Wolkenfabriekjes en ruimtespiegels als laatste redmiddel voor het klimaat

Zonlicht dimmen Het is mogelijk om met technologische middelen zonlicht tegen te houden en zo de opwarming van de planeet te dempen. Een nieuw rapport pleit zowel voor een moratorium als voor meer onderzoek.

Door in poolgebieden zeewater te vernevelen tot witte wolken kan licht van de zon plaatselijk gedimd worden.
Door in poolgebieden zeewater te vernevelen tot witte wolken kan licht van de zon plaatselijk gedimd worden. Foto Martin Zwick / Getty

Hoe witter een wolk, hoe beter die het zonlicht weerkaatst. Omdat dat voor verkoeling zorgt, lijkt het handig – en misschien ook wel goedkoop – om met witte wolken het zonlicht te dimmen en zo een deel van de opwarming van de aarde te voorkomen. Het zou een mogelijkheid kunnen zijn om rechtstreeks in te grijpen in het klimaat, zonder meteen een einde te hoeven maken aan het gebruik van fossiele brandstoffen.

Zonlicht dimmen kan op allerlei manieren. Je kunt in het Arctisch gebied met boten rondvaren die als kleine wolkenfabrieken zeewater vernevelen en de lucht in blazen. Je kunt deeltjes in de stratosfeer spuiten, waardoor je als het ware een vulkaanuitbarsting simuleert waarvan bekend is dat die tijdelijk de temperatuur verlaagt. Of je kunt zelfs – heel futuristisch – satellieten met spiegels in de atmosfeer plaatsen die het zonlicht terug de ruimte in sturen nog voor het ook maar in de buurt van de aarde komt.

Donderdag publiceerde een commissie onder leiding van oud-politicus en voormalig directeur van de wereldhandelsorganisatie Pascal Lamy het rapport Reducing the Risk of Climate Overshoot, over de mogelijkheden en de risico’s van dit soort ingrepen in het weersysteem. Nog niet eens zo heel lang geleden golden dit soort technieken als sciencefiction, maar nu de mogelijkheden steeds realistischer worden, is het volgens de commissie de hoogste tijd om na te denken over hoe je ze zou kunnen inzetten. Wie beslist er over het gebruik van deze technologieën? Welke criteria moeten daarbij gehanteerd worden? Hoe moeten landen omgaan met de eventuele gevolgen?

Nederland mag nooit inzetten op geo-engineering, stelden wetenschappers eerder in NRC

De commissie heeft zich weliswaar uitgebreid laten informeren over de wetenschappelijke ontwikkelingen, maar bestaat vooral uit oud-staatshoofden, -regeringsleiders en -ministers – zoals oud-presidenten van het eilandstaatje Kiribati en Niger, een Canadese oud-premier, een Indonesische oud-minister van Financiën, en de directeur van de European Climate Foundation, die in 2015 nauw betrokken was bij de totstandkoming van het Klimaatakkoord van Parijs. Voorzitter Pascal Lamy is tegenwoordig vicevoorzitter van het Parijse Vredesforum, een denktank over geopolitiek.

De commissie noemt zichzelf de Overshoot Commission, de overschrijdingscommissie, met een verwijzing naar de anderhalve graad opwarming, die in het Klimaatakkoord van Parijs wordt genoemd als een grens waar de wereld maar beter niet te ver overheen kan gaan. Maar de kans dat dat toch gebeurt wordt inmiddels door de meeste klimaatwetenschappers heel groot geacht. Voor velen is het zelfs niet langer de vraag hoe de wereld onder de anderhalve graad kan blijven, maar hoe terug te keren naar die anderhalve graad als de planeet er toch overheen schiet.

Solar radiation modification (SRM), zoals de wetenschappelijke benaming luidt voor technologieën om zonlicht te dimmen, mag in dat geval niet worden uitgesloten, concludeert de commissie. Maar SRM mag alleen gebruikt worden als een allerlaatste uitweg. Voor het zover is moeten de gevolgen en risico’s beter in kaart worden gebracht en moet er worden nagedacht over de manier waarop de internationale gemeenschap eventueel besluit tot het gebruik van SRM. Tot die tijd pleit de commissie voor een internationaal moratorium, een voorlopig verbod, op experimenten met deze technologie.

