Yvonne Adhiambo Owuor: ‘Ik word een beetje moe van de retoriek over China in Afrika’

Yvonne Owuor: „Wij Kenianen dachten altijd dat we een eiland van rust en stabiliteit vormden.”

Interview

Yvonne Adhiambo Owuor De Keniaanse schrijver Yvonne Adhiambo Owuor (53), die zondag in Amsterdam de Nelson Mandela-lezing houdt, is niet bang op westerse tenen te gaan staan. „Ik word een beetje moe van de retoriek over de ‘Chinese invasie’ in Afrika.”

In een witte gewatteerde jas tot over de knie stapt schrijver Yvonne Adhiambo Owuor (53) uit de kille miezerregen het Atlantik Fishrestaurant binnen. Het is haar favoriete eetgelegenheid in de Berlijnse wijk Schöneberg, waar ze tot juli artist-in-residence is op uitnodiging van de Duitse uitwisselingsdienst voor academici DAAD. „Alles hier is vers en gezond”, zegt ze, terwijl ze gepaneerde inktvis bestelt. „Alleen kreeft zal ik hier nooit nemen. Wie dat ooit at op Pate, weet dat het nergens anders zo goed zal smaken.”

Pate is het door mangrovewouden omzoomde eiland voor de noordkust van Kenia waar haar laatste roman The Dragonfly Sea zich grotendeels afspeelt. Owuor brengt in het boek de geuren, kleuren en koppige karakters van de eilandbewoners tot leven – en vooral ook de Chinese wortels van sommigen van hen. Op de zevende zeereis van admiraal Zheng He over de Indiase oceaan (1431-1433) verging een derde van zijn vloot van 62 schepen. Overlevenden zwommen naar Pate en vermengden zich met de bevolking. Ayaana, de hoofdpersoon van The Dragonfly Sea, is een van hun nazaten, blijkt als een Chinese delegatie dna van bewoners komt afnemen. Ze wordt uitgenodigd om in China te studeren en vertrekt op haar negentiende.

Het boek is gebaseerd op het leven van Mwamaka Sharifu uit Pate, vertelt Owuor. Zij mocht in 2005 in China studeren toen een dna-test op Chinese voorouders wees. „Ze kwam terug met een doctorsgraad in Chinese medicijnen en gynaecologie en woont nu in Nairobi.” Ayaana uit The Dragonfly Sea is al even dol op leren. Als zeeman Muhidin haar Engelse les geeft, omdat het Engels „grotere oren heeft” dan het Swahili, maakt ze zich die taal snel eigen, wat in China goed van pas komt.

Owuors liefde voor taal en schrijftalent werden al herkend op haar katholieke middelbare school in Nairobi. Een van de Ierse nonnen nam haar apart om grammatica en literatuur te leren. Ze brak door in 2003 toen ze de Caine Prize won – ook wel de Afrikaanse Booker Prize genoemd – voor het verhaal Weight of Whispers, over een Rwandees die na de genocide van 1994 naar Kenia was gevlucht. Trauma’s, geopolitiek en geschiedenis zijn thema’s in haar werk. Met onder meer de romans Dust (2014) en The Dragonfly Sea (2019) bevestigde ze haar positie als een van de bekendste auteurs en intellectuelen van Kenia.

Retoriek over China

Naast schrijver is Owuor opiniemaker. De huidige rol van grootmacht China in Afrika ziet ze als „onderdeel van een historisch proces”, ze spreekt het liefst van de „terugkeer van China”. „Ik word een beetje moe van de retoriek over de ‘Chinese invasie’ in Afrika, altijd van westerse bronnen, met China als nieuwe koloniale macht en Afrikanen als eeuwige slachtoffers. Nee, het gaat hier om het bouwen van relaties, waarbij Afrikanen in gesprek zijn met de Chinezen. In het oude donormodel draait het om muskietennetten en latrineputten. Als de Chinezen komen, praten ze over bruggen, havens en wegen.”

