‘Game, set en match’ klinkt pas als je mentaal sterk genoeg bent

Tennis De vrouwen- en mannenfinales van de US Open zijn dit weekend. Voor succes in tennis is mentale kracht essentieel, bleek dit toernooi weer eens. „Als er spanningen zijn, dan blokkeren tennissers.”

De Britse Emma Raducanu: vorig jaar nog in de finale van de US Open, sindsdien zonder groot succes.
De Britse Emma Raducanu: vorig jaar nog in de finale van de US Open, sindsdien zonder groot succes.

Foto Geoff Burke/USA Today Sports

Kwartfinale US Open, matchpoint voor Jannik Sinner (21). Carlos Alcaraz (19) is na vier uur en zestien minuten één punt verwijderd van uitschakeling. Maar Sinner is niet bestand tegen de druk, en Alcaraz blijft in de wedstrijd. Precies een uur later serveert Alcaraz zelf de partij wél uit. Hij rolt van vreugde over het center court van het Arthur Ashe Stadium, waar zondag de eindstrijd van het mannentoernooi op het programma staat. De finale van een mentaal spelletje.

Bij tennis is het niet per se de beste, maar eerder de mentaal sterkste die zegeviert. Waarbij het verloop van de partij afhangt van een paar cruciale momenten. Je kunt bij tennis zelfs winnen met minder punten dan je tegenstander, als je de belangrijke punten maar binnenhaalt. Dán moet je er staan. „Niemand kan zich vijf uur continu concentreren”, stelt de Spaanse sport-psycholoog Lucía Jiménez Almendros. „Je moet kunnen schakelen in je hoofd. Koel zijn als het echt moet. Wie dát het beste kan, die wint meestal.”

Gevecht met jezelf

Psychologie en tennis zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ooit domineerden de excentrieke Amerikaan John McEnroe en de stoïcijnse Zweed Björn Borg. Later ging het tussen de Zwitserse gentleman Roger Federer en de Spaanse ‘vulkaan’ Rafael Nadal. En nu kloppen talenten als Alcaraz, Sinner, Tiafoe en Ruud op de deur.

Verschillende karakters, maar allemaal mentaal ijzersterk. „Iedere speler zoekt naar de houding die het beste bij hem past”, legt oud-tennisser John van Lottum (46) uit. „In een wedstrijd neem je honderden beslissingen, die zijn echt niet allemaal goed. Het is een gevecht met je tegenstander, maar ook met jezelf.”

Van Lottum, in 1999 nummer 62 van de wereld en nu televisiecommentator, ziet tennissers worstelen met problemen waarmee hij zelf ook te kampen had. „Toppers kunnen in mentaal opzicht het verschil maken. Hoe ga je met je emoties om. McEnroe barstte op cruciale momenten in woede uit, Boris Becker pepte zich op door kwaad te worden en Novak Djokovic haalt op de moeilijkste momenten juist het beste in zichzelf naar boven door kalm te blijven. Maar ook topspelers gaan soms over het randje. En slaan uit frustratie hun racket kapot.”

Volgens Van Lottum moeten tennissers op de baan met hun eigen demonen zien af te rekenen. „Bij tennis kun je jezelf niet verschuilen achter anderen. Tijdens een partij komt je ware aard naar boven. Je angsten. Je trauma’s. Je tekortkomingen. Mentale weerbaarheid moet je in de loop der jaren opbouwen. Stapje voor stapje. Er is geen rechte lijn omhoog.

Van Lottum, die zelf op de baan vaak een vaatje buskruit was, heeft in het verleden psychologische hulp gezocht, maar kwam tot de conclusie dat die bij hem niet werkte. „Je komt alleen verder als je echt aan jezelf durft te schaven. Daar was ik niet sterk genoeg in. Dat zie ik nu wel in.”

Punt voor punt

Tenniscoach Tjerk Bogtstra (56) werkt op zijn academie in Doorn met jonge talenten. Hij is van mening dat het mentale aspect bij iedere slag een rol speelt. „Iedere bal die je slaat, daar vind je iets van”, stelt de voormalige Davis-Cupcaptain. „Maar je moet dat achter je laten en vooruit kijken naar een volgende juiste beslissing. Ik probeer mijn tennissers vastigheden bij te brengen. Goed ademhalen. Tussen de punten door je tijd nemen. Even een handdoek pakken. Een snaar rechtzetten. Tot tien tellen. Punt voor punt spelen.”

Volgens Bogtstra is het zaak dat tennissers rust in hun hoofd hebben. „Problemen op school, ouders die er te dicht op zitten, dat zie ik als coach terug op de baan. Als er spanningen zijn, blokkeren tennissers. Anderen kunnen juist weer niet met succes omgaan. Kijk naar Emma Raducanu en Leylah Fernandez: die stonden vorig jaar in de vrouwenfinale van de US Open. Beiden presteerden daarna vrijwel niets meer. Ze waren simpelweg niet klaar om de weelde van het succes te dragen.”

Volgens sport-psycholoog Lucía Jiménez Almendros, zelf in 2005 de nummer 313 van de wereld, wordt het psychologische aspect nog steeds onderschat. „Alle profs zijn in technisch, tactisch en fysiek opzicht goed ontwikkeld. Maar dat geldt niet altijd voor het mentale deel. En dat is zeker óók goed te trainen”, legt Jiménez Almendros uit. „Met een tenniscoach kun je je volley aanscherpen. Je service verbeteren. Een fysiotherapeut gaat met het lichaam van een tennisser aan de slag. Maar een mental coach kan via specifieke trainingen helpen je te leren focussen op het juiste moment. Of leren hoe je met een tegenslag om kunt gaan. De grote kampioenen zijn juist de mentaal sterksten. Die weten precies wanneer ze er moeten staan.”

Voor sommigen vergt toptennis te veel, concludeert Tjerk Bogtstra. Zelfs al hebben ze de top bereikt, zoals de Australische Ashleigh Barty, die er dit jaar als nummer één van de wereld op haar 25ste abrupt mee stopte. „Ik heb de fysieke drive niet meer, de emotionele honger en alles wat nodig is om jezelf uit te dagen op topniveau. Ik ben klaar”, verklaarde Barty bij haar afscheid. Ze is zeker niet de enige, in de tennissport. Voormalig US Open-kampioene Naomi Osaka onderbrak haar loopbaan omdat ze niet tegen de druk van de media kon.

Op Netflix is een aangrijpende documentaire te zien over de angsten van oud-tennisser Mardy Fish. Vlak voor de Amerikaan op de US Open van 2012 in de vierde ronde tegen Federer moet aantreden trekt hij zich terug. Een nederlaag voor de sporter Fish, maar een enorme opluchting voor de mens Fish. Ook topsporters kan de mentale strijd te veel worden, zegt Bogtstra. „Voor de één komt dat door het monotone leven, de ander staat liever niet in de schijnwerpers en iemand als Fish kon niet met het verwachtingspatroon omgaan. Dan wordt het vluchten in plaats van vechten.”

Lees verder…….