Ook deeltjes de stratosfeer in spuiten is een mogelijkheid om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Foto Giannella / DEA

Geen technofix

Commissievoorzitter Lamy is zich ervan bewust dat zelfs nadenken over de technologische mogelijkheden om zonlicht te dimmen al controversieel is – ook hijzelf heeft grote twijfels of het wel een goed idee is. „Maar dat het controversieel is, kan geen reden zijn om er niet serieus naar te kijken”, zei Lamy bij de presentatie van het rapport.

Wie had gehoopt dat het rapport een technofix zou bepleiten, komt volgens Lamy bedrogen uit. Het allerbelangrijkste blijft volgens de commissie om de uitstoot van broeikasgassen (versneld) te reduceren, om broeikasgassen op te slaan, zowel in lege gasvelden als op een natuurlijke manier door het aanplanten van bomen, en om de wereld aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering. Maar als verder niets meer werkt, concludeert Lamy, is het goed om te weten of en hoe SRM de mensheid kan helpen.

Onderzoek naar klimaatmodificatie zorgt ervoor dat we meer risico hebben op de uiteindelijke catastrofe

Jeroen Oomen politicoloog

Critici gaat dat nog veel te ver. Klimaatwetenschapper Youba Sokona, vicevoorzitter van het wetenschappelijk klimaatpanel van de Verenigde Naties (IPCC), was aanvankelijk betrokken bij de oprichting van de Overshoot Commission, maar wilde geen lid worden toen hij merkte dat de discussie te veel over SRM zou gaan. Alleen al de discussie daarover vindt hij „veel te voorbarig”.

Ben Sanderson, klimaatwetenschapper bij het Centre for International Climate and Environmental Research, is het daarmee eens. „Door het onderzoek uit te breiden wordt het idee van SRM steeds meer genormaliseerd”, zei hij tegen de website Climate Home News, „terwijl het de aandacht afleidt van echte reductie van broeikasgassen”. Maar volgens James Haywood, hoogleraar atmosferische wetenschap aan de universiteit van Exeter, weet iedereen dat de mensheid met de bestaande maatregelen om broeikasgassen te reduceren niet onder de anderhalve graad opwarming zal blijven. „Het is daarom verstandig om te kijken of SRM gebruikt kan worden om de ergste gevolgen van klimaatverandering te verminderen.”

Misleidende vergelijkingen

Het is een discussie die ook in Nederland wordt gevoerd. „Onderzoek naar klimaatmodificatie kun je zien als een verzekering voor als het heel erg misgaat met klimaatverandering”, zei klimaatfysicus Claudia Wieners dit voorjaar in NRC. Ze vergeleek technologieën zoals SRM met een brandverzekering, waarvan iedereen hoopt hem nooit nodig te hebben. Maar volgens politicoloog Jeroen Oomen zijn juist dit soort vergelijkingen misleidend. „Want een brandverzekering zorgt er niet voor dat je meer kans hebt dat je huis afbrandt. Onderzoek naar klimaatmodificatie zorgt er wél voor dat we meer risico hebben op de uiteindelijke catastrofe.”

Lees ook: Een technofix voor het klimaat onderzoeken is gevaarlijk. Of is het juist nodig?

In januari 2022 pleitte een grote groep wetenschappers – inmiddels meer dan 440 uit ruim zestig landen – in een open brief aan de Verenigde Naties al voor een moratorium op het gebruik van SRM. Maar zij gaan verder dan de auteurs van het nieuwe rapport. Volgens de ondertekenaars zijn de gevolgen van dit soort technologieën niet te overzien en zou in feite een experiment met de hele planeet als proefkonijn nodig zijn om daarover duidelijkheid te krijgen. Zover mag het niet komen. Bovendien vrezen ze dat alleen al de hoop op een toekomstige technofix de aandacht zal afleiden van de noodzakelijke transitie naar een wereld zonder fossiele brandstoffen.

En ten slotte, zeggen de ondertekenaars, is er geen enkele reden om vertrouwen te hebben in het huidige mondiale bestuurssysteem, dat volgens hen „niet geschikt [is] om de verreikende akkoorden te ontwikkelen en uit te voeren die nodig zijn voor een eerlijke, inclusieve en effectieve politieke controle” over deze technologie.

Dat kan zo zijn, zei Pascal Lamy vorige maand in de Financial Times, maar „uiteindelijk moeten we alle mogelijkheden benutten waarvan we weten dat ze werken, ook als ze op dit moment misschien nog tot de onzekere oplossingen behoren”.

Lees verder…….