Ze verwijst naar een vorig jaar verschenen artikel van John Githongo, een bekende anti-corruptie-activist uit Kenia, over de opvattingen in Afrika over China. Volgens peilingen in 22 Afrikaanse landen ervaart 62 procent van de respondenten de invloed van China op het continent als ‘positief’, waarmee het land net iets hoger scoort dan de VS (60 procent). Afrikanen hebben geen boodschap aan de rivaliteit tussen de beide grootmachten, schrijft Githongo. Het is niet ‘of-of’ maar meer ‘win-win’, waarbij contacten met China en de VS naast elkaar moeten bestaan. Alle serieuze peilingen laten zien, stelt hij ook, „dat een meerderheid van de Afrikanen democratie – ondanks alle tekortkomingen – verkiest boven andere regeringsstelsels”.

China praat in Afrika niet over muskietennetten of latrineputten, maar over bruggen, wegen en havens

China’s rol in de Afrikaanse geschiedenis is op het eiland Pate goed zichtbaar, zegt Owuor. Veel van de „radicale, prachtige, trotse” bewoners hebben nog Chinese trekken. „De ruïnes bij Shanga – een verbastering van Shanghai – ogen Chinees, net als de eeuwenoude graftombes van soefi-heiligen. Chinezen die het eiland bezoeken, reageren soms heel emotioneel. ‘Het is als een ontmoeting met je andere zelf, van wie je niet wist dat die bestond’, zei een van hen.” Er is in Nairobi een maritiem archeoloog, vertelt ze, die popelt om voor de kust naar Chinese wrakken te duiken. „En dan het liefst met jonge Afrikanen, zodat ze getuige zijn als hun eigen geschiedenis wordt ontdekt.”

De schaduwkant van China schemert in The Dragonfly Sea soms ook door. Een Chinees die vanaf Pate de regering in Beijng inlicht over de nazaten van Chinese zeevaarders, heeft zich daar gevestigd omdat hij zijn werk in China – het martelen van gevangenen – niet meer aankon. „In de relatie met China zijn we niet blind voor wat daar gebeurt”, zegt Owuor. „Maar, en ik zeg het voorzichtig, China is er wel in geslaagd in dertig jaar bijna 750 miljoen Chinezen uit de armoede te halen.”

Psychopaat

Owuor is niet bang op westerse tenen te staan. Dat bleek ook uit een toespraak die ze in oktober 2020 hield bij het Duitse online symposium ‘Kolonialisme als gedeelde geschiedenis’. „Als een psychopaat een huis binnenkomt, er moordend en verkrachtend rondgaat, en alles rooft wat hem rijk kan maken om vervolgens elegante soirees te organiseren”, zei ze daarin, „kun je dan zeggen dat hij en het aangevallen gezin een gezamenlijke geschiedenis hebben?”

Owuor moet onbedaarlijk lachen als ze haar citaat terughoort. „Op het scherm zag ik het gezicht van mijn inleider rood worden, ik voel me er een beetje bezwaard over. Maar ja, je kunt beter man en paard noemen.”

„Ik zou zeggen: laat een stel forensische accountants de balans opmaken. Laat hen kijken hoeveel de koloniale grootmachten hebben verdiend aan de kolonies, waarna we kunnen onderhandelen over wat we van hen te goed hebben”, vervolgt ze vrolijk. „Geen reparatiebetalingen, maar een zakelijke transactie. Waarbij het onderzoek naar de door de nazi’s geroofde Joodse tegoeden als voorbeeld kan dienen.”

In Kenia wordt het kolonialisme door de Britten nog te vaak gezien als belangrijkste bron van identiteitsvorming, zegt Owuor. „Dat is het niet. De nieuwe generatie wil iets anders, een ander woord, merk ik. Jongeren willen dat rekenschap wordt afgelegd over het verleden, zeker, maar er bestaat vermoeidheid over het kolonialismedebat. Of we het leuk vinden of niet, in Kenia zijn we met al onze verschillende achtergronden uiteindelijk allemaal migrant. Ook de Britten waren dat.”


