Zanger Claude: ‘We spreken thuis Frans, dat moet ook in mijn muziek’

Zanger Claude.

Foto Andreas Terlaak

Interview

Pop Met een aantrekkelijk mengvorm van Frans en Nederlands heeft de 19-jarige Claude een droomstart als popartiest. Na ‘Ladada’ op nummer-1, klimt nu het catchy ‘Layla’ omhoog.

Half twee, Paaspop in Schijndel. De 19-jarige zanger Claude maakt zijn festivaldebuut en gluurt vast naar het publiek. Hij knijpt ’m een beetje. Bij de act voor hem bleef de tent haast leeg. Het is een lastig tijdstip, het popfestival moet nog op gang komen. De voorbereiding voor een half uurtje met zijn band, vijf nummers, was redelijk zorgeloos. Tót hij een paar dagen ervoor ineens snipverkouden werd. Maar gelukkig had zijn vocalcoach daar tips voor.

Opgewonden komt zijn manager backstage. De tent staat ineens ramvol. Niemand kan meer naar binnen. De zanger weet niet wat hij hoort. Als hij opkomt bij ‘Écoute-moi’, een nieuw, nog niet uitgekomen liedje, heeft hij kippenvel. Een neutraal strakke blik, was het plan. Maar het lukt Claude amper, overspoeld als hij wordt door de aanblik van zo’n drieduizend mensen voor zijn podium.

„Dit zijn mijn laatste woorden. Ça, c’est mon dernier mot. Wie denk je dat je bent. Oké, mijn hart dat breekt dus zo. Sta met mijn jas bij de deur. S’avait brisé mon coeur. Oui, mon coeur.”

Met een aantrekkelijk mengvorm van Frans en Nederlands vond Claude Kiambe, geboren in Congo, vanaf zijn tiende opgegroeid in Nederland, een uiterst hitgevoelige niche. Zijn dansbare debuutliedje ‘Ladada (Mon Dernier Mot)’ bereikte in december de toppositie van de hitlijsten, om er zes weken niet vanaf te komen en is inmiddels ruim 30 miljoen keer beluisterd op Spotify. De Engelse versie ervan hangt op ruim een miljoen. Nu klimt opvolger ‘Layla’, minstens zo meezingbaar, snel omhoog.

Claude: ‘Ik was het jonge broertje, ik ben de een na laatste van de zes, dat overal bij hing of thuis moest blijven als zij op pad gingen.’

Foto Andreas Terlaak

Als Stromae, de Belgische popster met wie hij het (deels) zingen in het Frans gemeen heeft, zijn shows deze week niet om gezondheidsproblemen had afgezegd, had Claude de concerten in de Ziggo Dome voor hem geopend. Nu gaat hij dat doen voor zangduo Suzan & Freek. Op de agenda staan verder Koningsdagconcerten, veel festivals zoals Concert at Sea, en het buitenland trekt: een Engels-Franse versie van ‘Ladada’ wordt opgepikt in Italië, Zweden en Duitsland.

Het zijn glansmomenten voor de rijzende ster die met zijn familie Congo ontvluchtte en in Nederland een nieuw thuis vond. „Men noemt het een droomstart”, grijnst Claude. Hij noemt zich overigens Claud (spreek uit als het Engelse cloud). „Dan kom je als kind in Nederland en heet je Claude. Dat klinkt als ‘kloot’ en dan begint het pesten. Algauw ben ik mezelf gaan voorstellen als Claud.”

„Maar ik ga je eerlijk zeggen”, vervolgt hij, „Ik ben wel nuchter. Het zijn de mensen om mij heen door wie ik besef wat er een beetje gaande is.” Hij heeft dat niet van een vreemde. „Stuur ik mijn moeder het nieuws dat ik een gouden plaat had, zegt zij: ‘wat is dat dan?’.”

Tussen twee culturen

Claude Kiambe kwam in 2013 met zijn moeder, drie broers en drie zussen naar Nederland. Opgroeiend tussen twee culturen, van basisschool naar de middelbare school, heeft hij zich hier verder ontwikkeld. „Thuis is het hartstikke Congolees. We spreken Frans, eten Congolees eten, maken muziek. Als iedereen thuis is, is het lekker druk.”

