. Ook al heeft hij nog nooit afgedaald. Ondanks het grind op de weg naar beneden kent hij geen angst. Hij stort zich naar het dal, voelt zich zo vrij als een vogel.

Als Middelkamp de belofte die hij vooraf in de media deed wil inlossen, dan zal hij vandaag ook moeten versnellen. Geprikkeld had hij gereageerd nadat journalisten zich in krantenartikelen hadden afgevraagd wat een kermiskoerser als Middelkamp eigenlijk in de Ronde van Frankrijk te zoeken had. Nee, hij had inderdaad nooit een berg gezien. Het landschap rond Kieldrecht is vlak, op wat molshopen na. Maar hij wilde toch een bergrit gaan winnen, al was het maar om zijn criticasters de mond te snoeren.

De wielrenners die Middelkamp als tiener begin jaren dertig rond Kieldrecht zien aanhaken op zijn damesfiets, hebben door dat hij een speciale is. Ze besluiten dat hij mee mag doen aan wedstrijden van de beginnelingen, de amateurs van die tijd. Hij is dan zeventien jaar. Het wordt een succes: in een jaar tijd wint Middelkamp dertien keer, vijftien keer eindigt hij als tweede.

Hij houdt van koersen, het liefst in de buurt van zijn woonplaats. Hij gaat de tientallen wedstrijden rondom de kermissen in Zuid-Nederland en Vlaanderen af. Op de fiets ernaartoe, strijden om de hoofdprijs, en dan weer terug naar Kieldrecht. Hij wordt met het jaar beter, voelt hij. Sterker ook, de kilometers in zijn benen tellen.

Het rugnummer 48 waarmee Middelkamp in de Tour van 1936 reed, hangt in ‘zijn’ café aan de muur.
Foto Wouter van Vooren

Sprint in Grenoble

Na de afdaling van de Galibier wacht voor Middelkamp en het peloton nog een iets kleinere col, de Lautaret. Na een nieuwe wielwissel en de klim is zijn achterstand op de Fransen en Spanjaarden weer gegroeid. Maar Middelkamp weet dat de laatste zeventig kilometer naar Grenoble vooral bergaf verlopen. Hardrijden op platte, soms licht aflopende wegen doet hij dagelijks.

Samen met twee andere renners komt hij bij de voorste groep. In de sprint die na 230 kilometer koers volgt op de wielerbaan van Grenoble, is hij zijn twaalf concurrenten te snel af. Op quatorze juillet, de belangrijkste Franse feestdag, is Middelkamp de eerste Nederlandse ritwinnaar in de Ronde van Frankrijk.

Als hij na de ritzege in Grenoble zijn geldprijs ophaalt bij de organisatie, schrikt Middelkamp. Heeft hij vandaag voor dat bedrag zo hard gefietst? Bij kermiskoersen valt de beloning vaak veel hoger uit, en dan hoeft hij geen berg over.

Middelkamp koerst voor het geld, niet voor zijn erelijst. Collega-renners ziet hij soms huilen op het podium na een overwinning. Dat gevoel kent hij niet, ook niet als hij in 1947 in Reims als eerste Nederlander wereldkampioen wordt.

Café Middelkamp

In zijn eigen café wijst in de eerste jaren van het bestaan weinig op de rijke carrière van Theo Middelkamp als wielrenner. Pas in 2005, kort nadat hij op 91-jarige leeftijd is overleden, zorgt de nieuwe uitbaatster Cindy Werrens voor herinneringen aan de muur.

Er hangen foto’s van Middelkamp in de Nederlandse kampioenstrui, die hij drie keer bemachtigde. Iets verderop, onder elkaar uitgestald, zijn drie WK-medailles: naast het goud in 1947 won hij zilver in 1950 en brons in 1936.

„Van eer kon je niet leven, vond Fiel”, zegt Bleijenberg. Hij herinnert zich dat Middelkamp later in zijn carrière soms ’s ochtends in een kermiskoers startte. „Kort na het vertrek viel hij dan uit, om dezelfde dag nog aan de start van een andere omloop in de regio te verschijnen. Had hij toch tweemaal startgeld gepakt.”

Correctie 15 juli 2022: in een eerdere versie stond dat Middelkamp werd geboren in het Belgische Nieuw-Namen. Nieuw-Namen ligt echter in Zeeuws-Vlaanderen. Dit is aangepast.

Café Middelkamp.
Foto Wouter Van Vooren

Lees verder…….