Intimidatie, verbale agressie en kleineren: 25 atleten en coaches over de cultuur in de Nederlandse atletiekwereld

Topsportcultuur De Nederlandse atletiek floreert, maar uit gesprekken rijst ook een ander beeld op: een topsportcultuur waarin ethische grenzen regelmatig overschreden werden en coaches en atleten zich onveilig voelden onder de leiding van hoofdcoach Charles van Commenée en technisch directeur Ad Roskam.

De atletiekbaan op nationaal sportcentrum Papendal in Arnhem.
De atletiekbaan op nationaal sportcentrum Papendal in Arnhem.

Foto Wim Hoogveld / ANP

Een half uur voor haar individuele debuut op de Olympische Spelen zit atlete Lisanne de Witte op haar handen en knieën op de vloer van een witte tent naast de atletiekbaan in Tokio – de callroom, de plek waar atleten zich verzamelen voor hun race. Ze komt op dinsdag 3 augustus 2021 in actie op de olympische 400 meter. Het wordt de belangrijkste wedstrijd uit haar carrière.

Geconcentreerd werkt ze haar warming-up af als ze uit het niets wordt aangesproken door Charles van Commenée, hoofdcoach van de Atletiekunie: „Dat vind je fijn toch, in het middelpunt van de belangstelling staan?”

De Witte schrikt ervan. Ze weet dat Van Commenée wel vaker dat soort opmerkingen maakt. Meestal gaat het over haar lichaam. Soms vindt Van Commenée haar afgetraind, dan weer is ze in zijn ogen te zwaar. Maar dit keer, zo kort voor haar olympische wedstrijd, wordt De Witte toch overrompeld. En als Van Commenée dat ziet, doet hij er nog een schepje bovenop: „Daarom post je toch ook foto’s van jezelf op Instagram? Om aandacht te vragen?”

Van Commenée zegt het zo luid, dat alle trainers die aanwezig zijn in de callroom het kunnen horen. Sprintcoach Bart Bennema ziet dat De Witte woedend wordt en trekt zijn collega weg. „Dit kan je echt niet zeggen”, laat hij Van Commenée weten. Maar De Witte is afgeleid en van slag. „Waar heb ik dit nou weer aan verdiend”, vraagt ze aan Petra Groenenboom, bondsarts van het Nederlands team, die voor haar als een vertrouwenspersoon fungeert.

De winnares van Europees brons op de 400 meter indoor én in de buitenlucht, plaatst zich daarna ternauwernood voor de halve finale, waarin ze wordt uitgeschakeld. Sinds de Spelen van Tokio loopt De Witte (30) met een grote boog om Van Commenée heen. En ze is niet de enige.

Hall of Fame

Charles van Commenée (64), geboren Amsterdammer, heeft in de voorbije dertig jaar internationaal zijn sporen verdiend als vermaard atletiekcoach en sportbestuurder. Na een opleiding aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding haalt hij zijn trainerspapieren en gaat hij van 1991 tot 2000 bij de Atletiekunie aan de slag als bondscoach meerkamp.

In die periode doorloopt Vince de Lange zijn trainersopleiding bij de bond. Hij gaat regelmatig bij Van Commenée langs om het vak te leren. De Lange (57), tot en met de Spelen van 2016 bondscoach meerkamp en inmiddels een paar jaar chocolatier in Apeldoorn, herinnert zich vooral de trainingsweekenden in het Duitse Rhede. De Lange: „Charles zei daar een keer: ‘Het is handig om met je atletes een intieme relatie aan te knopen, want dan heb je meer grip op hoe ze is en wat ze doet.’ Volgens hem had je op die manier een atlete volledig in je macht en vergrootte je de kans om met haar de wereldtop te halen.”

Naast zijn werk voor de Atletiekunie gaat Van Commenée ook buitenlandse atleten coachen. Van hen is meerkampster Denise Lewis de bekendste. De Britse wordt onder hem in 2000 in Sydney olympisch kampioen. Dat levert Van Commenée als eerste buitenlander een plek op in de British Coaching Hall of Fame.

In de jaren die volgen wordt hij eerst directeur van de Britse atletiekfederatie en is hij bij twee Olympische Spelen, die van Athene (2004) en Bejing (2008), chef de mission van de Nederlandse equipe én technisch directeur van sportkoepel NOC-NSF. Vanwege zijn eerdere verdiensten keert hij daarna terug als hoofdcoach bij UK Athletics. Hij blijft aan tot en met de Spelen van Londen in 2012, die voor de Britse atletiek ongekend succesvol verlopen. In 2014 keert Van Commenée terug in Nederland, als prestatiemanager bij NOC-NSF, met atletiek in zijn portefeuille. Op die manier kan hij al invloed uitoefenen op het topsportbeleid bij de atletiekbond.

