Voor het eerst degraderen er wielerploegen uit de World Tour

World Tour De Ronde van Lombardije en Parijs-Tours zijn de laatste grote koersen van het wielerjaar. De balans kan bijna worden opgemaakt: welke ploegen raken hun licentie voor de World Tour kwijt?

Het peloton in de Vuelta, waar elk jaar veel punten te verdienen zijn voor het World Tour-klassement.
Het peloton in de Vuelta, waar elk jaar veel punten te verdienen zijn voor het World Tour-klassement.

Foto Oscar del Pozo Canas/AFP

Het moet voor de bewoners van Sparks een vreemde ervaring zijn geweest. In het voorstadje van Baltimore staan op zondagmiddag 4 september voor het generieke bedrijfspand van de lokale arbeidsvoorwaardenspecialist meer dan honderd professionele renners klaar voor de start.

Onder hen niet de minsten: vijfvoudig Touretappewinnaar Dylan Groenewegen, zijn Australische teamgenoot Michael Matthews (groene trui en negen etappezeges in de Tour, Giro en Vuelta), de Deen Magnus Cort Nielsen (acht etappes in Tour en Vuelta) en voormalig Europees en Italiaans kampioen Giacomo Nizzolo.

Ze zijn gekomen voor de eerste editie van de Maryland Cycling Classic, een koers over 194 kilometer met finish in het centrum van Baltimore. Het is een koers op één niveau onder de World Tour, de serie wedstrijden waartoe de grote rondes en de klassiekers behoren.

Grote wielerteams zoals Team BikeExchange-Jayco, EF Education-Easypost en Israel-Premier Tech hebben sterke delegaties naar de VS gestuurd. Dat heeft alles te maken met een besluit dat de wereldwielerbond UCI in 2018 nam: de invoering van een promotie- en degradatiesysteem. Elke koers leverde voor die tijd al punten op – de eindzege in de Tour de France 1.000 punten, een klassieker 500, de Nederlandse ZLM Tour 200 – maar die speelden nauwelijks een rol. Teams konden, als ze de benodigde renners en financiële middelen hadden, een licentie voor de World Tour krijgen, met de verplichting om aan de meeste grote koersen mee te doen.

Om ervoor te zorgen dat koersdirecteuren konden rekenen op meer spreiding van toprenners, en teams en sponsoren tegelijkertijd zekerheid te bieden over exposure in grote wedstrijden, bedacht de UCI dat vanaf 2020 de punten zouden meetellen voor een klassement over drie jaar, waarbij per ploeg de punten van de tien best presterende in een jaar bij elkaar werden opgeteld. Na drie seizoenen zouden de beste achttien teams voor een nieuwe periode van drie jaar een licentie krijgen voor het hoogste niveau.

Geen excuses

Nu is het bijna zover. Dit weekend worden met de Ronde van Lombardije en Parijs-Tours de laatste grote wedstrijden van het seizoen verreden, erna volgen nog kleinere koersen in Maleisië, Japan en Italië. Dan wordt de balans opgemaakt.

Twee ploegen lijken hun licentie kwijt te raken: Israel-Premier Tech en Lotto Soudal. In hun plaats zouden Alpecin-Deceunick, de ploeg van Mathieu van der Poel, en Arkéa-Samsic komen – zij krijgen in 2023 het recht én de verplichting aan de (meeste) grote wedstrijden mee te doen.

Bij de Belgische ploeg Lotto Soudal hebben ze er weinig fiducie meer in, zegt sportief directeur John Lelangue. „Realistisch gezien gaat het niet meer lukken.” Een „failed mission” noemt hij het. „Met onze historie vind ik dat wij bij de beste teams moeten horen.”

Lelangue wil geen excuses maken, maar zijn ploeg had in zijn ogen dit jaar pech met valpartijen en ziektes, en corona hielp in de twee seizoenen ervoor niet mee. „Alleen de allergrootste koersen werden georganiseerd, terwijl wij ook vaak punten pakten in kleinere koersen”, zegt Lelangue. „Daarnaast hebben we afscheid genomen van een oude generatie renners en een garde talenten opgenomen. Dat was uitgerekend in de eerste twee jaar van deze cyclus. Zij hebben tijd nodig om mee te kunnen doen op dit niveau.”

