Voor de allerlaatste keer kopen handelaren hun vis op de veiling in Den Helder

Reportage

Krimp Nederlandse visserij Nu alle grote kotters van Den Helder stoppen, sluit ook de visafslag. „We hebben het verloren van de wal.”


De muziek gaat aan. Queen – I want to break free. „Nu begint het”, zegt Pim Visser, directeur van de visafslag in Den Helder. Het is 05.00 uur ’s ochtends. De vis – vooral tong en schol – komt op heftrucks de werkplaats binnen en de lopende band gaat draaien. Nog één keer. De enige Helderse kotter die nog vaart, de TX43, is zojuist voor de laatste keer de haven binnengevaren om vis te lossen. Nog eenmaal komen handelaren hun vis kopen hier op de veiling. Daarna houdt de visafslag op te bestaan.

De Nederlandse vissersvloot is de afgelopen jaren flink gekrompen. Alleen al het aantal kotters in Den Helder en Texel nam tussen de jaren ’90 en nu af van 47 naar nog drie grote en vijf kleine kotters. Vissers stopten naar eigen zeggen vooral omdat hun vaargebieden steeds kleiner werden door onder meer de bouw van windmolenparken op zee, de afbakening van natuurgebieden en de Brexit. Er kwam een verbod op pulsvissen waardoor ze veel hogere brandstofkosten hebben. En nu de Noordzee warmer is, zwemt de vis voor koudere wateren verder naar het noorden en moeten vissers steeds grotere afstanden afleggen voor een goede vangst.

In juli dit jaar maakte het Ministerie van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit een nieuwe saneringsregeling bekend. Vissers die een deel van hun visquotum verloren na de Brexit kunnen zich laten opkopen door de overheid. Wie dat doet, moet zijn of haar kotter voor april 2024 naar de sloop hebben gebracht en mag vijf jaar lang geen nieuw vissersvaartuig inschrijven. Ook vervallen de individuele vangstrechten van de vissers.

Brandplekken

De eigenaren van alle grote kotters van Den Helder besloten zich te laten opkopen. Visafslagdirecteur Visser – zo’n twee meter lang en een hoedje op – had een dusdanig snelle terugloop nooit verwacht. Vissers met opvolgingsproblemen, díe zouden stoppen. Maar vanwege de hoge brandstofprijzen sinds de oorlog in Oekraïne stopte ook de rest. Het blijkt nu voordeliger om te stoppen dan om door te gaan: „Grote kotters krijgen zo’n 2,5 miljoen euro, kleine 700.000 tot een miljoen.”

Viskotter TX1 uit Oudeschild (Texel) wordt gelost in Den Helder.


Nu alle grote kotters van Den Helder stoppen, is het voor de visafslag niet meer rendabel om open te blijven. Van de vijftien miljoen euro jaaromzet van de visafslag, valt nu ruim tien miljoen euro weg. De afgelopen jaren zag Visser de inkomsten al geleidelijk afnemen. „Het lukte gelukkig telkens nét om break-even te halen. Maar deze saneringsronde van de overheid heeft ons de kop gekost.”

De bemanning van de TX43 heeft net een week op zee gezeten. Ze komen terug met zo’n tweeduizend kilo tong en zevenduizend kilo schol. Tijdens het lossen is het donker en mistig. Eigenaar Johan Bais uit Den Helder gaat in zijn kajuit zitten, die met kerstverlichting versierd is. Hij kijkt even om zich heen. Deze kotter heeft hij gekocht toen pulsvissen nog was toegestaan. Voor zijn zoon, die het familiebedrijf graag wilde voortzetten. Maar binnenkort gaat de kotter naar de sloop.

Zijn belangrijkste reden om te stoppen is het verbod op pulsvissen, een manier om vissen met stroomstoten uit de zeebodem op te schrikken en te vangen. Pulskettingen zijn lichter dan boomkorkettingen, die Nederlandse vissers nu gebruiken, waardoor de kotter minder brandstof verbruikt. Het Europees Parlement verbood de pulsvisserij onder meer na verzet van Franse milieuorganisaties, die zeggen dat vissen ernstige krampen krijgen van de pulsen.


Lees ook: Nederlands echec rond pulsvisserij is eigen schuld

Natuurgebied

Toen Bais nog kon pulsvissen, verbruikten zijn kotters zo’n 22.000 liter diesel per week. Een boomkorkotter, die een net over de zeebodem sleept, verbruikt wel 58.000 liter. Met een dieselprijs van dertig cent was dat nog wel te doen, vertelt hij. Maar tegen de huidige prijzen – soms wel het driedubbele – „valt niet op te varen”. In goede jaren was de omzet van zijn familiebedrijf ruim drie miljoen euro. Nu is hij blij als ze de twee miljoen halen. „We hebben het verloren van de wal.”

Wat hierna komt weet Bais nog niet. Alleen dat hij nog steeds op zee wil werken. Misschien wil hij gaan baggeren: zand, slib en andere lagen van de bodem weghalen.

Ook de TX1 van Thijs Vonk uit Oudeschild op Texel, die zijn vis altijd liet veilen in Den Helder, gaat komend jaar naar de sloop. Begin november is Vonk al gestopt met varen. Het verbod op pulsvissen is voor Vonk eveneens een belangrijke reden. Daarnaast heeft het familiebedrijf na de Brexit 15 procent van hun tong-quota moeten teruggeven aan de Britten, vertelt hij. En wordt een van hun belangrijkste visgebieden binnenkort aangewezen tot natuurgebied.