In thuisland Congo werd het behoorlijk gevaarlijk, zegt hij. Zijn moeder zocht voor het gezin een veilig onderkomen. „Maar hoe ze bij Nederland kwam, heb ik haar nooit gevraagd, ik was nog klein.” Lachend: „Niet voor het weer in elk geval.” Een jaar woonden ze in een asielzoekerscentrum in Alkmaar. Daar heeft hij warme herinneringen aan. „Al die culturen, al die talen door elkaar heen. Iedereen had een verhaal, ik leerde er veel.”

‘Hoe mijn moeder bij Nederland kwam heb ik haar nooit gevraagd, ik was nog klein. Niet voor het weer in elk geval’

Grote indruk maakte het multicultureel orkest, het Orchestre Partout. „Mijn broers en zussen zongen en rapten daar in. Ik was het jonge broertje, ik ben de een na laatste van de zes, dat overal bij hing of thuis moest blijven als zij op pad gingen. Maar ik ging steeds een beetje meer meedoen. Zingen zit in onze familie.”

Serieuzer over muziek werd hij als tiener op de havo, inmiddels in Enkhuizen. Al was zijn motivatie om zich in te schijven voor televisieprogramma The Voice Kids puur het feit dat hij naar Disneyland Parijs wilde met zijn zusje – dat kon, wist hij, als hij de battles zou bereiken – hij vond het ook heerlijk op het podium. De stoelen draaiden toen hij Stromae’s ‘Papaoutai’ zong. „Op het podium, met publiek en jury, drong het tot mij door”, zegt Claude. „Dit wíl ik.”

Een oproep van platenlabel Cloud 9 Music maakte hem nieuwsgierig. „Ik heb gewoon een filmpje geüpload en gestuurd. Prompt werd ik uitgenodigd om te gaan werken met producers Arno Krabman en Joren van der Voort.” De Frans-Nederlandse mengvorm ontstond in hun studio. „Ik zou een Nederlandstalig nummer schrijven. Maar ik merkte dat ik er tegen op begon te zien. We spreken thuis Frans. Dat is mijn identiteit. Ik moest dat ook in mijn muziek laten terugkomen, voelde ik.”

Dansbaar en vrolijk, maar niet licht

Of hij in die mengvorm blijft? „Wie weet, als er inspiratie is.” Betekenisvol noemt hij het dat mensen laten weten dat ze zich door hem verdiepen in de Franse taal. „En dat ze er vrolijk van worden. Ik vind het leuk dat het iets betekent voor mensen.”

Maar pas op, zegt hij, denk niet te licht over zijn teksten. Ja, het is dansbaar, vrolijk en bubbly, maar de onderwerpen zijn zwaarder dan je denkt.” Neem ‘Ladada’: ‘Als je moet gaan, ga dan meteen, dan dans ik wel alleen.’ „Dat klinkt vrolijk voor een kind. Maar een relatiebreuk valt natuurlijk zwaar.” En ook ‘Layla’ gaat dieper.” Hij zingt: „‘Lay-lay-lay-layla, mag ik met je mee gaan, dan zijn we samen eenzaam’. Daar zit ook iets tragisch in.”

In nieuwere liedjes komen herinneringen aan Congo terug. Hij wil er nog niet te veel over zeggen. „Schrijven is mezelf blootstellen. Dat is confronterend en best wennen voor mij.” Vol bewondering ziet hij hoe een artiest als Lewis Capaldi, hij is groot fan, zich blootgeeft. „Zijn kwetsbaarheid. Hij doet zich niet anders voor. En als het mis gaat, leg je de show stil en begin je opnieuw.” Leerzaam, vindt hij. Claude droomt van een eigen tour. „En nu ik het toch mag uitspreken: ooit mijn eigen Ziggo Dome show. Hoe zou dát zijn.”

https://www.youtube.com/watch?v=kZMwcG0jVmA

Lees verder…….