Lees ook dit interview: ‘We doen alsof het leven in Nigeria fantastisch was tot de Britten kwamen en ons land kapotmaakten’

In haar roman Dust (2014) komt de koloniale tijd indirect aan bod. Een jonge Brit reist naar Kenia om zijn verdwenen vader te zoeken die hij nooit heeft gekend. Beetje bij beetje leert hij meer over de man en de vuile handen die hij maakte in de koloniale tijd. Vrijwel elke Keniaan die hij treft, blijkt geheimen mee te torsen, zoals betrokkenheid bij het begraven van anonieme lijken – slachtoffers van de Britse jacht op onafhankelijkheidsstrijders. „We begraven het kwaad door erover te zwijgen”, zegt een van hen, „in het belang van het land.”

Dust speelt zich af tijdens de golf van etnisch geweld in Kenia na de verkiezingen van eind 2007. Alles wees op massale stembusfraude, en nadat zittend president Mwai Kibaki tot winnaar was uitgeroepen volgden bloedige wraakacties op zijn veronderstelde aanhangers, vooral Kikuyu, de etnische groep waartoe ook hij behoort. Bij dit geweld, en de weerwraak die dit uitlokte tegen andere etnische groepen, vielen zeker 1.130 doden.

„Wij Kenianen dachten altijd dat we uitzonderlijk waren, dat we een eiland van rust en stabiliteit vormden in een woelig deel van Afrika. Maar toen dit geweld losbarstte, besefte ik dat dat een mythe was”, zegt Owuor. „We waren alleen goed in het begraven van onze geesten.”

Rozenkrans

Owuor stond in 2007 met haar neus bovenop de gebeurtenissen. „Mijn goede, nu overleden vriend Binyavanga Wainana belde aan en zei: ‘Pak je spullen, je kunt niet thuisblijven als je land in brand staat’. Met acht schrijvers reden we in twee auto’s urenlang over volstrekt verlaten wegen naar de stad Eldoret, een van de voornaamste brandhaarden. We spraken daar met bisschop Cornelis Kurir, die duizenden mensen op het kerkterrein opving, vooral Kikuyu’s, gevlucht voor moordende en brand stichtende jongeren. Zo’n prachtige man: slechts gewapend met een rozenkrans ging hij avond aan avond op pad in de wijde omgeving om de mensen bescherming aan te bieden.”

„Voor het eerst zag ik ontheemden in mijn land, eenvoudige boeren die waren gevlucht, alleen vanwege het gedrag van de politici. Ze zeiden tegen ons: jullie zijn de eerste mensen die we hier zien uit Nairobi, vertel de president alsjeblieft wat hier gebeurt. Het brak mijn hart.”

Er waren in die periode meer helden als Kurir, vertelt Owuor, wier rol onderbelicht is gebleven. „Gewone Kenianen, dwars door alle etnische groepen heen, hielden mensen verborgen op hun zolders. Mede door die verhalen voelde ik me voor het eerst echt Keniaan. Ik realiseerde me dat je een land kunt verliezen en dat een land je leven invulling geeft. Mijn hart gaat uit naar mensen die hun land moeten verlaten.”

Daad van verraad

Haar vader, oud-directeur van de Keniaanse werkgeversfederatie, was een verlichte geest met een grote liefde voor Kenia. Toen het verkiezingsgeweld begon, vertelt Owuor, legde hij tot haar verrassing direct een verband met Tom Mboya, een pan-Afrikanist en voorvechter van de onafhankelijkheid die in 1969 op 38-jarige leeftijd werd vermoord. „Mijn generatie dacht alleen: dit moet stoppen, het land staat in brand. Bij hem leek het alsof hij het geweld verwacht had.” De dood van Mboya, op dat moment minister van Economische Planning, wordt algemeen gezien als een politieke moord: hij zou een bedreiging vormen voor toenmalig president Jomo Kenyatta en de door Kikuyu’s gedomineerde elite die werd bevoordeeld onder diens bewind. Wie opdracht gaf tot de moord, is nooit duidelijk geworden.

