Column | Vlaamse aderen

Marijn de Vries

Het kan niet anders dan dat hij tot koning van Vlaanderen wordt gekroond als hij zondag de Vuelta wint. De rode trui wordt dan verruild voor een rode mantel. De helm wordt verwisseld voor een kroon. De mensen zullen aan zijn voeten liggen. Dat deden ze al, maar nu nog meer. De hartjes spoten al jaren uit alle Vlaamse oren voor Remco (achternaam niet nodig), de kroonprins, ideale schoonzoon en redder der natie tegelijk.

Wij kijken daar vanuit het noorden wat meewarig naar. Is dat nu niet te veel, de ultieme heldenstatus voor een 22-jarige die – laten we wel wezen – zich nog nauwelijks bewezen heeft? Tuurlijk, hij kan hard fietsen. Hij won Luik-Bastenaken-Luik. Nu staat hij op het punt de Vuelta te winnen. Maar moet daar nu elke krant, elk journaal en elke nieuwsrubriek mee gevuld?

Wij zijn een nuchterder en sceptischer volk dan onze zuiderburen, constateer ik na inmiddels al jaren veel in Vlaanderen te zijn. We missen romantiek. Hang naar mooie verhalen. Onze mond is groter. Remco Evenepoel had zomaar een Nederlander kunnen zijn. Met zijn maniertjes. En zijn praatjes. Misschien komt het wel daardoor dat ik lange tijd niet zo van hem hield. Een voetballer op de fiets, noemde ik hem. En dat was geen compliment.

Tuurlijk, in Vlaanderen houden ze ook van voetbal. Maar het spel waarbij er één wint en één verliest is ons bindmiddel. Hoe komt het dat juist in Vlaanderen het wielrennen, de sport waarin bijna iedereen de verliezer is, zo diep in elke vezel zit?

Hoe komt het dat ik als profwielrenster dat ene jaar in Vlaamse dienst op een schild rondgedragen werd? Iedereen deed alles voor me. Niet kruiperig, maar warm. Oprecht, en liefdevol. Wil je nog wat eten? Weet je zeker dat je genoeg kunt rusten zo? Zal ik je fiets nakijken? Wil je een massage, zelfs al is het midden in de nacht? Ik ken nog wel een masseur, hiernaast woont een buurman en zijn zus is de vrouw van de masseur van Greg Van Avermaet.

Grappig is dat wielrennen alleen door Vlaamse aderen vloeit. Of Walen van koers houden, weten ze in Vlaanderen niet eens. Toen ik ooit aan de mensen van sportzender Sporza vroeg hoe er door het Franstalige deel der natie naar Luik-Bastenaken-Luik gekeken wordt, hadden ze geen idee.

Misschien zit daar ook wel de crux. België is een tot op het bot verdeeld land. Politiek, taalkundig, historisch; het heeft nooit geboterd. Wallonië was tot het sluiten van de mijnen het rijkere en dominantere landsdeel – en Vlaanderen was toen ronduit arm. Het minderwaardigheidsgevoel zit er bij de Vlamingen nog altijd een beetje in.

Ik denk dat ze daarom van koers houden: omdat in elke verliezer ook de belofte van een winnaar schuilt. Ik denk dat Vlamingen zo gek zijn op wielrennen door de verhalen. Koers polariseert niet, maar verbindt. Het doorvertellen, groter maken, doorspekken met anekdotes: het fietsen geeft het land dat nooit een land was, een nationale geschiedenis. Verenigd onder Eddy Merckx. Dromend van zijn opvolger. En van een grote rondeoverwinning, die internationale allure geeft. Na 44 jaar is dat verlangen intens.

Nog een paar dagen, dan is – Remco volente – de Vuelta van Vlaanderen. Dan neemt de kroonprins zijn rode trui mee naar huis. Rood. De kleur van de liefde. De kleur van passie. Passender kan het niet zijn.

Marijn de Vries is oud-profwielrenner en journalist.

Lees verder…….