Zaal 2: Interieur

Zaal 2 Kijken naar kamers op schilderijen en prenten. Fijn hoor, zeker nu we toch al te weinig buiten komen. Maar alles is beter dan de eigen muren.

Visuele kamermuziek

Kunnen we eindelijk eens naar iets anders kijken dan onze directe omgeving, komen we in deze exposition imaginaire alsnog in een zaal vol kamers terecht. Nee, leuk is dat. Maar wacht, niet omdraaien! De hier getoonde kamers zijn bezienswaardigheden. Allemaal onbekende vertrekken, voor wie na een jaar lockdowns en quarantaines genoeg begint te krijgen van zijn eigen interieur.

Vroeger, toen de eerste Nederlandse musea hun deuren openden, werden er in die musea nog échte interieurs geëxposeerd. Het Stedelijk Museum in Amsterdam stelde bijvoorbeeld een achttiende-eeuwse keuken en het interieur van een Amsterdamse apotheek tentoon. Het Rijksmuseum en het Kunstmuseum Den Haag hebben nog altijd een paar van zulke stijlkamers: zaaltjes die een beetje uit de loop liggen en waar je je ineens in een Amsterdams grachtenpand of een Haags rococopaleisje waant. In het Kunstmuseum bevindt zich ook de Dijsselhofkamer, een prettig woonvertrek met veel lichtbruin hout, eind negentiende eeuw ontworpen door Gerrit Willem Dijsselhof. De Dijsselhofkamer grenst als artistiek interessant stijlkamervoorbeeld aan onze interieurzaal.

Maar de zaal zelf bevat alleen tweedimensionale kamers. Kunstwerken waar je zelf in kunt – denk richting Kienholz’ Beanery in het Stedelijk en Kusama’s Infinity Mirror Room in Boijmans – laten we buiten beschouwing omdat die alleen in het echt werken. Hier zijn tien interieurs opgenomen die door schilders en prentmakers zijn platgeslagen tot iets wat je kunt ophangen en reproduceren.

Decor

In de oude kunst is een geschilderd of getekend interieur bijna altijd het decor voor een verhaal, meestal uit de Bijbel. Jezus wordt geboren in een stal of verdrijft geldwisselaars uit een tempel, Petrus en Johannes de Doper worden uit gevangenissen bevrijd en de Heilige Hiëronymus zit in zijn studeerkamer te schrijven met een poeslieve leeuw aan zijn voeten. Allemaal figuren waar ruimtes omheen moesten, en in die ruimtes kon de kunstenaar laten zien dat hij raad wist met architectuur, perspectief en lichtval. Zie de zon door het dikke vensterglas schijnen in Albrecht Dürers ets van Hiëronymus in het Rijksprentenkabinet, en kijk hoe Dürer de zachte schaduwen van de structuur van dat glas in dunne etslijntjes op de muur heeft gearceerd. Hoe hij wanden in tegenlicht met kruissteekjes heeft afgekoeld, kussentjes zacht heeft gemaakt met welvende arceringen en door de hele prent heen etslijntjes als houtnerven laat optreden in vloer, balken en meubels. Dürer heeft aan het studeervertrek hetzelfde belang verleend als aan de heilige en zijn huisdieren.

Van de gereformeerden hoefde al die christelijke kunst niet zo nodig. In 1566 hielden de beeldenstormers huis en werd menige Hollandse kerk hardhandig van beelden, schilderijen en decoraties ontdaan. Hun sloopwerk situeerde Jan Luyken omstreeks 1680 in een kerkinterieur van Roomse allure – een knap staaltje perspectieftekenen. Luykens ets, ook in het prentenkabinet van het Rijksmuseum, herinnert ons er nog maar eens aan dat de Hollandse kerken niet altijd zo leeg en stil waren als in de bekende schilderijen van Pieter Saenredam.

Op zich

Verderop in de kunstgeschiedenis verschijnen er interieurs die geen toneel of decor meer zijn voor iets anders, maar een onderwerp op zich. Steeds vaker legden schilders bijvoorbeeld hun eigen ateliers en woonvertrekken vast. Pieter Christoffel Wonder meende in 1828 nog dat het trappenhuis van zijn Londense woning (nu in het Centraal Museum in Utrecht) het niet zonder een jongeman, een blaffend hondje en een jachtstilleven kon stellen, maar latere kunstenaars namen genoegen met kamers zonder meer.

In de online collectiecatalogus van het Kunstmuseum in Den Haag is een groepje leuke informele krijttekeningen te vinden van een zekere Anna Pel. Zij tekende omstreeks de vorige eeuwwisseling stoelen, tapijten en schoorsteenmantels in halfduistere kamers, met hier en daar een glimlichtje op een vaas of lijst of een beetje schemerlicht van een lamp buiten beeld. Want in die periode kwam langzaamaan het elektrische licht de kamers binnen.

Jacob Dooijewaard schilderde in 1926 een woonkamer zoals we die nu maar al te goed kennen van na de avondklok. Het licht van een hanglamp raakt niet alleen de tafel en stoelen recht eronder, maar ook al het andere in de kamer, tot de schilderijen aan de muren aan toe.

Open deur

Dat meta-verschijnsel van het schilderij in het schilderij treedt in geschilderde interieurs regelmatig op, want als er kunstwerken in de kamer hangen zal de kunstenaar die op klein formaat moeten kopiëren. Op een aquarel van Jaap Nieuwenhuis uit 2004, in het Rijksmuseum, zijn de in waterverf samengevatte olieverfschilderijen het werk van zijn kort daarvoor overleden echtgenote, de schilderes Paula Thies.

Uit het depot van het Museum Henriette Polak in Zutphen komt een tuinkamer vol meubels, planten en klaterend daglicht van de Vlaamse schilder Jozef Van Ruyssevelt (1941-1985). Het is voor zijn doen een tamelijk beschrijvend, dus leesbaar schilderij. Meestal ging Van Ruyssevelt verder in het abstraheren van zijn kamers en spullen, omdat hij meer in oversnijdingen en licht-donkercontrasten geïnteresseerd was dan in nauwkeurige documentatie.

Een kamer laat zich natuurlijk gemakkelijk abstraheren omdat hij is op te vatten als een verzameling platte vlakken die met elkaar in verband staan, al dan niet met decoratieve patronen erop, zoals behang. Van dat gegeven heeft Édouard Vuillard mooi gebruikgemaakt in een lithodrieluik in het Van Gogh Museum, en Matthias Weischer 121 jaar later in een schilderijtje uit het eerste coronajaar, dat onlangs werd verworven door het Drents Museum.

Tot besluit van onze korte rondgang een open deur, in 1899 geschilderd door Willem Bastiaan Tholen en nu in de collectie van het Groninger Museum. Want je kunt veel plezier aan kamers beleven, maar als de muren op je afkomen moet je er wel weer uit kunnen. Naar de volgende zaal van ons virtuele museum. Of naar buiten.

Illustraties Dirma Janse/Studio NRC

Lees verder…….