Toch is de treurnis bij de Belgische ploeg niet al te groot. De ploeg staat hoog genoeg in het klassement over 2022 om volgend seizoen aanspraak te maken op wildcards voor de grote koersen. Bovendien heeft de ploeg een trouwe sponsor en heerst er tevredenheid over dit laatste seizoen. „We hebben aanvallend gekoerst en resultaten gehaald. Onze talenten zijn volgend jaar weer een stapje verder. Dat is altijd onze filosofie geweest”, zegt Lelangue.

Degradatiekandidaat

Sommige teams pasten hun strategie juist stevig aan. Het Spaanse Movistar liet renners in kleine dagkoersen in eigen land punten sprokkelen – de ploeg is inmiddels veilig, mede dankzij de punten voor de tweede plek van Enric Mas in de Vuelta. De renners van BikeExchange, ook bijna zeker van een nieuwe licentie, zaten veertig dagen meer op de fiets dan in de twee seizoenen hiervoor, liet sportief directeur Matt White aan Cycling Weeklyweten.

De verrassing van het klassement is Intermarché-Wanty, een Belgische ploeg met het kleinste budget van alle World Tour-teams. „Iedereen zag ons als dé degradatiekandidaat”, zegt ploegleider Aike Visbeek. Hij sloot zich deze winter weken op in zijn kantoor om tot een strategie uit te stippelen. In december begon het met een teambijeenkomst waarin de puntentelling werd uitgelegd, zegt Visbeek. „Die is zo ingewikkeld dat ik zeker weet dat veel renners het niet begrijpen. Nu konden wij uitleggen waarom wij graag wilden dat ze bepaalde koersen gingen rijden.”

Bijkomend voordeel volgens Visbeek: de degradatiestrijd was daarna geen onderwerp van gesprek meer, want er was duidelijkheid verschaft. „Dat heeft een hoop stress voorkomen.” De ploeg bepaalde waar de beste kansen lagen voor de renners, en stemde trainingsschema’s zo af dat ze daar konden pieken.

Halverwege mei stelde Intermarché-Wanty zich veilig, mede dankzij de verrassende zege van Biniam Girmay in Gent-Wevelgem. Visbeek: „ We hadden misschien niet verwacht dat hij zou winnen, maar een plek in de toptien levert ook veel punten op.” Visbeek is ervan overtuigd dat de goede voorbereiding van zijn ploeg heeft geleid tot lijfsbehoud. „Wij hadden ons huiswerk gedaan. Andere ploegen zijn tijdens het seizoen hun strategie gaan aanpassen.”

De strijd tegen degradatie leidde tot bijzondere taferelen. Renners reisden niet af naar het WK in Australië of stapten voortijds af in de Vuelta om in kleinere eendagskoersen punten te verzamelen. Visbeek noemt dat een goede ontwikkeling. „Je ziet bij veel meer kleine koersen toppers aan de start staan. Dat is mooi voor zowel fans als sponsoren.” Het verklaart ook waarom al die toppers in Sparks aan de start stonden. Aan de finishlijn in Baltimore waren 200 punten te verdienen. De Belg Sep Vanmarcke won van een kleine kopgroep de sprint, de punten waren voor zijn ploeg Israel-Premier Tech.

Toch staat het team uit Israël nog altijd onder de streep. Teameigenaar Sylvan Adams nam vorige maand een voorschot op de degradatie door aan te kondigen de UCI voor de rechter te zullen slepen als zijn ploeg de licentie kwijt zou raken. Adams zei tegen VeloNews bang te zijn voor de financiële gevolgen van een leegloop aan (top)renners en sponsoren als zijn ploeg drie jaar lang op een niveau lager uit moet komen. Of Adams het ook echt tot een rechtszaak laat komen nu het verlies van de licentie op handen is, is niet duidelijk. Het team wil, zolang het seizoen nog loopt, er niets meer over zeggen.

Lees verder…….