Voor de doelman met het grote lijf sprongen aanvallers liever op

Necrologie

Keeper Piet Schrijvers (1946-2022) Hij keepte in Oranje en bij Ajax, maar voelde zich bij FC Twente het meest op zijn plaats. Over zijn prestaties hoorde je Piet Schrijvers niet. „Hij is er altijd bescheiden en nuchter over geweest.”

Piet Schrijvers stopt in maart 1983 als keeper van Ajax een strafschop van Kees van Kooten van PEC Zwolle.
Piet Schrijvers stopt in maart 1983 als keeper van Ajax een strafschop van Kees van Kooten van PEC Zwolle.

Foto ANP

Beer van de Meer, Bolle van Zwolle, Lek van PEC. Zwaargewicht Piet Schrijvers had aan rijmende bijnamen geen gebrek. Woensdag overleed de doelman van DWS, FC Twente, Ajax, PEC Zwolle en het Nederlands elftal op 75-jarige leeftijd aan alzheimer.

De in Jutphaas (nu Nieuwegein) geboren Schrijvers was voor niets en niemand bang: 90 kilo schoon aan de haak. Over zijn (over)gewicht begon FC Twente-trainer Kees Rijvers zich rond 1970 steeds meer zorgen te maken. In zijn door VI-redacteur Yoeri van den Busken opgetekende biografie vertelde Piet Schrijvers: „Elke week werd ik gewogen op zo’n ijzeren weegschaal met zo’n schuif. Ik drukte ermee op m’n duim en dat scheelde al gauw een kilo. Als ik daarvoor naar de wc was geweest, zat het helemaal goed.”

Aanvallers maakten vaak dat ze opzijsprongen, wanneer hij met zijn grote lijf (1,87 meter) uit zijn doel kwam. Of ze werden door hem hoogstpersoonlijk van het veld getild, zoals het Deense lichtgewicht Jesper Olsen overkwam begin jaren tachtig. De kleine Ajacied lag in de grote armen van de Bolle van Zwolle. Het applaus in De Meer klonk nu eens niet voor de geblesseerde uitvaller, maar voor de sportieve geste van de man die voor één middag terug was op het oude nest.

Schrijvers behoorde tot een ijzersterke generatie keepers. Jan van Beveren was de meest stijlvolle, Jan Jongbloed de meest risicovolle, Pim Doesburg de meest nerveuze. Ondanks de concurrentiestrijd keepte hij 46 interlands en nam hij deel aan twee WK’s en twee EK’s. In de WK-finales van 1974 en 1978 moest hij Jongbloed voor zich dulden. Bij dat laatste toernooi in Argentinië raakte hij in de halve finale tegen Italië geblesseerd – nadat hij Jongbloed twee keer sterk had vervangen. Een persoonlijke tragedie? Niemand heeft hem er ooit over horen klagen.

He-le-maal stijfgescholden

Misschien wel zijn meest memorabele prestatie bij Oranje was zijn donderpreek in 1983 in Dublin, waar Ierland in de rust met 2-0 leidde. „Ik heb ze he-le-maal stijf gescholden, die jongens”, vertelde Schrijvers een paar jaar geleden in het AD over de aankomende sterren Ruud Gullit, Frank Rijkaard, Gerald Vanenburg en Marco van Basten. „Bondscoach Rijvers zei maar niets. Die dacht: laat Piet maar even gaan. Ze konden me geloof ik buiten horen schreeuwen.”

De harde woorden misten hun uitwerking niet, het wakker geschudde Oranje won uiteindelijk met 3-2. ‘Het wonder van Dublin’ was het begin van een gouden periode, met als hoogtepunt de Europese titel in 1988. Toen was Schrijvers al lang en breed vervangen door Hans van Breukelen.

Negen jaar had hij bij Ajax gekeept, dat bij zijn komst in 1974 al was afgegleden naar de Europese middenmoot, voordat hij in 1983 ging afbouwen bij PEC. In Zwolle hoefde hij, dertiger intussen, niet elke dag in de modder te duiken. Clubbaas/zakenman Marten Eibrink vroeg hem op een trainingsdag wel eens naar het Dolfinarium in Harderwijk te rijden om een groep Chinezen rond te leiden. „Lachen, gieren, brullen”, in de woorden van Schrijvers. In zijn laatste seizoen – ‘De Bolle van Zwolle’ was intussen omgedoopt in ‘Het Lek van PEC’ – werd hij 85 keer gepasseerd, met degradatie als logisch gevolg. Einde carrière.

Zijn sportieve hoogtepunt beleefde Schrijvers na zijn profdebuut voor DWS bij FC Twente. In het seizoen 1973-74 won hij de Tonny van Leeuwen-trofee, als de minst gepasseerde doelman van de Eredivisie. Slechts 13 tegentreffers incasseerde hij, in 34 wedstrijden. Het is nog steeds een record in het Nederlandse betaalde voetbal.

Trainer Rijvers was een topelftal aan het smeden, met Epi Drost, Theo Pahlplatz en de tweeling René en Willy van de Kerkhof. Twee tweede plaatsen in de Eredivisie en een halvefinaleplaats in de UEFA Cup (nu Europa League) waren mooie troostprijzen.

„Twente was de mooiste tijd’’, zei Schrijvers in zijn biografie. De toen al 93-jarige trainer Rijvers was overgekomen uit Frankrijk om het eerste exemplaar uit te reiken. Schrijvers: „Bij Ajax liepen meer van die mannetjes, weet je niet. Blabla. Bij Twente waren ze meer zoals ik.”

Hij werd daarna keeperstrainer en later ook rapporteur voor De Telegraaf, tot hij ook daar bedankt werd voor bewezen diensten. In het AD: „Ja, dan schreef ik weleens een geel kaartje op bij de verkeerde speler, weet je niet. Kan toch een keer gebeuren?”

Langs de lijn in Ermelo

De laatste jaren bracht hij door met zijn jeugdliefde Cathy in hun woonplaats Ermelo. Buurtcafé De Dorpskamer was Piets tweede thuis: ’s ochtend koffie, ’s middags een pilsje. Tijdens de boekpresentatie in 2019 vertelde Cathy aan de stamtafel over zijn ziekte. „Gelukkig heeft hij vandaag een goed humeur. Thuis is dat ook weleens anders. Dan kan hij gefrustreerd zijn, zich afreageren, mij de schuld geven als hij iets is kwijtgeraakt.”

Piet heeft zijn alzheimer lang ontkend, vertelde Cathy. „Tegenwoordig weet hij zelf ook wel dat hem iets mankeert. Dat doet hem pijn.” En over zijn carrière zei ze: „Ik ben trotser dan Piet zelf. Hij is er altijd bescheiden en nuchter over geweest.”

De zieke Schrijvers stond de laatste jaren nog langs de lijn bij de plaatselijke amateurclub FC Horst, waar zijn kleinzoon Kjell zich een behendige vleugelspits toonde. Opa Piet miste zelfs geen uitwedstrijden. In een karakteristieke pose, leunend op het hekwerk van de omheining.

„Hij kijkt daar de hele week naar uit”, zei zoon Patrick in het AD. „Zaterdag is zijn lievelingsdag.” Cathy: „Thuis is hij ook graag, maar langs het voetbalveld is Piet het gelukkigst. Dat was vroeger al zo. In dat opzicht is hij niets veranderd.”

Lees verder…….