Charles van Commenée

Foto Lex van Lieshout / ANP

In het najaar van 2018 wordt Van Commenée aangesteld als hoofdcoach bij de Atletiekunie. Hij gaat intensief samenwerken met technisch directeur Ad Roskam, die 4,5 jaar eerder is aangetreden. Met zwaargewicht en gelauwerd coach Van Commenée terug bij zijn oude liefde moet de Nederlandse atletiek een kwaliteitsimpuls krijgen. Sprinters uit het gehele spectrum – van 100 tot 400 meter en de horden – worden herverdeeld in groepen en er wordt scherper gekozen voor bepaalde nummers, waaronder de 400 meter, naar Belgisch voorbeeld. Het idee is; als de zuiderburen al zo lang uitblinken op die afstand, dan moeten wij dat ook kunnen.

Vanaf dat moment waait er een andere wind over nationaal sportcentrum Papendal: omgangsvormen verharden, ethische grenzen worden overschreden en atleten en (bonds)coaches voelen zich steeds minder veilig, blijkt uit gesprekken die NRC en Trouw gezamenlijk hebben gevoerd met in totaal 25 coaches, (ouders van) atleten en bestuurders. Velen wilden niet met hun naam in de krant uit angst voor represailles.

Het is een periode waarin ook Rana Reider, de Amerikaanse sprinttrainer in Nederlandse dienst, voor onrust zorgt als blijkt dat hij een verhouding heeft met een atlete uit zijn trainingsgroep, zonder daar bij zijn aantreden melding van te hebben gemaakt. Dat druist in tegen de gedragsrichtlijnen van NOC-NSF, waarover Van Commenée in een interview met de Volkskrant zegt niets te weten. „Bied ik naar eer en geweten een veilige topsportomgeving? Ja”, benadrukt hij in de krant.

Schildklierhormoon

Het is eind februari 2019, twee dagen voor het EK indooratletiek in Birmingham, als Van Commenée in aanloop naar zijn eerste grote toernooi als hoofdcoach in een kennismakingsgesprek met atleten Tony van Diepen (400 en 800 meter) en Thijmen Kupers (800 meter) over het gebruik van schildklierhormoon begint. Hij doet dat nadat bekend is geworden dat die medicatie zonder medische noodzaak regelmatig wordt voorgeschreven aan topschaatsers, een schemergebied waarvan chef-arts Cees-Rein van den Hoogenband namens NOC-NSF zegt dat het „een hellend vlak” is.

Ook in de atletiek is er al langer een discussie over gaande; de Amerikaanse coach Alberto Salazar wordt ermee in verband gebracht. Het middel, bekend onder de merknaam Thyrax, is bedoeld voor een te traag werkende schildklier maar zou gezonde sporters helpen bij versneld afvallen. Het wetenschappelijk bewijs voor het prestatiebevorderende effect ontbreekt. De gezondheidsrisico’s van het middel variëren van botontkalking tot hartfalen. Reden voor de Nederlandse Dopingautoriteit om te bepleiten het medicijn op de dopinglijst te zetten, tot nu toe tevergeefs. „Van Commenée vond dat we de randjes moesten gaan opzoeken”, herinnert Van Diepen zich. „Hij moedigde aan wat er bij Salazar gebeurde, maar wij vonden het onethisch en wilden dat niet. Dat leidde tot een aanvaring. Hij werd boos en vond ons geen echte topsporters omdat we zo ver niet wilden gaan.” Kupers, inmiddels gestopt, bevestigt de bewuste conversatie.

Salazar is op dat moment ook de coach van Sifan Hassan en moet haar het laatste zetje naar de wereldtop geven. Die samenwerking is voor Van Commenée – zo geven meerdere bronnen aan – aanleiding om Grete Koens, bondscoach middellange afstand, naar het Amerikaanse Portland te sturen om daar een kijkje te gaan nemen. Koens, die niet wil reageren, weigert dat. Ze zou morele bezwaren hebben gehad omdat Salazar op dat moment al onder dopingverdenking staat. Later wordt haar, in het bijzijn van andere coaches, door Van Commenée verweten dat ze „onprofessioneel heeft gehandeld”. Salazar is dan inmiddels vanwege het manipuleren van dopingcontroles en het handelen in verboden middelen voor vier jaar geschorst – en later na aantijgingen over fysiek en emotioneel misbruik zelfs voor het leven.

