Wereldkampioen op de 400 meter indoor – de prijzenkast van Femke Bol raakt steeds voller

Deze had ze nog niet. Femke Bol maakte op de atletiekbaan van de Emirates Arena in Glasgow een paar sprongetjes van vreugde. Ze liep in extase bijna een verspringer omver, ze riep in de microfoon: „This is a dream come true!” Ze pakte opnieuw een wereldtitel, op de 400 meter dit keer en dat in een nieuw wereldrecord: 49,17.

De prijzenkast van Femke Bol begint inmiddels imposante vormen aan te nemen nu ze zaterdagavond opnieuw een gouden medaille won. Na Europese titels (400 meter en 400 meter horden), wereldtitels in de buitenlucht (400 meter horden en 4×400 meter aflossing) is er na het WK-zilver van twee jaar terug nu goud op de 400 meter indoor. En ze liep op dit onderdeel eerder al twee wereldrecords.

Bol was als titelfavoriet naar Schotland gekomen, nadat ze vorige maand bij de NK in Apeldoorn haar eigen wereldrecord op de 400 meter had aangescherpt naar 49,24. Ze vond het aan haar stand verplicht dat ze hier zou winnen, zei ze na de race. Maar op de persconferentie, afgelopen donderdag, hield ze zich juist op de vlakte over hoe belangrijk deze titel voor haar zou zijn. „We hebben ervoor gekozen om hier te zijn, dus is het belangrijk”, zei ze. Maar: „Ik heb er niet speciaal voor getraind.”

Het grote doel ligt straks in Parijs, dat is geen geheim. Daar wil Bol in augustus olympisch kampioen worden op de 400 meter horden. „Ik begin mijn horden te missen”, lachte ze donderdag. Omdat die discipline in de winter op de 200 meter-banen niet wordt gelopen, onderhoudt ze in die maanden haar vorm met 400 meter-wedstrijden.

Serieus kampioenschap

Toch is dat niet het hele verhaal. Bol heeft al vaker aangegeven hoe belangrijk ze medailles vindt, zeker gouden exemplaren staan voor haar hoger in de pikorde dan bijvoorbeeld een wereldrecord. Een titel win je voor altijd, vindt ze, die pakken ze je nooit meer af.

Uit haar daden sprak hoe serieus Bol deze wereldkampioenschappen toch nam. Om optimaal te herstellen tussen de voorrondes, halve finale en finale, volgde ze een minutieus schema waar ze zo min mogelijk van af wilde wijken. Voor de geïnteresseerde pers had ze tot aan de finale twee keer 55 seconden tijd; de eerste keer wachtte haar middagslaapje, de tweede keer wilde ze de bus halen om snel een ijsbad te kunnen nemen.

Als je zo vaak moet lopen in een korte periode is energie sparen belangrijk, verklaarde Bol haar acties. „Ik vind twee keer op een dag lopen eerlijk gezegd best wel zwaar.” En liefst doet ze dat niet in de race, maar erbuiten. „Als je het tijdens de race doet, kun je er een slecht gevoel aan overhouden, dat heb ik wel eens gehad. Dus tijdens de wedstrijd moet je gewoon je ding doen, daarbuiten moet je tijd besparen: snel door de mixed zone, niet te lang een warming-up, snel herstellen.”

Extra belasting

Veel andere atleten mijden indoorwedstrijden uit angst voor blessures. Met name voor de atleten die meedoen aan de loopnummers, vormen de krappere bochten van de 200 meterbaan een extra belasting voor de beenspieren. De Schot Josh Kerr, die zaterdag wereldkampioen werd op de 3.000 meter, vertelde donderdag hoe moeilijk de beslissing was geweest om wel of niet mee te doen. „Mijn coaches vonden het geen goed idee vanwege het risico op blessures, maar ik wilde per se hier lopen voor mijn thuispubliek.”

Voor Bol spelen zulke overwegingen niet mee. „Als ik bang was voor blessures, zou ik geen indoor doen.” Sterker, ze vindt het eigenlijk wel meevallen hoe risicovol indooratletiek is. „De horden zijn nog wel iets gevaarlijker.”

Van angst was er bij Bol op zaterdagavond dan ook geen sprake: vanaf de start ging ze als een razende weg en haalde Lieke Klaver, die bekendstaat om haar snelle starts, al in de tweede bocht bij. Dit was haar plan, zou ze naderhand zeggen. Hard starten en dan daarna gewoon blijven gaan en zien waar het schip strandt. „Het was voor mijn gevoel niet eens mijn beste race”, zei ze. Maar toch was er indoor nooit een vrouw sneller.

Die realisatie maakte Bol na afloop dolgelukkig. „Deze hoort in het rijtje tussen alle andere gouden medailles die ik heb gehaald. Dit is mijn wereldrecordmedaille.” Dat Lieke Klaver het zilver pakte, haar eerste individuele WK-medaille, maakte het alleen nog maar mooier voor Bol. Na de finish zaten de Nederlandse atletes samen te giechelen op een bankje naast een scorebord dat de wereldrecordtijd van Bol toonde.

„Ik heb ze nu bijna allemaal, dat is superbijzonder”, zei Bol tevreden voordat ze naar de medailleceremonie moest. Er ontbreekt er nog eentje en daarvoor gaat ze straks naar Parijs: voor een nieuwe titel in haar prijzenkast, een olympische.