„Mboya steeg boven Kenia uit”, zegt Owuor. „Hij vertegenwoordigde het ideaal dat we één natie vormen ondanks alle etnische verschillen – als een Nelson Mandela van zijn tijd. De moord op hem was een daad van verraad jegens het ideaal van een verenigd Kenia. Twitter en Instagram exploderen elk jaar op Mboya’s sterfdag: een nieuwe generatie laat zien dat hij niet is vergeten.”

Wat ze „fascinerend vond”, zegt ze, was dat „de grote crisis van 1969 eind 2007 weer bovenkwam, dat die emoties weer opdoken na tientallen jaren onderdrukt te zijn”. Haar vader verklaarde het nieuwe geweld uit diepgewortelde woede over, opnieuw, de overheersing van de staatsmacht door een door Kikuyu’s gedomineerde elite.

De verantwoordelijken voor het geweld van 2007-2008 lopen nog vrij rond. Owuor hoopt dat Kenia een Waarheids- en Verzoeningscommissie krijgt naar Zuid-Afrikaans model, waarbij daders amnestie krijgen in ruil voor een bekentenis. „Het zou het land enorm dienen. Als iemand weet dat hij niet veroordeeld wordt, is hij wellicht bereid te erkennen dat hij een kerkgebouw in brand stak met mensen erin. En als de waarheid bekend is, kunnen we verder als land. Maar we zijn doodsbang voor zulke confrontaties met onszelf. Dat is onze zwakte.”

Een Waarheidscommissie zal er niet komen als vicepresident William Ruto in augustus de presidentsverkiezingen wint. Ruto heeft terechtgestaan bij het Internationaal Strafhof in Den Haag wegens misdaden tegen de menselijkheid, als een van de vermoedelijke aanstichters van het geweld rond Eldoret. In 2015 werd het proces afgebroken: zeventien getuigen hadden zich teruggetrokken na te zijn geïntimideerd of omgekocht. Half februari begint een proces tegen de Keniaanse advocaat Paul Gicheru, die wordt verdacht van deze omkopingspraktijken.


Lees ook dit interview ‘Nelson Mandela belichaamde niet de geest van vergiffenis’

„Mocht Ruto winnen, dan komt zo’n commissie er wel na hem”, zegt Owuor. „Of nog later. De waarheid zal uiteindelijk komen bovendrijven.” Een verkiezingsoverwinning van Ruto zal zij accepteren, zegt ze. „Dat hoort bij mijn besluit echt Keniaan te zijn: ik accepteer het slechte en het goede.”

Ter inspiratie voor haar lezing van zondag, herlas Owuor teksten van Nelson Mandela. Ze zetten haar aan het denken over goed en kwaad en wat iemand tot ‘mens’ maakt, vertelt ze. „Vergeving is niet gemakkelijk, het is een angstaanjagend concept. Wanneer slachtoffers zeggen dat ze wraak willen nemen op de daders, is dat ook goed. Als ze zich maar kunnen uitspreken. Want als je zegt: ik wil je vermoorden, is de kans klein dat je dat ook doet.”

Als Owuor weer de motregen van Schöneberg in stapt, zegt ze: „Ik kan het niet uitleggen, maar ik ben dol op Berlijn.” Even later probeert ze het toch. „Het is een stad die goede dingen doet met zijn schaduwen, die de confrontatie aangaat met zijn verleden. Dat zou ik Nairobi ook toewensen.”

Yvonne Owuor houdt 6 februari om 15.30 uur de Nelson Mandela Lezing in de Stadsschouwburg in Amsterdam en via livestream. Informatie: www.ITA.nl.

Lees verder…….