Sinds de komst van Van Commenée bloeit de Nederlandse atletiek op, qua prestaties. Niet alles wat Van Commenée deed had een negatieve uitwerking, zeggen atleten. Sommigen laten weten veel van hem geleerd te hebben. Anderen loven zijn „andere manier van denken”.

Met de Zwitser Laurent Meuwly trekt Van Commenée een gevierde buitenlandse coach aan als opvolger van Rana Reider. Femke Bol, winnares van olympisch brons en WK-zilver op de 400 meter horden, ontpopt zich als het opvallendste uithangbord. Op internationale toernooien grossiert Nederland plots in medailles, met de Spelen in Tokio als het summum. Twee keer goud, drie keer zilver en drie keer brons is het beste olympische resultaat ooit. Van Commenée kan gezien worden als de architect van dat succes.

Maar er is ook een ander beeld. De aanpak-Van Commenée wordt intern door (bonds)coaches en atleten als „meedogenloos” omschreven. Hij bepaalt, daarin onvoorwaardelijk gesteund door Roskam, welke atleet bij welke coach terechtkomt en welk talent naar Papendal wordt gehaald. Net zo gemakkelijk serveert hij ze daarna weer af, zonder nazorg. Betrokkenen zeggen dat die aanpak tot een angstcultuur heeft geleid.

Publiekelijke scheldpartij

Discussie over het topsportbeleid bij de Atletiekunie is echter onmogelijk, ervaart ook Tony van Diepen. Hij krijgt nul op het rekest als hij vraagt of hij mag blijven werken met Grete Koens, nadat zij als bondscoach stopt. Als Van Diepen op Papendal wil blijven, moet hij de overstap maken naar de nieuw aangetrokken Pool Tomasz Lewandowski, met Meuwly als ondersteunende sprinttrainer. Van Diepen is immers ook een belangrijke kracht in de estafetteploeg die later dat jaar in Tokio op de 4×400 meter naar olympisch zilver snelt. „Ik heb hier meerdere gesprekken over gehad met Roskam en Van Commenée. Maar mijn ambitie of mening deed er niet toe. Vaak kreeg ik hetzelfde riedeltje te horen: ‘Topsport is niet altijd even eerlijk’.”

Van Diepen blijft Koens trouw. Dat wordt hem niet in dank afgenomen. „Met denigrerende opmerkingen laat Charles sindsdien weten dat ik niets op de 800 meter te zoeken heb. Volgens hem haal ik de top op die afstand toch nooit.”

Het Nederlandse estafetteteam dat bij de Spelen in Tokio olympisch zilver pakte.

Foto Robin Utrecht / Hollandse Hoogte

In de aanloop naar Tokio wordt Van Diepen door Van Commenée publiekelijk uitgescholden op de atletiekbaan van Papendal als hij een trainingswedstrijd laat schieten. „Ik zei dat hij normaal moest doen en ben weggelopen”, aldus Van Diepen. Hij is niet de enige atleet die in het bijzijn van anderen door Van Commenée – die in Groot-Brittannië de bijnaam The Volcano had – onheus wordt bejegend, blijkt uit meerdere getuigenissen. Als Roskam over de uitbarstingen van zijn hoofdcoach door een trainer wordt ingelicht, bagatelliseert hij die. „Je weet toch dat Charles een agressieprobleem heeft.”

Na afloop van de WK estafette in het Japanse Yokohama, in het voorjaar van 2019, krijgt een atlete aan de bagageband van het vliegveld een uitbrander vanwege een vermeend gebrek aan toewijding. De situatie escaleert. Sven Ootjers, de trainer van sprinters Lisanne de Witte en Jamile Samuel, vindt het ongepast en spreekt Van Commenée er als hoofdcoach op aan. „Hij trok me weg en ging daarna tegen mij tekeer. Ik schrok van die felle reactie. Een week later kwam hij erop terug. Er volgden geen excuses. Hij zei slechts: ‘Dit wil ik niet meer hebben, anders neem ik je nooit meer mee naar een toernooi.’ Dat is ook gebeurd. Ik ben nooit meer door de bond meegevraagd. Kritiek heeft dus gevolgen.”

Niet alleen Van Commenée begaat misstappen. Van Diepen: „Vlak voor het EK in München deze zomer liet ik aan Ad [Roskam] weten dat de vluchten niet goed waren geregeld en dat ik dat onprofessioneel vond. Toen zei hij: ‘Het is ook niet professioneel als je dertig keer per jaar dronken bent.’ Hij suggereerde dat ik een alcoholist ben, omdat ik vroeger af en toe naar een feestje ging.”

