Aidan Mikdad mist wat rust, maar zijn talent blijft overeind

Pianist Aidan Mikdad was in 2020 een van 10 talenten waarvan we veel verwachtten in het nieuwe decennium. Dat predicaat blijft drie jaar later onverminderd gelden. In 2021 was hij de jongste halvefinalist van de prestigieuze Elisabethwedstrijd in België. Zijn competitie was ervarener en hij bereikte de finale niet, maar hij imponeerde toch behoorlijk. Onder andere met de Nocturne pour la main gauche seule van Skrjabin, een stuk voor alleen de linkerhand dus, dat hij daarna ook op zijn in december uitgekomen debuutalbum zette. Die onder de radar door gevlogen release is het resultaat van een speciale talentenbeurs van de Royal Academy of Music in Londen, waar Mikdad studeert. Hij was één van de vijf talenten die de beurs in 2021 kreeg.

Het is een kort album, veertig minuten, maar er staan mooie stukken op van de tijdgenoten Skrjabin en Ravel. Onder andere Skrjabins 2de pianosonate naast Ravels Gaspard de la Nuit. Mikdad legt in het boekje uit: „Omdat ze allebei de schoonheid en de mysterie van de natuur uitdrukken.” De Skrjabin opent veelbelovend, met een mooie zwevende lichtheid, zeker in tweede deel ‘presto’. Maar snel valt ook op: er mist nog iets. Een diepte. Een zekere rust. Dat hoor je goed in die Prelude en nocturne voor de linkerhand van Skrjabin. Luister maar eens naar het verschil in de eerste maten van de ‘nocturne’ van zijn cd-versie en van zijn uitvoering op de Elisabethwedstrijd: live is bedachtzamer.

Je krijgt de indruk dat Mikdad maar weinig opnametijd kreeg. Hij versnelt de tijd: veel sneller dan veertig minuten lijkt het album alweer afgelopen. Maar niet voordat het laatste deel van Ravels Gaspard de la Nuit nog wel even indrukwekkend gevloedgolfd heeft.

https://www.youtube.com/watch?v=KONatsM05e4

Lees verder…….