Lees ook: ‘Hier zijn allemaal windmolens. Wat blijft er over voor ons vissers?’

Vonk verwacht ten slotte in de toekomst steeds meer bemanningsleden te verliezen aan „banen op het land”. Er is weinig jonge aanwas die zich nog voor het zware werk op zee interesseert, ziet hij. „Op het land is veel werkgelegenheid en de lonen schieten de laatste tijd al omhoog. Wij kunnen onze bemanning alleen betalen naar hoeveel vis er geveild wordt.”

Rouwverwerking

Kopers Louis Schoehuijs en Willem Gerssen zitten klaar in de veilingzaal. Ze bekijken foto’s van zichzelf als jonge mannen achter de telefoons op de veiling, toen de zaal nog helemaal vol zat. Nu zijn ze met zeven kopers in totaal. Veel vishandelaren blijven weg omdat er in Den Helder toch niet genoeg vis aan wal komt.

Zelfs de grootvader van Schoehuijs, eigenaar van een viswinkel in Schagen, kwam al bij deze visafslag. Schoehuijs vindt het een „trieste dag”. Hij baalt dat hij voortaan een stuk verder moet rijden voor zijn vis. Helemaal naar IJmuiden. Visboer Gerssen raadt hem aan de veiling online te volgen. Maar voor Schoehuijs is het juist „de charme van het vak om de vis met eigen handen op te halen”.

Veilingmeester Henk Postma gaat voor in de veilingzaal op zijn stoel zitten. „Vandaag is mijn laatste dag hier. Ik wil jullie graag allemaal bedanken”, zegt hij tegen de zeven kopers. Dan begint de veilingklok te draaien. „Het mag dan wel je laatste dag zijn, je prijzen zijn absurd Henk!”, roept een koper van achterin de zaal. De allerlaatste kist gaat naar Schoehuijs. Hij klapt voor zichzelf omdat het gelukt is.

Het mag dan wel je laatste dag zijn, je prijzen zijn absurd Henk!

Gerssen loopt voor de laatste keer naar de werkplaats waar medewerkers van de afslag de vis in kratten verdelen. Ze leggen er een bonnetje op met de naam van de koper, het aantal kilo’s en de soort vis. Gerssen controleert of zijn bestelling in orde is. Daarna gaat de vis per heftruck naar zijn zaak Vishandel de Noordzee, slechts een paar meter van de visafslag. Daar houdt hij elke vrijdag een vismarkt. „Vanaf volgende week moet de vis hier tegen extra transportkosten heen komen.”

Na de veiling worden de bakken met vis, zoals deze met rode poon, voorzien van de namen van de kopers.


De stoppende kotters zorgen voor een „kaalslag” in de haven van Den Helder, vertelt Annemiek Bais, de vrouw van Johan Bais. Niet alleen de visafslag lijdt eronder. De Coöperatieve In- en verkoopvereniging Den Helder voor vissersbenodigdheden is onlangs ook gesloten. Negen medewerkers zijn ontslagen. Annemiek en één andere collega werken daar nog twee maanden om alle werkzaamheden af te ronden. „Ook de lokale bakker en slager, waar kotters hun bevoorrading bij inkochten, merken een terugloop in hun verkoopcijfers”, vertelt ze. En de ijzerwerker in de haven, die vissers helpt met hun reparaties, verwacht niet voldoende werkzaamheden meer te hebben en stopt er ook mee.

Bierfusten

In augustus kondigde directeur Visser aan dat alle twintig medewerkers van de visafslag per 1 januari 2023 ontslagen zouden worden. Omdat ze het aantal kotters jaar na jaar zagen afnemen, kwam dit bij de meeste niet als een grote schok, zegt hij. Visser organiseerde een banenmarkt en medewerkers kunnen zich melden als ze behoefte hebben aan ondersteuning bij de „rouwverwerking” vanwege het verlies van hun baan.

Kantinemedewerker Clara van Swelm wil eerst „alles op een rijtje zetten” voor ze aan een nieuwe baan begint. Ze staat al vijftien jaar lang elke ochtend om 3.00 ’s ochtends op om haar collega’s en vishandelaren in de kantine van een „kopje koffie, kroketje of hamburger” te voorzien. De gesprekken ’s ochtends vroeg, bijvoorbeeld over baby’s die geboren worden, gaat ze het meest missen. Om dat menselijke contact in haar werk te kunnen behouden, wil ze hierna misschien wel in de thuiszorg gaan werken.

Bedrijfsleider Bert de Groot en veilingmeester Henk Postma runden de afslag als een team. De Groot mag blijven. Hij gaat garnalen sorteren in Den Oever, de vestiging van de visafslag die openblijft voor garnalenvisserij. Henk Postma moet weg. Hij gaat in de productie werken bij een bedrijf dat bierfusten maakt. De Groot vraagt zich af of het niet logischer was geweest dat Postma had mogen blijven. Het gebouw gaat straks gebruikt worden als opslag voor onderhoudsmaterialen voor windparken en gas- en oliewinning op zee. „Ik kan vis sorteren, maar Henk is technisch. Aan Henk hadden ze misschien wel meer gehad.”

Als de laatste vis gesorteerd is, loopt directeur Visser terug naar zijn kantoor. „Onwerkelijk”, zegt hij.

Lees verder…….