Atleet Van Diepen en coach Ootjers maken geen meldingen van de incidenten. „Een klacht indienen?”, zegt Van Diepen. „Bij wie? Je kan bij de algemeen directeur van de Atletiekunie aankloppen, maar wat gaat hij doen? Pieke de Zwart staat in de rangorde weliswaar boven Roskam en Van Commenée, maar daar blijkt in de praktijk weinig van.” De Zwart verweert zich daar desgevraagd tegen. „Wat betreft sociale veiligheid voel ik een zware verantwoordelijkheid.”

Ad Roskam

Foto Lex van Lieshout / ANP

In gesprekken met coaches en atleten komt steeds hetzelfde beeld naar voren: Van Commenée en Roskam versterken elkaar in hun negatieve gedrag, waarbij Roskam als technisch directeur geen grip heeft op Van Commenée. Roskam (64) stelt dat bij problemen „altijd vanuit het belang van de atleet naar een oplossing moet worden gezocht”. Maar sprintster Jamile Samuel ervaart voor het WK in Eugene afgelopen juli het tegenovergestelde. Als ze vlak voor vertrek naar de Verenigde Staten een pijntje aan haar voet heeft, geeft ze aan de Diamond League-wedstrijd in Stockholm te willen schrappen. Ze vreest anders opnieuw aan haar achillespees geblesseerd te raken, waar ze eerder nog aan werd geopereerd. „Even rust nemen zou er juist voor zorgen dat ik fit kon afreizen.”

Roskam en Van Commenée verplichten haar naar Zweden te gaan, zegt Samuel. Ze moet vormbehoud tonen. Zo niet, dan wordt de estafetteploeg (4×100 meter) van het WK teruggetrokken en verliezen haar teamgenoten hun A-status, luidt het dreigement. „Ik werd voor het blok gezet, want ik zou op die manier de andere meiden in de steek laten als ik die race niet zou lopen.” Haar coach Ootjers spreekt van „chantagepraktijken”. Samuel start niet en wordt vervolgens gepasseerd voor het WK. De estafetteploeg, tóch afgevaardigd, sneuvelt in de series.

Naar buiten toe benadrukken Van Commenée en Roskam steevast het beste met hun sporters voor te hebben. Drie jaar geleden, nadat langeafstandsloper Jip Vastenburg in de Volkskrant vertelde dat haar obsessie met gewicht haar carrière bedreigde, ontwikkelde de Atletiekunie een module waarmee (club)coaches signalen van eetproblematiek kunnen herkennen. Trainer Rob Veer, die als pleitbezorger meeschreef aan de module, zegt dat de plannen „ambitieus” waren maar dat de aandacht ervoor inmiddels is verslapt. „Ik denk dat er eerst weer een schandaal of schrijnend geval naar buiten moet komen om het op gang te trekken.”


Lees ook:Ad Roskam: ‘Ik zou schrikken als atleten zich niet veilig hebben gevoeld’

Inmiddels zijn er – met name na de Spelen in Tokio – wel degelijk klachten over het functioneren van Van Commenée op het bureau van algemeen directeur De Zwart terechtkomen. Hij vraagt Michiel Maas, een deskundige op het gebied van ‘high performance’, om de (topsport)cultuur in kaart te brengen. Met als doel „de technische staf te ondersteunen in de borging van prestatiegerichte topsport op een verantwoorde manier”, zo blijkt uit een interne mail in het bezit van NRC en Trouw. Maas voerde de afgelopen maanden vele gesprekken. Zowel het bestuur als enkele coaches zijn onlangs over zijn bevindingen geïnformeerd. Atleten worden later deze maand bijgepraat in Hotel Papendal, met als doel om „samen aan de slag te gaan om een (nog) beter en optimaler programma te bouwen”, staat in dezelfde mail.

Roskam en Van Commenée maken van dat nieuwe programma geen deel meer uit. Van Commenée is per 1 oktober gestopt als hoofdcoach bij de Atletiekunie – hij zal niet worden vervangen – en Roskam zwaait een maand later af. Vincent Kortbeek, voormalig technisch directeur van de Bob en Slee Bond, volgt hem op.

In een afscheidsinterview met de Volkskrant zei Van Commenée onlangs dat er een „gevaar dreigt” voor de Nederlandse atletiek omdat „de problematiek rondom grensoverschrijdend gedrag wat hem betreft een verkeerde kijk op topsport geeft”. Van Commenée: „Ambitie wordt tegenwoordig vaak gelijkgesteld aan onveiligheid.”

Lees verder…….