Column | Spinnenseizoen

Marijn de Vries

Zoals het in de wereld woelt, woelt het ook in mij. Mensen. Situaties. Verdriet. Twijfel. Frustratie. Over wat ik kan en wie ik ben. Ik weet met het ouder worden dat het een cyclus is. Dezelfde thema’s komen telkens terug. In een ander jasje, waardoor ik ze eerst niet herken. Met het langzaam openen van de knopen komen ze piepen: de spinnen, die ik het liefst zo diep mogelijk de krochten van mijn hoofd injaag.

Nu schijnt de zon nog, maar juist die lage stralen maken dat ik opzie tegen het donker van de winter. De ochtenden zijn prachtig. Glinsterende webben bij het ontwaken. Aan zijdedraadjes hangen minuscule druppels dauw. Spinnenseizoen. Het zal de herfst wel zijn die maakt dat ze ook in mijn hoofd rondkruipen. Soms zijn ze met weinig. Soms met heel veel.

Boos op mezelf omdat ik van geluk mag spreken met wie ik ben en wat ik kan, en dat toch niet doe, scrol ik te veel door mijn telefoon. De naargeestigheid neemt toe. Nergens vind ik prettig nieuws. Ik weet dat ik naar buiten moet. De zon schijnt. Maar tussen weten en doen gaapt een groot gat. De takken van de bomen zwiepen. Ik heb geen zin in tegenwind.

Met tranen in de ogen lees ik in NRC het interview met Mariëtte van der Voet, de scheidend secretaris-directeur van de Nederlandse Sportraad, maar vooral moeder van Pim, die overleed aan leukemie. Alleen vanwege sport klampte hij zich nog aan het leven vast toen het eigenlijk al niet meer ging. Toen hij ziek werd wilde hij zo graag blijven bewegen. Maar dat mocht niet, in het ziekenhuis waar hij behandeld werd. Daar ben je ziek. En dat is het dan.

Het interview geeft me de schop die ik nodig heb. De wind buldert mijn oren vol en legt mijn hoofd het zwijgen op. Wat overblijft is mijn lijf. Mijn benen. Mijn longen. Ik schakel een tandje bij. En nog een. Rij 40, 41, 42 op een fiets. Na al die jaren voelt dat nog steeds machtig. Onbetwistbaar: dit kan ik. Tenminste dit. In mijn hoofd ben ik mijn eigen saboteur. Dat stopt pas als ik opstap en alleen nog lichaam ben. Mijn lijf troost mij altijd.

Als je lichaam je in de steek laat, zoals bij Pim, is dat rampzalig. Als je vervolgens dat wat het nog wel doet niet meer gebruiken mag, dan is dat bijna crimineel. Mariëtte van der Voet maakte daar haar missie van: onderzoeken wat ziekenhuizen aanbieden aan bewegen. Dat bleek bedroevend slecht. Terwijl bewegen juist voor zieke mensen zo belangrijk is. Behandelingen doorsta je makkelijker als je in conditie bent.

Maar het gaat niet alleen om fysieke fitheid. Juist niet. Ook voor zieke mensen kan het lichaam op een gekke manier toch óók heel troostend zijn. Dit kan het nog wél, dat rotlijf van mij. Het geeft een beetje houvast als alle houvast verdwenen lijkt. Waarom vergeten we toch altijd dat dat zo verbonden is. Mens sana in corpore sano.

Ik snij een bocht aan, op hoge snelheid. Flirt met vallen. Adrenaline en de herfstzon klaren alles op. Ik neem me voor niet meer te kniezen over muizenissen, maar een voorbeeld te nemen aan mensen die hun frustratie ergens op richten. Er vuur van maken. Zoals de dappere Mariëtte van der Voet.

Marijn de Vries is oud-profwielrenner en journalist.

Lees verder…….