‘Ze waren gelukkige pioniers in de Noordoostpolder’

‘Na een strenge selectie krijgen mijn ouders in 1954 een stuk land in de Noordoostpolder in pacht. Huis en schuur op het nieuwe land in Ens moeten nog gebouwd worden. Mijn vader fietst een jaar lang maandagochtend om 4 uur vanuit Noord-Holland naar Ens waar hij om 9 uur aankomt – in de kost bij oudste zus Marie. En zaterdagmiddag weer terug. De eerste tulpen bloeien er in het voorjaar van 1955. Op 31 augustus 1955 wordt mijn moeder over de drempel van hun huis gedragen. In de kleine slaapkamer beneden worden acht kinderen geboren, met bakerhulp van peettante Ria.

Mijn ouders zijn gelukkig met hun gezin en de dorpsgemeenschap in opbouw. Veel gelach en gepraat tijdens kaartavondjes met andere pioniers drongen door naar de slaapkamer op de vliering waar alle kinderen in twee rijen in bed lagen. In de vakanties pelden we bollen of werkten we op het land, op zomeravonden speelden we tot laat op het erf, meestal op blote voeten. Het mooiste was fikkie stoken op het land. In 1969 verhuisden we naar een aangekocht stuk grond onder Den Helder. We woonden geruime tijd in de schuur tot het huis af was. M’n moeder had het met kleden en een dressoir gezellig gemaakt. Ik was 15 toen ze overleed, na een lang ziekbed. Mijn jongste broertje van 12 was nog maar net van haar schoot afgegleden.

Mijn vader vond dat hij een mooi leven gehad had, deels met de liefde van zijn leven. Met ons gezin en de vijftien kleinkinderen vieren we Kerstmis in een door onszelf ingerichte schuur met kleden op de grond, gezellige eettafels en kerststal. Een gelukkige familie waar mijn vader en moeder de basis voor hebben gelegd. Zo zouden ze ons graag hebben gezien.”

Lees verder…….